19 décembre 2024

Samenvatting

Er is geen unanimiteit m.b.t. de scope van de opdracht van de beroepsbeoefenaar m.b.t. de ontbinding en vereffening in één akte van een kleine (I)VZW. Een eerste strekking stelt dat de controle is beperkt tot het nazicht van de vermeldingen in de staat en van de effectieve betalingen. Een tweede strekking is van oordeel dat de beroepsbeoefenaar een uitspraak dient te doen over de volledigheid van de schulden. In ieder geval zijn er tal van risico’s verbonden aan dit soort opdrachten, zoals deze van de mogelijke strafrechtelijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar.

Résumé

Il n’y a pas d’unanimité en ce qui concerne l’étendue de la mission du professionnel concernant la dissolution et la liquidation en un acte d’une petite A(I)SBL. Une première tendance affirme que le contrôle se limite à la vérification des mentions dans l’état et des paiements effectifs. Une deuxième tendance considère que le professionnel doit donner une opinion sur l'exhaustivité des dettes. En tout état de cause, de nombreux risques sont associés à ce type de mission, comme celui d’une éventuelle responsabilité pénale du professionnel.

 

Tekst

  1. De volgende situatie wordt beschreven:

    Art. 2:135 WVV, eerste lid, 2° stelt dat “een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant, bevestigt deze betaling [ van de schulden ] of consignatie in de conclusies van zijn verslag; ...” Ook na lezing van de commentaar op het antwoord op de parlementaire vraag terzake blijft het onduidelijk of een kleine (I)VZW die in één akte ontbonden wordt en die geen enkele schuld heeft, ook een verslag van een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant moet toevoegen. (gezien een bevestiging van deze betaling [ van de schulden ] of consignatie in dat geval niet mogelijk is).

2. Twee strekkingen binnen het Review team van het ICCI

Binnen het Review team van het ICCI is er geen unanimiteit m.b.t. de scope van de opdracht van de bedrijfsrevisor / gecertificeerd accountant.

Daarom werd beslist om deze kwestie voor te leggen aan de Juridische Commissie van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.

De Juridische Commissie van 16 oktober 2024 heeft deze problematiek besproken en is tot de conclusie gekomen dat de kwestie juridisch niet is opgelost en wenst zo de aandacht te vestigen op de risico’s die aan dit soort opdrachten zijn verbonden.

Het ICCI wenst u een overzicht te geven van de door het ICCI gevolgde redenering en van de twee uiteenlopende strekkingen onder de leden van het Review team van het ICCI m.b.t. de scope van de opdracht die tevens werd bevestigd door de Juridische Commissie.

3. Relevante bepalingen

Alvorens hiernaar over te gaan, wenst het ICCI te verwijzen naar de artikelen 2:110, § 2 en 2:135, 2° van het WVV, die het volgende bepalen:

Art. 2:110. (…)  § 2. In de VZW's en de IVZW's die overeenkomstig artikel 3:47, § 6, één of meer commissarissen moeten aanstellen, wordt het voorstel tot ontbinding toegelicht in een door het bestuursorgaan opgesteld verslag dat wordt vermeld in de agenda van de vergadering die zich over de ontbinding moet uitspreken.

Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd, die niet meer dan drie maanden vóór de vergadering die over het voorstel tot ontbinding moet besluiten is afgesloten. Voor de gevallen waarin de vereniging besluit haar activiteiten te beëindigen of indien er niet langer van kan worden uitgegaan dat de vereniging haar bedrijf zal voortzetten, wordt voornoemde staat, behoudens gemotiveerde afwijking, opgesteld overeenkomstig de waarderingsregels vastgesteld ter uitvoering van artikel 3:1.

De commissaris controleert deze staat, brengt daarover verslag uit en vermeldt inzonderheid of daarin een getrouw beeld wordt gegeven van de toestand van de vereniging”.

Art. 2:135. Onverminderd artikel 2:110, zijn een ontbinding en vereffening in één akte slechts mogelijk mits naleving van de volgende voorwaarden:

(…)

 2° alle schulden ten aanzien van leden of derden zoals vermeld in de staat van activa en passiva bedoeld in artikel 2:110, § 2, tweede lid, zijn terugbetaald of de nodige gelden om die te voldoen werden geconsigneerd; de commissaris die overeenkomstig artikel 2:110, § 2, derde lid, een verslag opmaakt, of, als er geen commissaris is, een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant, bevestigt deze betaling of consignatie in de conclusies van zijn verslag; de terugbetaling of consignatie is evenwel niet vereist voor wat betreft de schulden aan leden of derden wiens schuldvordering is opgenomen in de staat van activa en passiva bedoeld in artikel 2:110, § 2, tweede lid, en die schriftelijk hebben bevestigd in te stemmen met de toepassing van artikel 2:135; de commissaris die overeenkomstig artikel 2:110, § 2, derde lid, een verslag opmaakt, of, als er geen commissaris is, een bedrijfsrevisor of gecertificeerd accountant, bevestigt dit schriftelijk akkoord in de conclusies van zijn verslag; (…)”

Op basis van de gecombineerde lezing van deze bepalingen, lijkt volgens het ICCI de correcte interpretatie bij een ontbinding en vereffening in één akte van een (I)VZW de volgende te zijn ([1]):

-          indien verplicht een commissaris is aangesteld of diende te worden aangesteld, de volgende documenten moeten worden opgesteld: (1) verslag van het bestuursorgaan, (2) staat van activa en passiva, (3a) verslag van commissaris waarin hij verslag uitbrengt over de staat én (3b) “supplementair” in dit verslag nagaat of de schulden aan leden of derden zijn betaald, geconsigneerd, dan wel er instemming is van de leden/derden dat deze niet terugbetaald dienen te worden;

-          indien geen commissaris is aangesteld of er is vrijwillig een commissaris aangesteld (hierna: “kleine (I)VZW”), er nog steeds de verplichting is tot het opstellen van (1) een staat van activa en passiva en er (2) een bedrijfsrevisor/gecertificeerd accountant dient te worden aangesteld die de “supplementaire” (beperktere) opdracht uitvoert waarbij deze nagaat of de schulden aan leden of derden zijn betaald, geconsigneerd, dan wel er instemming is van de leden/derden dat deze niet dienen te worden terugbetaald. In dit laatste geval dient de beroepsbeoefenaar immers de consignatie of de terugbetaling van de schulden “zoals vermeld in de staat van activa en passiva bedoeld in artikel 2:110, § 2, tweede lid” of het akkoord van de leden of derden “wiens schuldvordering is opgenomen in de staat van activa en passiva bedoeld in artikel 2:110, § 2, tweede lid” te bevestigen. De beroepsbeoefenaar moet zich dus baseren op de staat van activa en passiva om de bovengenoemde bevestiging te kunnen geven, anders zou hij zijn opdracht niet kunnen uitvoeren.

Wat betreft de parlementaire vraag en antwoord over de ontbinding en vereffening van de (I)VZW in één akte (Vr. En Antw. Kamer 2020-21, 3 mei 2021 (Vr. Nr. 474 S. Matheï) ([2])), kan het ICCI het volgende stellen ([3]).

De minister bevestigt onder meer dat bij de ééndagsprocedure van een (I)VZW die geen commissaris moet aanstellen, er steeds een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant de terugbetaling van eventuele schulden of de consignatie van de nodige gelden om eventuele schulden te voldoen moet bevestigen.

Met andere woorden dient bij de ontbinding en vereffening in één akte van een kleine (I)VZW steeds een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant te worden aangesteld om de opdracht voorzien in artikel 2:135 WVV te kunnen uitvoeren, hetgeen toch ingrijpend kan zijn voor de rechten van derden, schuldeisers.

Uit het voorgaande volgt dat een kleine (I)VZW die geen enkele schuld heeft, ook een verslag van een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant moet toevoegen waarin de beroepsbeoefenaar nagaat of de schulden aan leden of derden zijn betaald, geconsigneerd, dan wel er instemming is van de leden/derden dat deze niet dienen te worden terugbetaald.

De tussenkomst van de beroepsbeoefenaar (bedrijfsrevisor of gecertificeerd accountant) is dus vereist, ook al zijn er geen schulden uitgedrukt in de staat van actief en passief. In dit geval zal de beroepsbeoefenaar in zijn verslag dan ook bevestigen dat de schulden aan leden of derden zijn betaald.

4. Discussie m.b.t. de scope van de opdracht uitgevoerd door de bedrijfsrevisor / gecertificeerd accountant

Zoals hierboven vermeld, was er binnen het Review team van het ICCI geen unanimiteit over deze kwestie. Daarom werd de vraag voorgelegd aan de Juridische Commissie van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.

Voorafgaandelijk is het belangrijk erop te wijzen dat er binnen de groep van kleine (I)VZW’s een groot deel is dat enkel een vereenvoudigde boekhouding (dus geen dubbele boekhouding met een balans en een resultatenrekening, louter een kasboekhouding) dient te voeren (cf. art. 3:47,  § 2 WVV). Voor deze kleine (I)VZW’s is het opmaken van een staat van activa en passiva met het oog op de ontbinding een uitzonderlijke/bijkomende opdracht.

 

Eerste strekking – beperkte scope

 

De controle uitgeoefend door de bedrijfsrevisor of gecertificeerd accountant is beperkt tot het nazicht van de vermeldingen in de staat en van de effectieve betalingen.

Er mag van de beroepsbeoefenaar niet worden verwacht dat hij een onderzoek voert over de voorbije jaren om te zien wat er potentieel aan schulden allemaal zouden kunnen zijn.

Volgens een advies van het ICCI van 19 januari 2024 dient er geen controle van de staat van activa en passiva te worden uitgevoerd:

Het nagaan van de terugbetaling van de schulden ten aanzien van leden of derden of de consignatie van de nodige gelden voor deze terugbetaling, dan wel van de schriftelijke instemming met de toepassing van artikel 2:135 WVV betreft enkel de schulden of schuldvorderingen die vermeld zijn in de staat van activa en passiva.

Wel dient de bedrijfsrevisor in zijn verslag van feitelijke bevindingen – waar de International Standard on Related Services (ISRS) 4400 als inspiratiebron voor de opstelling ervan kan worden gehanteerd – duidelijk te vermelden dat de uitgevoerde werkzaamheden enkel de schulden of schuldvorderingen betreft zoals vermeld in de staat van activa en passiva maar dat de volledigheid van de schulden niet werd nagekeken en dat hierover dus geen enkele garantie wordt verstrekt. Het staat de bedrijfsrevisor echter vrij om de bevestiging van de directie te vragen dat de volledigheid van de schulden werd voldaan en welke methodologie zij hiervoor heeft gehanteerd.”

Volgens deze strekking wordt het bestuursorgaan gedwongen om met kennis van zaken een staat van activa en passiva op te stellen.

Met de ééndagsprocedure kan het bestuursorgaan uiteraard niet ontsnappen aan haar verantwoordelijkheden. Het alternatief aan de ééndagsprocedure is de procedure in twee stappen. In deze procedure moet er een vereffenaar worden aangesteld die hiervoor dan ook verantwoordelijk wordt.

 

Tweede strekking – uitspraak over de volledigheid van de schulden

 

De leden van het Review team die bij deze strekking aansluiten zijn sceptisch over de bedoeling van de wetgever om een inhoudelijke zeer beperkte opdracht aan een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant toe te vertrouwen.

Het lijkt niet coherent enerzijds te stellen dat de opdracht van de beroepsbeoefenaar er louter in bestaat te waarmerken dat een in de staat uitgedrukte schuld effectief is betaald en anderzijds de tussenkomst van diezelfde beroepsbeoefenaar te vereisen ook al zijn er geen schulden uitgedrukt.

Beperkt de bedrijfsrevisor of de gecertificeerd accountant zich tot een bevestiging dat alle schulden zijn betaald of houdt deze bevestiging ook impliciet in dat de bedrijfsrevisor een uitspraak doet over de volledigheid van de schulden? 

Of, anders gesteld, in het geval er volgens de staat van activa en passiva geen schulden zijn, houdt de tussenkomst van de bedrijfsrevisor in dat hij nagaat of er terecht geen schulden worden gemeld?

In dit verband verwijst het ICCI naar het gemeenschappelijk bericht IBR-IAB-KFBN ([4]) van 25 juli 2014 over ontbinding en vereffening in één akte, en in het bijzonder naar de bijlage.

Hierin worden inderdaad de verschillende werkzaamheden opgesomd die door de commissaris/bedrijfsrevisor/extern accountant en notaris uitgeoefend moeten worden in toepassing van voormalig artikel 184, § 5 van het W. Venn. ([5]).

Overeenkomstig dit document diende de beroepsbeoefenaar zich in de eerste plaats te baseren op de staat van activa en passiva maar moet ook rekening houden met de toestand van de schulden tot het moment van de ondertekening van zijn controleverslag. Bovendien werd voorzien dat hij gebruik maakt van “zijn professionele oordeelsvorming op grond van zijn kennis van de vennootschap en van een risicoanalyse teneinde de nodige controlewerkzaamheden op te zetten om een redelijke zekerheid te verkrijgen dat de ontvangen lijst volledig en correct is”.

Een stappenplan met de verschillende op te stellen documenten en verslagen wordt dienvolgens gedetailleerd ([6]).

Het lijkt het ICCI bijgevolg voorzichtig om dezelfde redenering te volgen als voor de ééndagsprocedure die destijds voorzien was door IBR-IAB en KFBN, hoewel deze niet van toepassing was voor (I)VZW’s.

Het feit dat er een vereffenaar is aangesteld in de procedure in twee stappen heeft inderdaad geen invloed op de verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor/gecertificeerd accountant. In de ééndagsprocedure is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor de staat van activa en passiva. Dit neemt echter niet weg dat de bedrijfsrevisor/gecertificeerd accountant deze staat nakijkt.

 

5. Juridische Commissie van het IBR van 16 oktober 2024 en de risico’s verbonden aan dit soort opdrachten

 

Zoals eerder vermeld heeft de Juridische Commissie van 16 oktober 2024 deze problematiek besproken en is zij tot de conclusie gekomen dat de kwestie juridisch niet is opgelost. Zo wenst de Juridische Commissie de aandacht te vestigen op de risico’s die aan dit soort opdrachten zijn verbonden.

De Juridische Commissie wenst te wijzen op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar die rekeningen (i.e. dus ook staten van activa en passiva), jaarrekeningen, balansen en resultatenrekeningen attesteren of goedkeuren, terwijl deze niet voldoen aan de verplichtingen inzake de jaarrekening zoals voorzien in het WVV (cf. art. 3:97, § 2 WVV), respectievelijk bepaalde boekhoudrechtelijke verplichtingen (cf. art. XV.75, 2° WER). De beroepsbeoefenaar bevestigt met andere woorden dat een niet-wetsconforme jaarrekening toch wetsconform is.

Volgens de meerderheid van de leden van de Juridische Commissie dient de opdracht van de beroepsbeoefenaar een toegevoegde waarde te hebben, anders is het passend om de opdracht te weigeren en de kleine (I)VZW te adviseren om een gewone vrijwillige ontbinding en vereffening met aanstelling van een vereffenaar (dus geen ontbinding en vereffening in één akte) te doen (tenzij de beroepsbeoefenaar in casu de (I)VZW en de achtergrond goed kent). 

De Juridische Commissie benadrukt dat sommige vrijwillige ontbindingen en vereffeningen niet geschikt zijn om in één akte te kunnen doen. Er kunnen zich immers schulden voordoen die niet in de staat van activa en passiva zijn uitgedrukt en in het algemeen stelt zich de vraag hoeveel jaren een beroepsbeoefenaar dient terug te gaan om latente schulden die niet gekend/bekend zijn op te kunnen sporen. Een ontbinding en vereffening in één akte is de uitzondering; de vrijwillige ontbinding en vereffening met aanstelling van een vereffenaar is en blijft de algemene regel. 

De Juridische Commissie merkt op dat bij een ontbinding en vereffening in één akte van een kleine (I)VZW de notaris niet dient tussen te komen, zodat de opdracht die erin zou bestaan om te verifiëren of de effectieve betalingen zijn gebeurd (eerste strekking) niet kan worden toegekend aan de notaris. Daarnaast is het belangrijk te weten dat bij een normale vrijwillige ontbinding en vereffening van een kleine (I)VZW, die dus niet in één akte is, er geen tussenkomst van de beroepsbeoefenaar is vereist. 

 

 

Sleutelwoorden

kleine (I)VZW - ontbinding en vereffening in één akte

Mots clés

petite A(I)SBL - dissolution et liquidation en un seul acte


([2]) 55K0050.pdf (lachambre.be), p. 238-242.

([3]) Voor een analoog standpunt dienaangaande, cf. gepubliceerd ICCI-advies: Artikel 2:110, § 2 WVV en vrijwillige ontbinding en vereffening in één akte van een kleine VZW (icci.be).

([4]) Instituut van de Bedrijfsrevisoren, Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat.

([5]) Dit artikel m.b.t. de ontbinding en vereffening in één akte was toen van toepassing voor een aantal vennootschappen (niet voor de (I)VZW’s).

([6]) Ibidem, p. 7. Voor de commissaris/bedrijfsrevisor/extern accountant worden o.a. volgende documenten/controlewerkzaamheden vermeld: opdrachtbrief, verslag over de staat van activa en passiva, eventuele bijkomende werkzaamheden op basis van professionele oordeelsvorming, nagaan  of de staat van activa en passiva getrouw is.