9 juin 2023

Een commissaris kan een attest doorsturen zonder het beroepsgeheim te schenden, voor zover de cliënt daarvoor toestemming geeft en dat de informatie reeds in het bezit was van de bestemmeling. Het is dus aan het bestuursorgaan van de entiteit om de documenten waarop de commissaris zich heeft gebaseerd, zoals een letter of comfort, door te sturen.

  1. De volgende situatie wordt beschreven:

De Belgische voetbalbond (RBFA) heeft in haar “Artikel P7.12 - Richtlijnen van het  auditoraat voor de licenties bij het opstellen van haar verslag[1]” de volgende bepaling opgenomen onder punt D Elementen die clubs bijkomend kunnen gebruiken om de continuïteit te waarborgen tot het einde van het seizoen 2023-2024” paragraaf 4:

“een ‘letter of comfort’ van een ‘derde rechtspersoon’:

 a. waarin deze ‘derde rechtspersoon’ zich garant stelt voor de continuïteit van de club (met inbegrip van alle licentieschulden tegen de wettelijke vervaldatum);

b. waarvan het bevoegde bestuursorgaan van de club akte heeft genomen. Bovendien engageert het bevoegde bestuursorgaan zich om deze waarborg effectief en zonder uitstel aan te spreken ingeval van liquiditeitstekorten tot en met 30 juni 2024;

c. die een bindend en uitvoerbaar karakter vormt in hoofde van diegene of diegenen die deze comfort letter heeft of hebben uitgegeven. De commissaris van de club onderzoekt de geldigheid en de uitvoerbaarheid van de comfort letter in overeenstemming met omzendbrief 2012/01 van het IBR, alsook alle documenten waarop hij zich heeft gebaseerd bij te voegen bij zijn verslag;

(…)”

Kan de commissaris voldoen aan deze vraag zonder het beroepsgeheim te schenden ? O.i. niet wanneer de commissaris steunt op documenten die niet publiekelijk toegankelijk zijn. Zou de raad van bestuur deze documenten rechtsreeks aan de Voetbalbond kunnen meedelen, samen met een verklaring van de commissaris dat de comfort letter is nagekeken overeenkomstig de omzendbrief 2012/01 van het IBR zonder dat het beroepsgeheim wordt geschonden ?

 

  1. Om de vraag te beantwoorden, wil het ICCI er eerst op wijzen dat, zoals het in de vraag wordt aangegeven, de comfort letters documenten zijn die onder het beroepsgeheim van de bedrijfsrevisoren vallen, overeenkomstig artikel 86 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren (hierna “wet van 7 december 2016”). Dit wordt verder bevestigd door de Omzendbrief  2012/01 - Waarde van een comfort letter/patronaatsverkIaring ([2]), waarin het volgende staat: “Indien het een comfort letter betreft waarvan het bestaan door het bestuursorgaan niet in zijn jaarverslag of in de toelichting bij de jaarrekening werd vermeld, kan de commissaris er op geen enkele wijze naar verwijzen in een toelichtende paragraaf. (…)”.

     

    Niettemin wil het ICCI in dit verband verwijzen naar artikel 86, 1° van de wet van 2016, dat voorziet in een uitzondering op het beroepsgeheim in het volgende geval: “de mededeling van een attest of van een bevestiging verricht met de schriftelijke toestemming van de onderneming waar zij hun taak uitoefenen”.

    Het Vademecum van het Instituut ([3]) preciseert nog het volgende met betrekking tot deze uitzondering: “In dit verband dient gewezen op de restrictieve interpretatie van de begrippen “attest” en “bevestiging”. Het gaat hier noodzakelijkerwijze om informatie die reeds in het bezit is van de bestemmeling die een bijkomende garantie vraagt over de juistheid ervan. Het gaat niet om het louter doorgeven van informatie”.

     

  2. Op basis van het voorgaande is het ICCI van mening dat het aan het bestuursorgaan van de entiteit is om de documenten waarop de commissaris zich heeft gebaseerd door te sturen. U kunt dan uw overeenkomstig Omzendbrief 2012/01 opgestelde attest rechtstreeks toezenden, mits de cliënt daarvoor toestemming geeft. Indien deze toestemming niet kan worden verkregen, is het opnieuw aan het bestuursorgaan om uw attest  door te sturen. Het is natuurlijk ook mogelijk dat het bestuursorgaan alle documenten, inclusief het attest, rechtstreeks toezendt.

     

    ***

     

    Sleutelwoorden: beroepsgeheim, toestemming van de cliënt

    Mots clés: secret professionnel, autorisation du client


    ([1]) Richtlijn Auditoraat 21-12-2022 (belgianfootball.s3.eu-central-1.amazonaws.com)

    ([2]) Cf. omzendbrief-2012-01 (ibr-ire.be); Zie ook de IBR-Brochure, “De omvang van het beroepsgeheim van de bedrijfsrevisor, meer bepaald in het kader van een huiszoeking”, 2015, p. 6, cf. Nederlands-versie-definitief-web.pdf (ibr-ire.be); alsook IBR, Jaarverslag, 2005, p. 72, cf. IBR-JV 2005-00 (ibr-ire.be).

    ([3]) IBR, Vademecum, I, 2009, p. 414, cf. Vademecum (ibr-ire.be).

______________________________

Disclaimer : Bien que le Centre d’Information du Révisorat d’Entreprises (ICCI) s’entoure des compétences voulues et traite les questions reçues avec toute la rigueur possible, il ne donne aucune garantie quant aux réponses qu’il formule et n’assume aucune responsabilité, ni contractuelle, ni extra-contractuelle, pour l’éventuel dommage qui pourrait résulter d’erreurs de fait ou de droit commises dans le cadre des réponses et informations données. La réponse est uniquement reprise dans la langue de l’auteur de la question. Le lecteur, et en général l’utilisateur d’une réponse, reste seul responsable de l’usage qu’il en fait.