19 février 2020
Selon l’interprétation donnée, la notion de « capitaux propres » mentionnée dans ce texte peut être rapprochée de la notion de capitaux propres figurant à l’article 5:3 CSA (Constitution - Capitaux propres de départ). Dans le cadre d’une constitution, le caractère « suffisants » des capitaux propres peut (devrait) être vérifié avec le plan financier prévu à l'article 5:4 CSA.
On demande si, dans le cas d’une transformation, on doit en tant que réviseur d’entreprises s’assurer que le montant des capitaux propres seront « suffisants » pour réaliser les activités de la société et donc demander au client de produire un plan financier.
« Men kan zich de vraag stellen hoe artikel 14:4, tweede lid WVV moet worden uitgelegd en meer bepaald wat er in dit lid wordt bedoeld met de noties “netto actief” en “eigen vermogen”.
Om deze vraag te beantwoorden, kan worden verwezen naar artikel 5:142, eerste lid WVV dat stelt:
“Geen uitkering mag gebeuren indien het nettoactief van de vennootschap negatief is of ten gevolge daarvan negatief zou worden. Indien de vennootschap beschikt over eigen vermogen dat krachtens de wet of de statuten onbeschikbaar is, mag geen uitkering gebeuren indien het nettoactief is gedaald of door een uitkering zou dalen tot beneden het bedrag van dit onbeschikbare eigen vermogen. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het niet afgeschreven gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarden als onbeschikbaar beschouwd.”
De Memorie van toelichting betreffende deze bepaling ( [1] ) geeft aan:
“In de ontworpen bepaling wordt een definitie gegeven van het principieel uitkeerbare vermogen. Deze bepaling wordt aangepast in het licht van de afschaffing van het kapitaal. Het uitgangspunt is dat het nettoactief niet negatief mag zijn of door de uitkering mag worden. Indien de oprichters, of bij latere inbrengen de aandeelhouders, ervoor hebben geopteerd om hun inbrengen statutair onbeschikbaar te maken, of indien er wettelijke of statutair niet uitkeerbare reserves zijn, moet daarmee evenwel rekening worden gehouden.”.
Een mogelijke interpretatie van artikel 14:4, tweede lid WVV bestaat erin dat men hier het eigen vermogen bedoelt dat krachtens de wet of de statuten onbeschikbaar is.
Deze contradictie in kapitaalloze vennootschappen zal worden opgelost door de artikelen 157 en 158 van het wetsvoorstel 0553 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de lange termijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft, en houdende vennootschaps- en verenigingsbepalingen die de zinsnede “of, als de vennootschap geen kapitaal heeft, het eigen vermogen,” schrapt ( [2] ). ».
****
( [1] ) Memorie van toelichting van het wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl. St. Kamer 2018-19, nr. 54K 3119/001, 177-178.
( [2] ) Proposition de loi de Leen DIERICK du 4 octobre 2019 portant transposition de la directive (UE) 2017/828 du Parlement européen et du Conseil du 17 mai 2017 modifiant la directive 2007/36 /CE en ce vue de promouvoir l’engagement à long terme des actionnaires et portant des dispositions en matière de société et d’association, Doc. Parl. Ch. 2019-20, n° 55K 0553/001, , 118.
([3]) Cf. avis ICCI du 27 septembre 2019 “Omzetting van rechtsvorm – notie “eigen vermogen”: https://www.icci.be/nl/adviezen/advies-detail-page/omzetting-van-rechtsvorm-notie-eigen-vermogen
( [4] ) Proposition de loi de Leen Dierick du 4 octobre 2019 portant transposition de la directive (UE) 2017/828 du Parlement européen et du Conseil du 17 mai 2017 modifiant la directive 2007/36 /CE en ce vue de promouvoir l’engagement à long terme des actionnaires et portant des dispositions en matière de société et d’association, Doc. Parl. Ch. 2019-20, n° 55K 0553/001, 50.