10 octobre 2024

Samenvatting

Een bedrijfsrevisor mag geen bijzondere opdracht aanvaarden in een vennootschap die onterecht geen commissaris heeft aangesteld. Het behoort niet tot de taak van de betrokken bedrijfsrevisor om op te volgen dat de vennootschap verdere stappen onderneemt om over te gaan tot de benoeming van een commissaris. 

 

Résumé

Un réviseur d’entreprises ne peut accepter une mission spéciale dans une société qui, à tort, n’a pas nommé de commissaire. Il n’appartient pas au réviseur d’entreprises concerné d’assurer le suivi des démarches de la société pour procéder à la nomination d’un commissaire.

 

Tekst

  1. Volgende situatie wordt beschreven: “Een aanvraag voor een bijzondere wettelijke opdracht werd ontvangen. Op basis van uitgevoerde opzoekingen was de vennootschap verplicht om een commissaris te benoemen. De aanvraag werd geweigerd met als reden dat de vennootschap verplicht is een commissaris te benoemen. De vraag werd gesteld een mandaat op te nemen maar rekening houdende met de beperkte omvang van een kantoor en beperkte beschikbare resources, werd ook die aanvraag geweigerd. In hoeverre is een bedrijfsrevisor wettelijk en/of deontologisch verplicht verder op te volgen dat de vennootschap verdere stappen onderneemt tot het benoemen van een commissaris?”

     

  2. Het ICCI kan bevestigen dat er correct werd gehandeld door de bijzondere wettelijke opdracht niet te aanvaarden omdat uit voorafgaande opzoekingen gebleken is dat de betrokken vennootschap geen commissaris heeft aangesteld terwijl ze daartoe wettelijk verplicht is. 

     

    Wanneer een vennootschap geen commissaris aanstelt terwijl ze daartoe verplicht is, begaan de bestuurders van deze vennootschap een overtreding van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), hetgeen kan leiden tot hun burgerrechtelijke aansprakelijkheid (art. 2:56 WVV). Bovendien voorziet het WVV ten aanzien van de vennootschapsbestuurders in een strafrechtelijke sanctie wegens het niet-aanstellen van een commissaris (art. 3:97, § 1 WVV).

     

    Gelet op het risico op strafbare deelneming aan het misdrijf vermeld in artikel 3:97, § 1 WVV (nl. het niet-aanstellen van een commissaris) moet een bedrijfsrevisor zich dan ook onthouden van het aanvaarden van een bijzondere wettelijke opdracht voor een entiteit die onterecht geen commissaris heeft aangesteld. We verwijzen daarvoor naar de Gemeenschappelijke mededeling van het ITAA en het IBR aan de (gecertificeerde) accountants en de bedrijfsrevisoren tot interpretatie van de principes van toepassing in geval van aanvaarding, verlenging en/of hernieuwing van een opdracht van (gecertificeerd) accountant en/of bedrijfsrevisor, meer bepaald het eerste principe van deze mededeling[1].

     

  3. Is een bedrijfsrevisor wettelijk en/of deontologisch verplicht verder op te volgen of de vennootschap de nodige stappen onderneemt tot het benoemen van een commissaris? Een bedrijfsrevisor mag dit niet verder opvolgen.

     

    Als motivering voor de weigering van de bijzondere opdracht wijst de bedrijfsrevisor de vennootschap erop dat ze verplicht is een commissaris aan te stellen. Daarmee heeft de bedrijfsrevisor voldaan aan de wettelijke en deontologische verplichtingen. Meer kan en mag een bedrijfsrevisor niet doen. Het behoort immers tot de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan van de vennootschap om een commissaris voor te stellen aan de algemene vergadering, waarna de algemene vergadering hieromtrent een beslissing neemt (art. 3:58 WVV).


     

    Sleutelwoorden

    commissaris, benoeming, bijzondere opdracht

     

    Mots clés

    commissaire, nomination, mission spéciale

     

    [1] Zie in dezelfde zin, twee eerdere adviezen van het ICCI, met name:

    - ICCI-advies van 29 juni 2021: Bijzondere opdrachten (WVV) – Vennootschappen die nalaten een commissaris te benoemen; en

    - ICCI-advies van 8 december 2023: Inbreng in natura – Vennootschappen die nalaten een commissaris te benoemen (23-043).