19 décembre 2024
Samenvatting
In welke gevallen is het nodig om bij een eerste controleopdracht een oordeelonthouding te geven wanneer de commissaris beoordeelt dat de balans aan het einde van het boekjaar een getrouwe weergave vormt?
Résumé
Dans quels cas est-il nécessaire de formuler une abstention d’opinion lors d’un premier contrôle lorsque le commissaire estime que le bilan à la fin de l’exercice est présenté sincèrement ?
Tekst
- De volgende situatie wordt beschreven:
“Voorbeelden 2.5.4 en 2.5.5 in de publicatie van het ICCI met betrekking tot het commissarisverslag hebben beiden betrekking op een eerste controleopdracht. In voorbeeld 2.5.4 was er geen commissaris in het voorafgaande boekjaar, is er een onmogelijkheid tot het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie (van materieel belang en van diepgaande invloed) over de beginsaldi, maar kon wel voldoende en geschikte controle-informatie verkregen worden over de afsluitingsbalans. In het gegeven geval kan een gesplitst oordeel (oordeelonthouding betreffende de resultatenrekening - oordeel zonder voorbehoud betreffende de balans) gegeven worden.
In voorbeeld 2.5.5 was er ook geen commissaris in het voorafgaande boekjaar, de commissaris oordeelt dat de balans aan het einde van het boekjaar eveneens een getrouwe weergave vormt, maar dat de mogelijke effecten met betrekking tot de beginsaldi van de voorraden van materieel belang en van diepgaande invloed zijn op de resultatenrekening. In het voorbeeldverslag wordt een oordeelonthouding opgenomen.
Onder voorbeeld 2.5.5 staat vermeld dat overeenkomstig paragraaf A8 van ISA 510 de commissaris een gesplitst oordeel tot uitdrukking zou kunnen brengen en verwijst naar 2.5.4 voor een voorbeeld. In welke gevallen dient er bij een eerste controleopdracht een oordeelonthouding te worden gegeven wanneer de commissaris beoordeelt dat de balans aan het einde van het boekjaar een getrouwe weergave vormt?”
- Het ICCI is van mening dat het niet de bedoeling is om de punten 2.5.4 en 2.5.5 tegenover elkaar te stellen. De vraag die gesteld moet worden is of een gesplitst oordeel over de resultatenrekening en de balans zin heeft. De keuze hiervoor, rekening houdend met de enige beperking hieronder beschreven, komt toe aan de commissaris die gebruik zal maken van zijn professionele oordeelsvorming.
- Om een antwoord te bieden in verband met in welke gevallen het nodig zou zijn om bij een eerste controleopdracht een oordeelonthouding te geven wanneer een commissaris beoordeelt dat de balans aan het einde van het boekjaar een getrouwe weergave vormt, verwijst het ICCI naar punt 2.5.5 van het ICCI-boek over het Commissarisverslag. Dat stelt het volgende:
- “De jaarrekening van de vennootschap wordt voor het eerst gecontroleerd en de jaarrekening van het voorafgaande boekjaar werd niet gecontroleerd door een voorgaande commissaris;
- De commissaris heeft de opname van de fysieke voorraad aan het begin van het lopend boekjaar niet bijgewoond gezien het tijdstip van zijn benoeming en is niet in staat geweest om, middels de uitvoering van alternatieve controlewerkzaamheden, voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de beginsaldi van de voorraden (het gaat om een scope limitation die niet veroorzaakt wordt door het bestuursorgaan) die een belangrijk onderdeel van de jaarrekening vormen;
- De commissaris oordeelt dat de mogelijke effecten van het onvermogen om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de beginsaldi van de voorraden van materieel belang en van diepgaande invloed op de resultatenrekening zijn;
- De balans aan het einde van het boekjaar vormt een getrouwe weergave;
- De overeenkomstige cijfers vereist door het boekhoudkundig referentiestelsel zijn opgenomen en correct weergegeven.
Ter verduidelijking, volgens het KB van 29 april 2019 tot uitvoering van het WVV, bestaat de jaarrekening nog steeds uit zowel balans, resultatenrekening als toelichting. De getrouwe weergave/het getrouw beeld van een balans impliceert niet per se dat ook de resultatenrekening voor het voorbije boekjaar een getrouwe weergave/getrouw beeld geeft. Je moet m.a.w. de jaarrekening als een geheel beschouwen als het aankomt op potentiële afwijkingen van materieel belang.”
- Uit het bovenstaande volgt dat het nodig is om bij een eerste controleopdracht een oordeelonthouding te geven, terwijl de commissaris beoordeeld heeft dat de balans aan het einde van het boekjaar een getrouwe weergave vormt, wanneer, bijvoorbeeld, een commissaris de opname van de fysieke voorraad aan het begin van het lopend boekjaar niet heeft bijgewoond gezien het tijdstip van zijn benoeming. Hij was dan ook niet in staat om door middel van de uitvoering van alternatieve controlewerkzaamheden, voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de beginsaldi van de voorraden die een belangrijk onderdeel van de jaarrekening vormen.
- Uit punt 2.5.4 kan worden afgeleid dat er een andere oplossing bestaat om in bovenvermeld geval een gesplitst oordeel uit te brengen waarbij voor de resultatenrekening een oordeelonthouding, of een oordeel met voorbehoud, zou worden gegeven en een oordeel zonder voorbehoud voor de balans. Deze optie is voorzien in paragraaf A8 van de ISA 510 norm (zie ook voorbeelden 1 en 2 van de ISA 510 norm).
- De enige beperking hiervoor is wanneer de sociale balans deel uitmaakt van de jaarrekening. Het oordeel over de balans en de daarop betrekking hebbende toelichtingen dekt niet de sociale balans zodat een gesplitst oordeel dan niet gepast is ([1]).
- Tot slot wenst het ICCI toe te voegen dat bij de keuze tussen een gesplitst oordeel (een oordeel met voorbehoud of een oordeelonthouding voor de resultatenrekening en een oordeel zonder voorbehoud voor de balans) en een verslag met een oordeel met voorbehoud of een oordeelonthouding ook rekening dient te worden gehouden met de leesbaarheid en toegankelijkheid van het commissarisverslag voor derden. In de eerste optie begrijpen derden onmiddellijk dat de balans aan het einde van het boekjaar een getrouwe weergave vormt. De tweede optie is door de technische verwoording van de basis van het oordeel soms moeilijker voor derden te begrijpen.
Sleutelwoorden
Commissarisverslag - oordeelonthouding
Mots clés
rapport de commissaire - abstention d’opinion
([1]) F. Caluwaerts, V. Cordonnier, S. Delaunay, F. Fank, L. Laperal, D. Schockaert, I. Vanbeveren, J. Vandernoot en K. Van Linden, Het commissarisverslag, ICCI (ed.), 2023, p 183, voetnoot 118.