15 avril 2021

 Dient een Belgische BV, die een 100% dochtervennootschap is van een Nederlandse BV die vrijgesteld is van consoldatie omdat zij op haar beurt een 100% dochtervennootschap is van een genoteerde Amerikaanse vennootschap die een geconsolideerde jaarrekening dient op te stellen en te publiceren, een commissaris in toepassing van artikel 3:72, 2° in fine  WVV te benoemen?

 

  1. De volgende situatie wordt beschreven:

     

    Vennootschap A is een Belgische onderneming (BV) opgericht in februari 2021. De Belgische vennootschap A is 100% dochter van een Nederlandse BV (vennootschap B).

    Vennootschap B maakt geen consolidatie op en maakt deze bijgevolg ook niet publiekelijk daar zij vrijgesteld is van consolidatie. Vennootschap B is immers 100% dochter van een US vennootschap (North America Inc) (vennootschap C) dewelke beursgenoteerd is op de NewYork stock exchange. Vennootschap C maakt wel een consolidatie op dewelke publiek toegankelijk is.

     

    Vennootschap A voldoet niet aan de criteria op enkelvoudige basis om een commissaris aan te stellen.

     

    Dient vennootschap A toch een commissaris aan te stellen?

     

    We verwijzen naar o.a. volgend advies van het ICCI , alsook het ICCI-advies in bijlage 

     

    We verwijzen naar arikel 3:72 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen.

     

    Vraag:

    Dient de Belgische Vennootschap een commissaris aan te stellen?

    -     Omdat de US onderneming een geconsolideerde jaarrekening opstelt en publiek maakt

     

    Dient de Belgische Vennootschap geen commissaris aan te stellen?

    -     Omdat de moedervennootschap (vennootschap B) gevestigd is in de Europese Economische Ruimte en geen geconsolideerde cijfers opmaakt en publiek maakt”

     

  2. Het ICCI verwijst naar artikel 3:72, 2° WVV dat het volgende stelt:

    “[Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° of 4°, bedoelde vennootschappen of om een beleggingsonderneming met het statuut van beursvennootschap krachtens artikel 6, § 1, 1°, van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, is dit hoofdstuk [Wettelijke controle van de jaarrekening] niet van toepassing op:]

      (...)

      2° de niet-genoteerde kleine vennootschappen als bedoeld in artikel 1:24 of de kleine vennootschappen die geen organisaties van openbaar belang als bedoeld in artikel 1:12, 2°, zijn, met dien verstande dat voor de toepassing van dit hoofdstuk iedere vennootschap afzonderlijk wordt beschouwd, behoudens de vennootschappen die deel uitmaken van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren;

      (...)”.

     

  3. Aangezien in de situatieschets aangegeven wordt dat de niet-genoteerde Belgische vennootschap in kwestie een 100 % dochter is van een Nederlandse vennootschap, die op haar beurt een 100 % dochter is van een genoteerde VS-vennootschap die wel een geconsolideerde jaarrekening dient op te stellen en te publiceren, wat met zich meebrengt dat de Belgische vennootschap effectief deel uitmaakt van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren en dus valt onder het toepassingsgebied van artikel 3:72, 2° in fine WVV, is het ICCI van oordeel dat de Belgische vennootschap wel een commissaris dient aan te stellen.

______________________________

Disclaimer : Bien que le Centre d’Information du Révisorat d’Entreprises (ICCI) s’entoure des compétences voulues et traite les questions reçues avec toute la rigueur possible, il ne donne aucune garantie quant aux réponses qu’il formule et n’assume aucune responsabilité, ni contractuelle, ni extra-contractuelle, pour l’éventuel dommage qui pourrait résulter d’erreurs de fait ou de droit commises dans le cadre des réponses et informations données. La réponse est uniquement reprise dans la langue de l’auteur de la question. Le lecteur, et en général l’utilisateur d’une réponse, reste seul responsable de l’usage qu’il en fait.