16 décembre 2024
Samenvatting
Het uitoefenen van het mandaat van vereffenaar is niet onverenigbaar met het beroep van bedrijfsrevisor. Wel is het een bedrijfsrevisor niet toegelaten achtereenvolgens het mandaat van commissaris en vereffenaar in dezelfde vennootschap uit te oefenen.
Résumé
L’exercice des fonctions de liquidateur n’est pas incompatible avec la profession de réviseur d'entreprises. Toutefois, un réviseur d’entreprises n'est pas autorisé à exercer successivement le mandat de commissaire et de liquidateur dans la même société.
Tekst
“Een Organisme zal worden ontbonden en vereffend in 2025. Er dient een vereffenaar te worden aangesteld, en de raad van bestuur zou de voorzitter willen voordragen als vereffenaar van dit Organisme. Kan een bedrijfsrevisor, die momenteel bestuurder is bij dit Organisme, optreden als vereffenaar van datzelfde Organisme?”
“1.5 Verenigbaarheid van het beroep van bedrijfsrevisor met het mandaat van vereffenaar bij vrijwillige of gerechtelijke ontbinding
1.5.1 Mandaat van vereffenaar
“Het uitoefenen van het mandaat van vereffenaar is niet onverenigbaar met het beroep van bedrijfsrevisor. Artikel 7bis, 2º van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut der Bedrijfsrevisoren houdt voor de bedrijfsrevisor het verbod in om de taak van bestuurder of zaakvoerder uit te oefenen in een handelsvennootschap, maar vergeet – met opzet – de taak van vereffenaar te vermelden. Het artikel 5 van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 betreffende de plichten van de bedrijfsrevisoren bevestigt deze zienswijze.” (Vr. en Antw. Senaat 1993-94, 15 februari 1994, p. 4917 (Vr. Valkeniers)).
Artikel 5, c) van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 luidt als volgt: “Artikel 4 [betreffende de verbodsbepalingen] verhindert niet dat de bedrijfsrevisor functies, mandaten of opdrachten vervult die hem toevertrouwd worden in het kader van de vereffening van een handelsvennootschap.”.
Van bij de oprichting van het Instituut was de vraag aan de orde naar de verenigbaarheid van een mandaat als vereffenaar met het beroep van bedrijfsrevisor. In een Nota van Plichtenleer nr. 3 van 23 februari 1956 schreef de voorlopige Raad:
“Overwegende dat deze functie uit de aard der zaak behoort tot de categorie van de opdrachten van vertrouwen en controle, waarmee de bedrijfsrevisor moet kunnen gelast worden, heeft de Raad zich uitgesproken ten gunste van haar verenigbaarheid, onder dit voorbehoud dat het gaat om een ware vereffening en niet om een voortzetting van bedrijvigheid onder de dekmantel van vereffening.”.
Deze beslissing blijft onverminderd van toepassing in het geval van een vrijwillige vereffening. Het mag niet tot de bevoegdheid van de vereffenaar behoren om het bedrijf van de vennootschap voort te zetten.”.
Als uitzondering op het voorgaande, wenst het ICCI hierbij echter nog te verduidelijken dat het een bedrijfsrevisor niet is toegelaten achtereenvolgens het mandaat van commissaris en vereffenaar in dezelfde vennootschap uit te oefenen ([2]), aangezien dit strijdig is met de bepalingen van het artikel 3:62, § 3 (cooling-off period) van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna: “WVV”).
“Eén of meer vereffenaars worden aangewezen overeenkomstig de statuten en mits goedkeuring van de CBFA of, in geval van een gerechtelijke ontbinding, door de rechtbank van eerste aanleg.
Onverminderd andere wettelijke bepalingen, kan de Koning de bevoegdheden en verplichtingen van de vereffenaar bepalen, in het bijzonder voor wat de vereffening betreft van de verbintenissen die voortvloeien uit de pensioenregelingen die door het organisme voor de financiering van pensioenen worden beheerd”.
Na raadpleging van de statuten van het Organisme, lijkt het het ICCI niet verboden dat de voorzitter van de raad van bestuur die eveneens bestuurder is van het Organisme, zou worden voorgedragen als vereffenaar van datzelfde Organisme.
Sleutelwoorden
Bedrijfsrevisor als vereffenaar - Organisme voor de Financiering van Pensioenen (OFP)
Mots clés
Réviseur d’entreprises en tant que liquidateur - Organisme de financement de pensions (OFP)
([2]) Cf. IBR, Vademecum Deel I: Rechtsleer, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2009, p. 367-368; IBR, Jaarverslag, 2003, p. 69-70.
______________________________
Disclaimer : Bien que le Centre d’Information du Révisorat d’Entreprises (ICCI) s’entoure des compétences voulues et traite les questions reçues avec toute la rigueur possible, il ne donne aucune garantie quant aux réponses qu’il formule et n’assume aucune responsabilité, ni contractuelle, ni extra-contractuelle, pour l’éventuel dommage qui pourrait résulter d’erreurs de fait ou de droit commises dans le cadre des réponses et informations données. La réponse est uniquement reprise dans la langue de l’auteur de la question. Le lecteur, et en général l’utilisateur d’une réponse, reste seul responsable de l’usage qu’il en fait.