19 avril 2024

Samenvatting

Een mogelijke jaarlijkse vergoeding voor de werkzaamheden van een “commissaris van de rekeningen” van een mede-eigendom is wettelijk niet geregeld. Het is aan de algemene vergadering van de mede-eigendom in kwestie om per jaar te stemmen over het al dan niet toekennen van een jaarlijkse vergoeding voor de werkzaamheden van een “commissaris van de rekeningen”.

 

Résumé

Une éventuelle rémunération annuelle pour le travail d’un « commissaire aux comptes » d’une copropriété n’est pas réglementée par la loi. Il appartient à l'assemblée générale de la copropriété concernée de se prononcer annuellement sur l’octroi ou non d’une rémunération annuelle pour le travail d’un « commissaire aux comptes ».

 

Tekst 

Welke jaarlijkse vergoeding mag aan de commissaris van de rekeningen worden gegeven voor een residentie van 8 appartementen en 12 garages, mag dit met terugwerkende kracht tot 2017?

 

  1. Het ICCI wenst te verduidelijken dat de functie van “commissaris van de rekeningen” een functie betreft die kan worden uitgeoefend door hetzij een mede-eigenaar, hetzij een gecertificeerd accountant of een bedrijfsrevisor [1] ).

     

  2. Artikel 3.91 van het Burgerlijk Wetboek stelt het volgende:

     

    De algemene vergadering wijst jaarlijks een commissaris van de rekeningen of een college van commissarissen van de rekeningen aan, die al dan niet mede-eigenaar zijn, en die de rekeningen van de vereniging van mede-eigenaars controleren, wier bevoegdheden en verplichtingen bij het reglement van interne orde worden bepaald.

     

    Het ICCI is derhalve van oordeel dat een mogelijke jaarlijkse vergoeding voor de werkzaamheden van een “commissaris van de rekeningen” van een mede-eigendom wettelijk niet is geregeld, zodat het aan de algemene vergadering van de mede-eigendom in kwestie is om per jaar te stemmen over het al dan niet toekennen van een jaarlijkse vergoeding voor de werkzaamheden van een “commissaris van de rekeningen”. Echter dienen de bevoegdheden en de verplichtingen van de “commissaris van de rekeningen” bij het reglement van interne orde worden bepaald. Zo is het ook mogelijk dat het reglement van interne orde zou kunnen voorzien in een benoeming van een “commissaris van de rekeningen” voor een langere periode dan één jaar, of zelfs voor onbepaalde tijd.

     

  3. Inzake de vraag of desbetreffende jaarlijkse vergoeding voor de werkzaamheden van een “commissaris van de rekeningen” met terugwerkende kracht tot 2017 mag worden toegekend, meent het ICCI dat dit in beginsel niet mogelijk is, aangezien de prestaties in kwestie van de vorige boekjaren reeds zijn voltooid en er waarschijnlijk reeds kwijting is verleend, er bij de jaarlijkse aanstelling van de “commissaris van de rekeningen” van de vorige boekjaren geen jaarlijkse vergoeding werd toegekend en deze “commissaris van de rekeningen” deze functie destijds jaarlijks heeft aanvaard, de functie heeft opgenomen (cf. principe van contract van lastgeving uit het verbintenissenrecht) en de prestaties jaarlijks heeft uitgevoerd en voltooid zonder enig protest.

     

    Bijgevolg meent het ICCI dat een eventuele jaarlijkse vergoeding voor de “commissaris van de rekeningen” in beginsel ieder jaar opnieuw dient te worden bepaald en gestemd op het tijdstip van  de jaarlijkse benoeming tijdens de algemene vergadering van de mede-eigendom in kwestie, dus telkens bij de aanvang van de werkzaamheden van de “commissaris van de rekeningen” en niet retroactief.

     

    Als uitzondering op het voorgaande is het echter mogelijk dat het reglement van interne orde zou kunnen voorzien in een benoeming van een “commissaris van de rekeningen” voor een langere periode dan één jaar, of zelfs voor onbepaalde duur. In dit geval kan ervan uit worden gegaan dat een jaarlijkse vergoeding voor de “commissaris van de rekeningen” wel nog met terugwerkende kracht kan gebeuren, maar enkel indien – naast de benoeming voor meerdere jaren – tevens voorzien is in een vergoeding.

     

    Sleutelwoorden: commissaris van de rekeningen, jaarlijkse vergoeding, mede-eigendom

     

    Mots clés : commissaire aux comptes, rémunération annuelle, copropriété


    [1] ) Cf. Mededeling 2012/03 van de Raad van het IBR, Mededeling aan de bedrijfsrevisoren en aangaande de gevolgen van het arrest nr. 187/2011 van het Grondwettelijk Hof aangaande de mede-eigendom, p. 2.