Auteur(s)

Sofian Milad

Partner Deloitte

Jeremy Chenoy

Director Deloitte

Jef Witters

Manager Deloitte

08-10-2024
15 min.

Samenvatting

This article has explored the development and implementation of the European Sustainability Reporting Standards (ESRS) with a particular focus on the progress of standards for SMEs listed on regulated markets in the EU, and ongoing efforts to develop sector-specific standards. We briefly delved into the cross-cutting standards ESRS 1 and 2, which capture the sustainability disclosures applicable to all companies, regardless of the sector in which they operate. Standard ESRS 1 describes the concepts companies should apply when preparing a report in line with ESRS. Specifically, this chronicle has focused on the double materiality principle, definition of stakeholders, structure of the sustainability statement and time horizons. The second cross-cutting standard, ESRS 2, defines the general information that companies should include in their sustainability reporting. ESRS 2 is structured around four reporting areas, namely governance, strategy, impacts, risks and opportunities management, and metrics and targets. In a subsequent chronicle, the thematic standards, which are subject to materiality assessment, will be discussed in more detail.

Inleiding

In dit deel van de kroniek zullen we de belangrijkste ontwikkelingen in de duurzaamheidsrapportering voorstellen. Na onze eerdere verslaglegging van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)1 zal dit artikel focussen op de ontwikkeling en implementatie van de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) in het bijzonder met specifieke focus op de dwarsdoorsnijdende standaarden ESRS 1 en 2. In een volgende kroniek zal er gefocust worden op de thematische ESRS standaarden.

 

Implementatie van de ESRS

De Europese Commissie (EC) heeft de EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) de opdracht gegeven om standaarden voor duurzaamheidsrapportering (ESRS) te ontwikkelen. Alle ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de CSRD vallen, zullen deze standaarden moeten gebruiken voor hun duurzaamheidsrapportering. Op 31 juli 2023 heeft de EC de ESRS goedgekeurd door middel van een gedelegeerde verordening, die zij formeel ter overweging aan het Europees Parlement en de Raad heeft voorgelegd. Na goedkeuring door het Europees Parlement en de Raad trad de gedelegeerde verordening in werking toen deze op 22 december 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie (EU) werd gepubliceerd. Op dit moment is de gedelegeerde verordening bindend in zijn geheel en rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten van de EU. De rapportage-eisen zullen gefaseerd ingevoerd worden afhankelijk van het type onderneming voor boekjaren die aanvangen op of na: 

  • 1 januari 2024: grote ondernemingen/groepen die EU-organisaties van openbaar belang (OOB’s) zijn met meer dan 500 werknemers (d.w.z. ondernemingen die reeds onder de NFRD vallen); 
  • 1 januari 2025: alle andere grote ondernemingen (al dan niet beursgenoteerd) in de EU of moederondernemingen van grote EU-groepen (d.w.z. ondernemingen die momenteel niet aan de NFRD onderworpen zijn, maar wel onder het uitgebreide toepassingsgebied van de CSRD vallen);
  • 1 januari 2026: genoteerde kmo’s op een gereglementeerde markt in de EU;
  • 1 januari 2028: bepaalde niet EU-ondernemingen die niet op een gereglementeerde EU-markt zijn genoteerd.

Naast de sector-agnostische ESRS werkt de EFRAG ook aan ontwerpen voor de volgende standaarden:

  • standaarden voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) die op een gereglementeerde markt van de EU zijn genoteerd;
  • standaarden die sectorspecifieke rapportering vereisen;
  • standaarden voor onderneming buiten de EU (niet genoteerd op een gereglementeerde markt van de EU).

A. Ontwerprapporteringsstandaarden voor beursgenoteerde kmo's

De accounting richtlijn, zoals gewijzigd door de CSRD, legt geen nieuwe rapportageverplichtingen op aan kmo's, met uitzondering van beursgenoteerde kmo's. Voor beursgenoteerde kmo's voorziet de accounting richtlijn echter in een evenredige openbaarmakingsvereiste. 

EFRAG heeft een publieke consultatie geïnitieerd over een ontwerp-ESRS op maat voor beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen. Deze normen zijn van toepassing op kleine en middelgrote ondernemingen waarvan de effecten worden verhandeld op de gereglementeerde markten van de EU, samen met specifieke instellingen. Het ontwerp van ESRS voor de kmo’s weerspiegelt de ESRS-structuur, die zes secties omvat die diverse rapportage-eisen behandelen, zoals beleid, acties en milieu- en sociale aspecten. Het doel is het beschrijven van duurzaamheidsrapportage-eisen die proportioneel en relevant zijn voor de capaciteiten en activiteiten van kmo’s.

B. Sectorspecifieke standaarden

CSRD bevat ook bepalingen voor de invoering van sectorspecifieke ESRS. Maar een overeenkomst afgesloten op 7 februari 2024 tussen het Europees Parlement en de Raad, stelt dat de deadline voor de ontwikkeling van deze sectorspecifieke standaarden wordt verzet van midden 2024 naar midden 2026. Er wordt betoogd dat dit uitstel ondernemingen meer tijd zal geven om te voldoen aan de sector-agnostische standaarden (ESRS) die in juli 2023 zijn aangenomen en die voor alle ondernemingen gelden, ongeacht hun economische sector. 

Het volgende gedeelte biedt een overzicht van de sector-agnostische ESRS, met inzichten in zowel de dwarsdoorsnijdende als de thematische ESRS.

 

De ESRS

De CSRD verplicht ondernemingen om duurzaamheidsinformatie op te nemen in hun bestuursverslagen, die kwalitatieve, kwantitatieve, toekomstgerichte en retrospectieve aspecten omvatten, inclusief in hun waardeketen, en daarbij korte-, middellange- en lange termijn tijdhorizonten dekt. De European Sustainability Reporting Standards (ESRS) van hun kant verplichten deze organisaties om informatie openbaar te maken over wat zij beschouwen als de risico's en kansen die voortvloeien uit sociale en milieukwesties, evenals over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. 

Er zijn 12 sector-agnostische standaarden, die een volledig scala aan duurzaamheidsinformatie bestrijken. ESRS maakt gebruik van drie invalshoeken van standaarden die bedoeld zijn om elkaar aan te vullen: 

1. Dwarsdoorsnijdende-standaarden, die de bepalingen omvatten die van toepassing zijn op:

  • algemene eisen waaraan ondernemingen moeten voldoen bij het voorbereiden en presenteren van duurzaamheidsgerelateerde informatie (ESRS 1);
  • algemene rapportage-eisen die van toepassing zijn op alle ondernemingen, ongeacht hun activiteitensector, en van toepassing zijn op alle duurzaamheidsthema’s (ESRS 2);

2. Tien thematische standaarden, die een specifiek duurzaamheidsonderwerp vanuit een sectoragnostisch perspectief behandelen;

3. Sectorspecifieke standaarden (in ontwikkeling).

De definitieve standaarden die in juli 2023 zijn aangenomen omvatten het volgende:

Dwarsdoorsnijdende standaardenESRS 1
Algemene vereisten
ESRS 2
Algemene toelichtingen
   

Thematische standaarden

Milieu

ESRS E1
Klimaatverandering
ESRS E2
Verontreiniging
ESRS E3
Water en
mariene hulpbronnen
ESRS E4
Biodiversiteit en ecosystemen
ESRS E5
Materiaal-
gebruik en
circulaire economie

Thematische standaarden

Sociaal

ESRS S1
Eigen personeel
ESRS S2
Werknemers
in de 
waardeketen
ESRS S3
Getroffen
gemeenschappen
ESRS S4
Consumenten
en
eindgebruikers
 

Thematische standaarden

Governance

ESRS G1
Zakelijk gedrag
    
De dwarsdoorsnijdende standaarden (ESRS 1 en ESRS 2) zijn verplicht voor alle ondernemingen, terwijl de thematische standaarden onderworpen zijn aan een materialiteitsbeoordeling, ook wel dubbele materialiteitsanalyse genoemd. De onderneming kan alle rapportage-eisen in een thematische standaard weglaten indien zij het betrokken thema als niet materieel heeft beoordeeld. Echter, in het geval van ESRS E1 Klimaatverandering moet de onderneming nader toelichten waarom klimaatverandering geen materieel thema is.

Het volgende gedeelte van het artikel geeft een overzicht van het overkoepelende ESRS-kader en verdiept zich in de structuur van de rapportage-eisen van een specifieke thematische standaard.

 

ESRS 1 - Algemene vereisten

Deze sectie begint met een overzicht, dat de basis legt voor het begrijpen van ESRS en de verplichte concepten voor duurzaamheidsverklaringen in het kader van de CSRD.

A. Doelstelling

Doelstelling van deze standaard (ESRS 1) is inzicht te geven in de opbouw van ESRS, de redactionele normen en gebruikte basisconcepten, en de algemene vereisten voor het opstellen en presenteren van duurzaamheidsinformatie. Een aantal van de belangrijkste concepten die in ESRS 1 worden geïntroduceerd zijn impact, risico's en kansen, stakeholders en materialiteit. Deze worden hieronder kort beschreven, gevolgd door een overzicht van de structuur van de rapportage-eisen en de door de ESRS redactionele normen.

B. Impacts, risico's en kansen (IROs)

In ESRS verwijst de term ‘Impacts’ naar het effect dat een onderneming heeft of zou kunnen hebben op milieu en mens, in verband met haar eigen activiteiten en upstream en downstream waardeketen. De termen “risico's en kansen” verwijzen naar de financiële risico's en kansen die de onderneming met betrekking tot duurzaamheid heeft.

C. Stakeholders

Stakeholders worden gedefinieerd als diegenen die invloed kunnen uitoefenen op of worden beïnvloed door een onderneming. ESRS 1 identificeert twee hoofdgroepen belanghebbenden:

  • getroffen stakeholders: personen of groepen waarvan de belangen beïnvloed worden of beïnvloed kunnen worden door de activiteiten van de onderneming;
  • gebruikers van duurzaamheidsverklaringen.

D. Materialiteit

De onderneming moet een materialiteitsanalyse uitvoeren om de te rapporteren materiële impacts, risico’s en kansen in kaart te brengen. Volgens ESRS moet een onderneming rapporteren over duurzaamheidskwesties volgens het dubbele materialiteitsprincipe, dat twee dimensies heeft: impact-materialiteit en financiële materialiteit. Impact materialiteit kijkt naar hoe een onderneming mensen en het milieu beïnvloedt. Financiële materialiteit daarentegen kijkt naar hoe duurzaamheidskwesties financiële risico’s en kansen voor de onderneming creëren. De ESRS vereisen dus rapportage over de impacts, risico’s en kansen van de onderneming en dit niet enkel over de onderneming zelf maar ook over de waardeketen en zakelijke relaties.

E. Structuur van de duurzaamheidsverklaring

De rapportage-eisen in ESRS 2, in thematische ESRS en in sectorspecifieke ESRS zijn gestructureerd in dezelfde vier rapportagedelen: 1) Governance; 2) Strategie; 3) Impacts, risico’s en kansen management; en 4) Maatstaven en doelen. Deze zullen nader worden beschreven in onze volgende sectie over ESRS 2.

F. Rapporterende ondernemingen en tijdshorizonten

Voor de duurzaamheidsverklaring is de rapporterende onderneming dezelfde als voor de jaarrekening. Bovendien moet de rapportageperiode voor de duurzaamheidsverklaring van de onderneming in overeenstemming zijn met die van haar jaarrekening. Bij het opstellen van haar duurzaamheidsverklaring hanteert de onderneming de volgende tijdsintervallen als het einde van de rapportageperiode:

  • korte termijn: de periode die de onderneming in haar jaarrekening als verslagperiode heeft gekozen;
  • middellange termijn: vanaf het einde van de verslagperiode voor korte termijn tot vijf jaar;
  • lange termijn: meer dan vijf jaar.

G. Verbanden tussen financiële en niet-financiële rapportage

ESRS 1 benadrukt het belang van het koppelen van informatie tussen het financiële en niet-financiële rapport van een onderneming. Een onderneming is verplicht informatie te verstrekken die gebruikers van haar duurzaamheidsverklaring in staat stelt inzicht te krijgen in de verbanden tussen de verschillende informatie-elementen in de verklaring, en de verbanden tussen de informatie in de duurzaamheidsverklaring en andere informatie die de onderneming rapporteert in andere onderdelen van haar bedrijfsrapportage.

H. Overgangsbepalingen

Ten slotte, vermeldt ESRS 1 ook enkele overgangsbepalingen van ESRS, die betrekking hebben op entiteitspecifieke informatie, waardeketens en gefaseerde informatievereisten.

1- Entiteitspecifieke rapportage
Wanneer de onderneming haar entiteitspecifieke rapportage afbakent, kan zij kiezen voor overgangsmaatregelen bij het opstellen van informatie in de eerste drie jaarlijkse duurzaamheidsverklaringen.

2- Waardeketen
Gedurende de eerste drie jaar van haar duurzaamheidsrapportage volgens de ESRS legt de onderneming, indien niet alle vereiste informatie over haar upstream- en downstreamwaardeketen beschikbaar is, uit welke inspanningen zijn geleverd om de nodige informatie over haar upstream- en downstreamwaardeketen te verzamelen, waarom niet alle nodige informatie kon worden verzameld en welke plannen zij heeft om in de toekomst de nodige informatie te verzamelen.
3- Rapportage-eisen die worden ingefaseerd

ESRS 1 legt bepalingen vast voor het infaseren van rapportage-eisen of datapunten van rapportage-eisen in ESRS die kunnen worden weggelaten of die niet van toepassing zijn in het (de) eerste jaar (jaren) waarin de duurzaamheidsverklaring volgens de ESRS wordt opgesteld.

 

ESRS 2 - Algemene toelichtingen

Voortbouwend op ESRS 1 wordt in deze sectie een overzicht gegeven van de rapportagegebieden. De tien thematische ESRS bestaan uit dezelfde rapportagegebieden als ESRS 2, waaronder governance, strategie, impacts, risico's en kansenmanagement, en maatstaven en doelen.

A. Doelstelling

ESRS 2 stelt de rapportage-eisen vast die gelden voor alle ondernemingen, ongeacht de sector waarin zij actief zijn en voor alle duurzaamheidsthema’s. Dit omvat de algemene kenmerken van de onderneming en een overzicht van de activiteiten van de onderneming, maar ook specifieke rapportage-eisen met betrekking tot specifieke omstandigheden zoals tijdshorizonten, waardeketenschatting en bronnen van schattingsonzekerheden. De rapportagegebieden en de algemene rapportage-eisen voor elk gebied, zoals bepaald door ESRS 2, worden hieronder nader beschreven. 

B. Governance

Een onderneming is verplicht de volgende informatie openbaar te maken om inzicht te verschaffen in de bestuursprocessen die zijn opgezet om duurzaamheidskwesties te monitoren, beheren en controleren:

  • de samenstelling van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen, hun rol en verantwoordelijkheden en toegang tot expertise en vaardigheden op het gebied van duurzaamheid;
  • hoe de bestuurs-, leidinggevende- en toezichthoudende organen worden geïnformeerd over duurzaamheidskwesties en hoe deze zaken werden aangepakt;
  • informatie over de integratie van de duurzaamheidsgerelateerde prestaties van de onderneming in beloningsregeling;
  • een mapping van de informatie in de duurzaamheidsverklaring van de onderneming over het due-diligence-proces wordt gegeven;
  • de belangrijkste kenmerken van haar systeem voor risicobeheersing en interne controle.

C. Strategie

Een onderneming is verplicht inzicht te kunnen geven in:

  • de elementen van de strategie van de onderneming met betrekking tot of van invloed op duurzaamheidsthema’s;
  • de wijze waarop de belangen en opvattingen van de stakeholders van de onderneming in aanmerking worden genomen in de strategie en het businessmodel van de onderneming;
  • de uitkomst van haar beoordeling van materiële impacts, risico’s en kansen.

D. Impact, risico en kansenmanagement

1-Rapportage over het proces van de materialiteitsanalyse

Een onderneming moet inzicht kunnen geven in:

  • het proces om materiële impacts, risico’s en kansen in kaart te brengen;
  • de informatie die de onderneming, op basis van haar materialiteitsanalyse, heeft opgenomen in haar duurzaamheidsverklaring.

E. Minimum rapportage-eisen voor beleid en maatregelen

ESRS 2 bevat minimumrapportage-eisen die moeten worden opgenomen wanneer de onderneming informatie rapporteert over haar beleid en maatregelen om daadwerkelijke en potentiële materiële impacts te voorkomen, te mitigeren en daarvoor herstel te bieden, om op risico’s te acteren en/of materiële kansen te benutten.

F. Maatstaven en doelen

ESRS 2 bevat minimumrapportage-eisen die moeten worden opgenomen wanneer de onderneming voor ieder materieel duurzaamheidsthema rapporteert over haar maatstaven en doelen. Een onderneming is minimaal verplicht om alle maatstaven die zij gebruikt om prestaties en effectiviteit te meten voor een materiële impact, materieel risico of materiële kans te rapporteren. Daarnaast rapporteert de onderneming meetbare, resultaatgerichte en termijngebonden doelen voor materiële duurzaamheidsthema’s die zij voor het beoordelen van de gemaakte voortgang heeft bepaald.

Referenties

1 Voor onze eerdere verslaglegging van de CSRD, zie TAA nr. 79, p. 73-86.