1 augustus 2024
10 januari 2024
15 mei 2023
Cassatievoorzieningen in strafzaken durven nogal eens gekenmerkt te worden door een grote mate van inventiviteit. Meestal draait die inventiviteit op niets uit. Zo ook in het arrest van 21 maart 2023.
De eiser in cassatie was schuldig bevonden aan het misdrijf misbruik van vertrouwen (art. 491 Sw.). Deze schuldigverklaring was het gevolg van het opnemen van bedragen in een rekening-courant van zijn vroegere vennootschap.
15 mei 2023
In het vennootschapsrecht is de peildatum de datum waarop de aandelen moeten worden gewaardeerd in het kader van een geschillenregeling.
Het Hof van Cassatie verduidelijkt de omstandigheden waarin de rechter kan afwijken van het logische principe dat de peildatum de datum van overdracht van de aandelen is.
30 juni 2022
Il s’agit d’un litige concernant une mission contractuelle qui a été confiée par un donneur d’ordre a un réviseur d’entreprises en vue d’obtenir et examiner une proposition de financement de l’acquisition d’une société A par une société B. Le cabinet du révision avait été nommé commissaire de la société B a l’issue de la création de cette derniere et
aux termes d’une mission relative a un apport en nature a celle-ci.
Le réviseur d’entreprises ne peut que communiquer des attestations ou confirmations opérées avec l’accord écrit de l’entreprise auprès de laquelle il exerce sa fonction ou mission, mais ne peut en aucun cas divulguer d’autres informations, même concernant la santé financière difficile de son client et même avec l’accord de son client. L’exception à l’obligation du secret professionnel relative à la communication d’attestations ou de confirmations ne l’autorise pas à transmettre de telles informations à des tiers mais uniquement à garantir l’exactitude d’informations déjà en possession du destinataire. L’autorisation d’attester ou de confirmer certaines informations ne porte que sur les informations visées par l’accord écrit donné par l’entreprise concernée, à l’exclusion de toute autre information.
20 april 2022
Het vonnis van de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde dd. 18/10/2021 inzake Oprichtersaansprakelijkheid wegens kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen en aansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaar die bijstand verleent bij de opmaak van het financieel plan
21 maart 2022
Op de vraag of de nietigheidssanctie geldt bij elke schending van de belangenconflictregeling oordeelt het Hof van Cassatie in een arrest van 9 december 2021 (C.19.0644.N) het volgende:
“Een beslissing of verrichting kan worden nietig verklaard indien de schending van de belangenconflictregeling de totstandkoming ervan heeft kunnen beïnvloeden. Dit is het geval wanneer de naleving van het voorschrift kon hebben geleid tot het afwijzen van de voorgenomen beslissing of verrichting of tot de aanvaarding ervan onder sterk verschillende voorwaarden.
(…)
Door aldus te oordelen dat de vordering tot nietigverklaring niet kon worden toegewezen omdat een formele mededeling van het belangenconflict in de gegeven omstandigheden geen wezenlijke invloed zou hebben gehad op de besluitvorming van de raad van bestuur, verantwoorden de appelrechters hun beslissing naar recht.”
Enkel wezenlijke schendingen van de belangenconflictregels, die de besluitvorming of de verrichting kunnen beïnvloeden, kunnen aldus tot de nietigheid van het besluit of de verrichting die heeft plaatsgevonden met overtreding van deze belangenconflictregels leiden.
1 februari 2022
Gelet op de functie en bevoegdheden van de bedrijfsrevisoren, in het bijzonder de uitoefening van de revisorale opdrachten en de onafhankelijkheid, integriteit en objectiviteit die daarbij van de bedrijfsrevisor worden verwacht, kan volgens het Grondwettelijk Hof worden aanvaard dat de wetgever verregaande vereisten inzake de betrouwbaarheid van bedrijfsrevisoren oplegt, zoals gedefinieerd door artikel 5, § 1, 2° van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.
In dat verband vermocht de wetgever redelijkerwijze te oordelen dat natuurlijke personen die worden veroordeeld tot een strafrechtelijke geldboete wegens een inbreuk op de preventieve witwaswetgeving automatisch de betrouwbaarheid als bedrijfsrevisor verliezen, zelfs wanneer het bedrag van de opgelegde geldboete gering is, waarbij aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) geen beoordelingsvrijheid wordt toegekend (art. 9, § 1, 3° van de wet van 7 december 2016). Een dergelijk automatisch verlies van betrouwbaarheid en de daarmee gepaard gaande verplichting voor het IBR om de hoedanigheid van bedrijfsrevisor te weigeren of in te trekken, houden op zich geen onevenredige beperking in van de rechten van de betrokken natuurlijke personen.
De bestreden bepaling heeft volgens het Hof evenwel onevenredige gevolgen, in zoverre het verlies van de betrouwbaarheid op grond van artikel 5, § 1, 2°, f) van de wet van 7 december 2016 van onbeperkte duur is, waarbij het zelfs niet mogelijk is voor het IBR om na verloop van een bepaalde periode in concreto te beoordelen of de betrokkene opnieuw betrouwbaar kan worden geacht en hem derhalve alsnog de hoedanigheid van bedrijfsrevisor kan worden toegekend. Het is onevenredig streng ervan uit te gaan dat het verlies van de betrouwbaarheid als bedrijfsrevisor in zulke gevallen per definitie onherroepelijk zou zijn en de betrouwbaarheid in geen enkele omstandigheid nog zou kunnen worden hersteld.
19 januari 2022
In het vennootschapsrecht kunnen ingeval van een deficitair faillissement de huidige of gewezen bestuurders, zaakvoerders, dagelijks bestuurders, leden van een directieraad of van een raad van toezicht, alsmede alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de onderneming werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van de schulden van de onderneming ten belope van het tekort, indien een door hen begane, kennelijk grove fout heeft bijgedragen tot het faillissement (art. 265, 409 en 530 W.Venn.) Deze aansprakelijkheidsgrond is thans opgenomen in artikel XX.225 van het Wetboek van economisch recht.
Deze aansprakelijkheid geldt niet voor bestuurders/zaakvoerders van een kleine onderneming waarin over de drie boekjaren voor het faillissement, of, indien de onderneming sedert minder dan drie jaar is opgericht, alle boekjaren voor het faillissement, een gemiddelde omzet van minder dan 620 000 euro, buiten de belasting over de toegevoegde waarde, heeft verwezenlijkt en waarin het totaal van de balans bij het einde van het laatste boekjaar niet hoger was dan 370 000 euro (art. XX.225, § 2 WER).
28 april 2021
Niet-nakoming – Artikel 49 VWEU – Diensten op de interne markt – Richtlijn 2006/123/EG – Artikel 25, leden 1 en 2 – Beperkingen op multidisciplinaire activiteiten van boekhouders
Door een verbod in te stellen op het gezamenlijk uitoefenen van de activiteiten van boekhouder en die van verzekeringsmakelaar, verzekeringsagent of vastgoedmakelaar dan wel bancaire activiteiten en activiteiten van financiële dienstverlening, en door de kamers van het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten toe te staan het gezamenlijk uitoefenen van de activiteiten van boekhouder en elke ambachts-, landbouw- en handelsactiviteit te verbieden, is het Koninkrijk België de verplichtingen niet nagekomen die op deze lidstaat rusten krachtens artikel 25 van richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt en artikel 49 VWEU.
28 april 2021
Dienstverband van een wettelijke auditor bij een gecontroleerde entiteit – Wachttijd – Verbod op aanvaarding van een voorname leidinggevende functie in de gecontroleerde entiteit - Uitdrukking ,een functie aanvaarden’ – Strekking – Sluiting van een arbeidsovereenkomst met de gecontroleerde entiteit – Onafhankelijkheid van wettelijke auditors – Extern aspect
14 april 2021
La Cour de cassation rappelle que l’article 458 du Code pénal punit toute personne dépositaire, par état ou par profession, des secrets qu’on lui confie, qui, hors le cas où elle est appelée à rendre témoignage en justice ou devant une commission d'enquête parlementaire et celui où la loi l’oblige à faire connaître ces secrets, les aura révélés.
14 april 2021
Krachtens artikel 35 KB/W.Venn., zoals te dezen van toepassing, wordt elk actiefbestanddeel gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans opgenomen, onder aftrek van de desbetreffende afschrijvingen en waardeverminderingen, onverminderd de toepassing van de artikelen 29, 57, 67, 69, 71, 73 en 77. Onder aanschaffingswaarde wordt verstaan: of de aanschaffingsprijs zoals bepaald in artikel 36, of de vervaardigingsprijs zoals bepaald in artikel 37, of de inbrengwaarde zoals bepaald in artikel 39.
4 januari 2021
In zijn vonnis van 16 november 2020 oordeelde de ondernemingsrechtbank van Gent, afdeling Dendermonde dat de bestuurder geen bescherming put uit het feit dat de vennootschap een gerechtelijke reorganisatie heeft doorlopen voorafgaand aan het faillissement en dit op basis van de overwegingen in randnummer 24 van het vonnis in bijlage:
22 oktober 2020
Op 26 september 2019 werd een zaak aangespannen voor het Grondwettelijk Hof, onder meer tot vernietiging van een aantal bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV).
Door de indieners werd aan het Grondwettelijk Hof onder andere gevraagd om de volgende bepalingen te vernietigen die betrekking hebben op de verplichte tussenkomst van een bedrijfsrevisor of een extern gecertificeerd accountant in verschillende fases van het leven van een vennootschap, vereniging of stichting:
10 augustus 2020
In zijn arrest van 26 juni 2020 vernietigt de Raad van State de meldingsplicht in artikel 19, § 1 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register.
Deze bepaling verplichtte alle onderworpen entiteiten zoals de bedrijfsrevisoren om de Administratie van de Thesaurie via elektronische weg op de hoogte te brengen van eventuele verschillen tussen de informatie in het UBO-register en de informatie waarvan zij kennis hebben.
26 februari 2020
Le gérant d'entreprise n’est pas à titre personnel une entreprise et, sans que le tribunal ait à examiner plus avant les conditions de la faillite, il ne peut être déclaré en faillite.
19 februari 2020
Waardering van aandelen bij de vordering tot uitsluiting
25 oktober 2019
Démission du commissaire agréé par la BNB pour refus de paiement des honoraires spéciaux et se trouvant dans l’impossibilité d’exercer son mandat
17 oktober 2019
Un actif obtenu de manière illicite peut faire l’objet d’un abus de bien social
27 september 2019
Personne habilitée à signer pour le compte d’une société une offre dans le cadre d’un marché public
25 september 2019
Invulling van de bijzondere objectieve bestuursaansprakelijkheid voor RSZ-schulden bij faillissement vennootschapsgroep
19 september 2019
Recours en suspension et en annulation de l’article 19 de l’arrêté royal du 30 juillet 2018 relatif aux modalités de fonctionnement du registre UBO
2 september 2019
Omzetting van een schuldvordering op een vennootschap in moeilijkheden in kapitaal
12 juni 2019
Valsheid in geschrifte - valse notariële akte - fictieve inbreng
21 maart 2019
Valsheid in jaarrekening en gebruik – Oplichting - Niet voeren van een passende boekhouding – commissaris - Controle van de jaarrekening
21 maart 2019
Valsheid in jaarrekening en gebruik – Oplichting - Niet voeren van een passende boekhouding – Commissaris - Controle van de jaarrekening
12 februari 2019
12 februari 2019
12 februari 2019
12 februari 2019
28 september 2018
28 september 2018
28 september 2018
3 mei 2018
15 december 2017
WCO – verzoekschrift – rechtsmisbruik
5 december 2017
5 december 2017
1 oktober 2013
Vangnetregulering en bindende vaststelling van tarieven door bedrijfsrevisor in geval van betwisting
5 november 2015
LCE
5 november 2015
LCE
29 september 2015
WCO-opdrachten
5 november 2015
LCE
21 september 2015
Procédure de réorganisation judicaire - requête - documents à joindre à la requête - situation comptable et budget - portée de cette obligation
3 november 2014
Bedrijfsrevisor - opdrachten
20 juni 2017
WCO
21 september 2015
WCO - verzoekschrift - onvolledige en onbetrouwbare stukken
27 oktober 2014
Bedrijfsrevisor - opdrachten
27 januari 2015
Bedrijsreivsoren die in het kader van een fraudeonderzoek een private expertise verrichten zijn geen detectives
27 juni 1997
Réviseurs d’entreprises – personne morale inscrite au tableau de l’ordre – absence de nature commercial – activités nécessairement civiles
27 juli 2016
question préjudicielle - code des sociétés
20 maart 2015
Arrêt Cour constitutionnelle
20 maart 2015
Les professions ilbérales ne peuvent pas bénéficier de la LCE.
5 februari 2015
Arrêts intéressant le commissaire dans l'exécution de son mandat
15 november 2012
Arrêt n° 97/2000 du 26 septembre 2000 de la Cour d'arbitrage concernant le recours en annulation de l'article 43, §4, 2°, alinéa 1er, de la loi du 26 mars 1999 relative au plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses
27 juli 2016
Wetboek van vennootschappen - prejudiciële vraag
12 april 2016
privacy en beroepsorden titel en monopolie
20 maart 2015
De vrije beroepen kunnen geen gebruik maken van de WCO.
5 februari 2015
arresten van belang voor de commissaris bij de uitoefening van zijn mandaag
23 januari 2013
Arrest nr. 220.076 van de Raad van State met betrekking tot beslissing tot heroverweging inzake de openbaarmaking van de notulen van het Uitvoerend Comité te weigeren.
15 november 2012
Arrest nr. 97/2000 van 26 september 2000 van het Arbitragehof inzake het beroep tot vernietiging van artikel 43, § 4, 2°, eerste lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen
15 december 2011
Arrêt n° 187/2011 de la Cour constitutionnelle en matière de copropriété
27 januari 2015
Faux en écritures - faux dans les comptes annuels (article 127 Code des sociétés) - abus de confiance et blanchiment - corruption active d'un fonctionnaire
8 oktober 2012
Arret n° 52/2012
21 november 2016
WCO
30 september 2015
jurisprudence disciplinaire
13 augustus 2015
Action en justice – Dissolution - Abus de droit - Société anonyme - Perte du capital social - Intéressé - Intérêt
8 mei 2014
Arrêt C 12.0204.F Engagement pris par l'organe d'une société - Engagement au nom et pour le compte de la société
8 mei 2014
Arrêt F 13.0313.F Blanchiment - Elément matériel - Conversion ou transfert de capitaux illicites
8 mei 2014
Arrêt F 13.0312.F Blanchiment - Eléments constitutifs - Avantages patrimoniaux - Provenance ou origine illégale - Connaissance - Infraction de base – Détermination
8 mei 2014
Arrêt F 12.0191.F Première annuité d'amortisssement - Déduction intégrale - Groupe de sociétés - Société seule – Critères
30 september 2015
Arresten
30 september 2015
arresten
13 augustus 2015
Vennootschappen - Vordering tot ontbinding - Rechtsgrond - Oogmerk
8 mei 2014
Arrest C 11.0398.N Overdracht van aandelen ingevolge uitsluiting en uittreding van aandeelhouders - Waardebepaling van de aandelen – Tijdstip
4 oktober 2012
Nr. C.07.0281.N - Ook de beherende vennoten van de gewone commanditaire vennootschap dienen als kooplieden te worden aangemerkt en de faillietverklaring van de gewone commanditaire vennootschap heeft het faillissement van de beherende vennoten tot gevolg.
30 juni 2011
C.10.0317.F/7. Il ressort que les créances du fisc et de l'ONSS qui ne sont pas des créances sursitaires extraordinaires sont soumises au même régime que les créances sursitaires ordinaires, et qu'en conséquence les effets d'un plan de réorganisation judiciaire dûment approuvé leur sont applicables.
10 oktober 2013
arrest-raad-state-223-762
24 oktober 2016
Questions préjudicielles
1 februari 2011
Procédure préliminaire - Question préjudicielle - Irrecevabilité manifeste - Défaut d'indication de la norme contrôlée. Réviseurs d'entreprises - Droit disciplinaire La Commission de discipline peut-elle décider d’une mesure de probation ou d’un sursis à l’exécution de la sanction disciplinaire ? Ceci va-t-il à l’encontre du principe de légalité auquel sont soumises les peines disciplinaires ? L’instance disciplinaire peut-elle uniquement infliger les sanctions pénales prévues par la loi ou peut-elle, par analogie avec le droit pénal, prononcer une mesure de probation ou un sursis à l’exécution de la sanction disciplinaire ?
24 oktober 2016
Prejudiciële vraag
15 december 2011
Arrest nr. 187/2011 van het Grondwettelijk Hof aangaande de mede-eigendom
1 december 2011
Voorafgaande rechtspleging - Prejudiciële vraag - Klaarblijkelijke niet-ontvankelijkheid - Gebrek aan vermelding van de getoetste norm. Bedrijfsrevisoren – Tuchtrecht Kan de Tuchtcommissie beslissen tot een probatiemaatregel of uitstel van tenuitvoerlegging van de tuchtsanctie ? Gaat dit in tegen het legaliteitsbeginsel waaraan tuchtstraffen onderworpen zijn ? Kan het tuchtcollege enkel de wettelijk voorgeschreven tuchtsancties opleggen of kan er naar analogie met het strafrecht een probatiemaatregel getroffen worden of uitstel van tenuitvoerlegging van de tuchtsanctie ?
10 december 2010
Conseil d’Etat Quinzième Chambre siégeant en référé Date de publication: Arrêt n° 209.666 Une mesure d’ordre provisoire décidée en cas d’urgence ou de flagrance par le président de l’institut des Réviseurs d’Entreprises est susceptible, en application du paragraphe 5 de cet article, par le renvoi qui y est fait à l’article 38, § 3, de faire l’objet d’un recours devant la Commission d’appel. En raison de l’existence de ce recours organisé, le Conseil d’État ne peut être saisi d’un recours en annulation qui serait formé contre une décision à l’encontre de laquelle ce recours peut être introduit. Une demande de suspension étant l’accessoire d’un recours en annulation, même quand la demande de suspension est introduite séparément selon la procédure d’extrême urgence, elle n’est elle-même recevable que si l’acte dont la suspension est demandée est susceptible de faire l’objet d’un recours en annulation.
18 september 2015
Ci-après, vous trouverez la contribution du dr. Ingrid DE POORTER à l’ICCI relative à l’aperçu de jurisprudence et de déontologie IRE fin 2014 – mi-2015.
24 oktober 2013
Ci-après, vous trouverez la contribution du professeur Bernard TILLEMAN à l’ICCI relative à l’aperçu de jurisprudence et de déontologie IRE fin 2012 – mi-2013.
16 mei 2013
Ci-après, vous trouvez la contribution de professeur Bernard TILLEMAN à l’ICCI relative à l’aperçu jurisprudence et déontologie IRE pour la période 2011-2012
7 december 2011
Ci-après, vous trouvez la contribution de professeur Bernard TILLEMAN à l’ICCI relative à l’aperçu jurisprudence et déontologie IRE mi-2010-mi-2011
9 november 2011
Etant donné que les décisions des instances disciplinaires deviennent de plus en plus nombreuses et que la rédaction d’un résumé implique nécessairement une certaine subjectivité, le Conseil de l’Institut des Réviseurs d’Entreprises (IRE) a déjà, depuis 2004, demandé au Professeur Bernard TILLEMAN, professeur ordinaire à la KULeuven, de bien vouloir rédiger ces résumés de décisions. Le Professeur TILLEMAN, au regard de ses nombreuses publications relatives à la jurisprudence disciplinaire, est particulièrement compétent pour ce faire.
18 september 2015
Hierna vindt u de bijdrage van dr. Ingrid DE POORTER voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR van medio 2014 tot medio 2015.
4 september 2014
Hierna vindt u de bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR van medio 2013 tot medio 2014.
24 oktober 2013
Hierna vindt u de bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR eind 2012 tot medio 2013.
16 mei 2013
Hierna vindt u bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR voor de periode 2011-2012.
7 december 2011
Hierna vindt u bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR medio 2010 tot medio 2011.
9 november 2011
Gezien het feit dat het aantal tuchtbeslissingen de laatste jaren is toegenomen en dat de samenvatting ervan per definitie een zekere subjectiviteit met zich meebrengt, heeft de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) reeds in 2004 aan professor Bernard TILLEMAN, Gewoon Hoogleraar aan de KULeuven, gevraagd om de samenvattingen van de tuchtuitspraken op te stellen. Professor TILLEMAN is, gezien zijn diverse publicaties inzake de tuchtrechtspraak, hiervoor bijzonder goed geplaatst.
12 augustus 2010
En cas de mesure d’ordre provisoire les garanties d’impartialité et d’indépendance résultant de l’article 6, § 1 de la Convention Européenne des Droits de l’Homme ne sont pas applicables au niveau du Comité exécutif dans la mesure où ces garanties sont bel et bien présentes dans la procédure d’appel.
12 augustus 2010
En cas de mesure d’ordre provisoire les garanties d’impartialité et d’indépendance résultant de l’article 6, § 1 de la Convention Européenne des Droits de l’Homme ne sont pas applicables au niveau du Comité exécutif dans la mesure où ces garanties sont bel et bien présentes dans la procédure d’appel.
24 mei 2013
Arrêt D.11.0012.F La procédure disciplinaire devant la commission d'appel de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises qui s'est déroulée à huis clos, hors les conditions spéciales dans lesquelles il peut être dérogé au principe de la publicité des audiences et sans que la personne poursuivie l'ait expressément demandé, est nulle.
17 juni 2011
Art. 53bis Code judiciaire - Mode -Délai - Point de départ Le point de départ du délai qui commence à courir à partir d'une notification est calculé selon la manière dont la notification a effectivement eu lieu et indépendamment du mode de notification prescrit; la constatation que la notification a été faite par courrier recommandé avec accusé de réception alors que seule la notification par courrier recommandé était prescrite, n'y déroge pas.
15 oktober 2015
Tuchtrechtspraak
15 juli 2015
Tuchtrechtspraak Deontologie
26 juni 2014
Tuchtrechtspraak - Deontologie Arresten van belang voor de commissairs
11 februari 2013
Nr. D.11.0021.N - In een arrest van 16 november 2012 oordeelt het Hof van Cassatie dat de Salduz-rechtspraak niet van toepassing is in het raam van een tuchtrechtelijk vooronderzoek. Volgens het Hof bevindt de persoon die het voorwerp uitmaakt van een dergelijk onderzoek zich niet in een kwetsbare positie die de bijstand van een advocaat noodzakelijk maakt.
17 juni 2011
Art. 53bis Gerechtelijk Wetboek - Wijze -Termijn - Aanvangsdatum De aanvangsdatum van de termijn die begint te lopen vanaf een kennisgeving wordt berekend naargelang van de wijze waarop de kennisgeving daadwerkelijk is gebeurd en ongeacht de voorgeschreven wijze van kennisgeving; de vaststelling dat de kennisgeving bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs is gebeurd, dan wanneer enkel een kennisgeving met aangetekende brief is voorgeschreven, doet hieraan niet af.
11 februari 2013
N° 1998/KR/84 + 85 - Certes, la désignation de commissaire fait perdre l'actionnaire minoritaire le pouvoir d'investigation et de contrôle que lui reconnaissent les articles 64, § 2, alinéa 2 des LCSC et 16, alinéa 2 des statuts de la SA. En l'espece, cependant, la manoeuvre apparaît grossière en ce que, pour échapper précisémment aux mesures d'expertise sollicitées par l'intimé - dont l'une était en cours - les administrateurs de la SA ont précipité les choses en convoquant l'assemblée générale extraordinaire du en vue de la désignation d'un tel commissaire alors que, sinon, rien ne justifiait de brusquer les choses en attendant la fin des opérations d'expertise. Il échet de relever, à ce propos, que, lors de l'assemblée générale exraordinaire de la SA du la décision de ne pas nommer un commissaire réviseur avait été adoptée à l'unanimité et ce revirement d'attitude des trois autres actionnaires de la SA ne s'explique que par leur volonté de faire échec aux opérations d'expertise sollicitées par l'intimé .
11 februari 2013
N° 2000/AR/2412 - L'expert désigné par le tribunal de commerce peut en vertu de l'article 191 LCSC (ancien) avoir comme mission de vérifier non seulement les livres et les comptes de la société mais également les opérations accomplies par ses organes. Sont considérés comme organes d'une société, le conseil d'administration, les gérants et administrateurs délégués, l'assemblée générale, les commissaires et les liquidateurs ("Overzicht van rechtspraak, Vennootschappen "K. Geens et H. Laga, T.P.R. 1993, p. 1083). Le fait que l'expert a le droit de vérfier les opérations effectuées par le commissaire signifie nécessairement que l'article 191 LCSC (ancien) trouve à s'appliquer même lorsqu'un commissaire a été désigné.
11 februari 2013
N° 1998/AR/3262 - La demande formée sur pied de l'article 191 des lois coordonnées sur les sociétés commerciales est recevables. En conséquence, désigne en tant qu'expert-vérificateur avec mission: - de vérifier les livres et comptes de la première intimée ainsi que les opérations accomplies par ses organes afin de déterminer les circonstances et conditions auxquelles l'ensemble de actions propres type AFV (dénommées VVPR) ont été vendues, leurs dates, prix et contreparties; - de rechercher si, et dans quelle mesure, ces actions propres ont été directement ou non, vendues aux sociétés du groupe dont fait partie et l'incidence que pareilles ventes auraient sur la liquidité boursière des titres; - de donner son avis sur la valeur intrinsèque des actions de lors des cessions litigieuses et le préjudice qui a pu résulter pour et ses actionnaires de ces opérations de cession, compte tenu du prix auquel ces actions ont été cédées. L'expert aura les mêmes pouvoirs de contrôle et d'investigation que ceux reconnus par l'article 64sexies des lois coordonnées sur les sociétés commerciales au commissaire-réviseur.
23 januari 2013
Arrest 2002/RK/147 van het Hof van Beroep te Antwerpen m.b.t. de uitoefening van het individueel onderzoeksrecht ex artikel 166 van het Wetboek van vennootschappen
12 december 1996
Commissaris-revisor - wettelijke opdracht - goedkeuring van de jaarrekening zonder voorbehoud - aansprakelijkheid t.o.v. koper van aandelen
27 januari 1988
De commissaris, belast met een toezicht- en controlefunctie, mag zich niet inmengen in het bestuur van de vennootschap
24 mei 2007
Contrôle - comptes annuels - absence de documents dans le délai légal - rapport de carence
2 maart 2016
commissaris - taak
16 juli 2014
ontslag - vergoeding
1 februari 2014
ontslag-vergoeding
15 juli 2014
Commissaris-Duur van het mandaat-Ontslag om wettige redenen-Grootte schadevergoeding
23 november 1989
Société anonyme – révocation d’un commissaire-réviseur – souci d’éviter des dépenses inutiles: ne constitue pas un « juste motif » au sens de l’article 64quater L.C.S.C. – droit du commissaire irrégulièrement révoqué avant terme à l’intégralité de ses émoluments (C. Civ., art. 1149)
16 mei 2000
1. Vennootschap – commissaris-revisor – ontslag met miskenning van beschermingsmaatregelen van art. 64quinquies Venn. W. – gevolg – omvang en begroting van de schadevergoeding krachtens art. 64quater Venn. W. 2. Rechtsmiddelen – burgerlijke zaken – hoger beroep – tergend en roekeloos
11 februari 2013
N° 2004/AR/2187 - Mandat ab litem (art. 440 C.j.). Désaveu (art. 848 C.j.) Responsabilité réviseur. Secret professionnel. La Cour ordonne, conformément aux articles 877 et suivants du Code judiciaire, la production, par la société civile sous forme de coopérative à responsabilité limitée et M. , de l'ensemble des documents de travail ainsi que tout autre document relatif à la révision des comptes de en ce compris ceux ayant servi à la drédaction du rapport du ainsi que les relevés de prestations identifiant celles-ci, le temps presté et les prestataires désignés.
20 november 1995
Absence de nomination d’un commissaire – pouvoirs individuels d’investigation et de contrôle des associés – obligation pour les associés d’exercer ces pouvoirs
27 januari 2011
Décret de la Région wallonne du 30 avril 2009 relatif aux missions de contrôle des réviseurs au sein des organismes d'intérêt public, des intercommunales et des sociétés de logement de service public et au renforcement de la transparence dans l'attribution des marchés publics de réviseurs par un pouvoir adjudicateur wallon et modifiant certaines dispositions du décret du 12 février 2004 relatif aux commissaires du Gouvernement, du Code de la Démocratie locale et de la Décentralisation et du Code wallon du Logement Décret de la Région wallonne du 30 avril 2009 « modifiant certaines dispositions du décret du 12 février 2004 relatif aux commissaires du Gouvernement pour les matières réglées en vertu de l'article 138 de la Constitution et relatif aux missions de contrôle des réviseurs au sein des organismes d'intérêt public ainsi qu'au renforcement de la transparence dans l'attribution des marchés publics de réviseurs par un pouvoir adjudicateur wallon »
11 september 2009
Discipline professionnelle - Comportement contraire au prescrit légal - Injonction du conseil de l'Institut des réviseurs d'entreprise de s'y conformer – Nature
9 juli 2013
C. n° 98/3 - Le commissaire n'a pas à présenter une "vision particulière" de l'entreprise au sein de laquelle il exerce sa mission de contrôle. Il est uniquement tenu à faire rapport sur les comptes annuels et le rapport de gestion et de certifier le caractère fidèle et complet des informations économiques et financières transmises au conseil d'entreprise. Il n'est en rien responsable des choix et décisions, éventuellement contestables, prises par la direction de l'entreprise. La constitution d'un collège de réviseurs n'est nécessitée ni par la taille de l'entreprise ni par la vocation internationale de certaines de ses activités. Le mandat du commissaire aura une durée de trois ans.
25 juli 2003
Contrôle des sociétés – société mère-fille – commissaire – proposition de l’organe de direction de soumettre à l’assemblée générale la candidature du commissaire qui contrôle les comptes de la société mère – désaccord au conseil d’entreprise – intervention du tribunal
11 december 1998
Commissaire-réviseur – remplacement du commissaire-réviseur – changement d'actionnaire majoritaire – intégration de la société dans un groupe international – Absence de majorité au conseil d'entreprise – nomination du commissaire-réviseur par le président du tribunal de commerce
10 april 1986
Société anonyme – contrôle – comptes annuels – société commerciale comprenant un conseil d'entreprise – nomination d'un commissaire réviseur – candidature unique proposée par le conseil d'administration (validité) – refus d'accord du conseil d'entreprise – désignation du commissaire réviseur par le tribunal de commerce, saisi par le conseil d'administration
22 december 1998
Société – commissaire-réviseur – désaccord au sein du conseil d’entreprise quant au renouvellement du mandat du commissaire-réviseur – nomination par la cour d’un commissaire-réviseur n’ayant rencontré l’opposition d’aucun groupe dans l’entreprise
6 juni 1996
1. Commissaires-réviseurs: présentation par le conseil d’entreprise - Communication à titre d'information des émoluments des commissaires-réviseurs au conseil d'entreprise qui peut également se faire présenter une estimation des prestations desdits commissaires-réviseurs requises pour l'exercice de leurs fonctions - Désaccord sur les émoluments des commissaires-réviseurs implique Ie désaccord sur leur désignation. 2. Commissaires-réviseurs : nomination par le président du tribunal de commerce - Emoluments – Fixation ne relevant pas du domaine contractuel – Intérêt de l'entreprise et nécessité de garantir aux commissaires-réviseurs la possibilité de remplir leur mission en toute indépendance et dans la sérénité – Emoluments correspondant aux qualifications des réviseurs de la complexité de leur tâche et de I’ importance de leurs prestations - Président du tribunal de commerce pouvant recueillir tous renseignements utiles, notamment en ordonnant une mesure d'instruction Budget « temps » devant couvrir avec autant de précision que possible le nombre d’heures minimales nécessaires à l'accomplissement de la mission légale. 3. Commissaires-réviseurs : émoluments fixés par le Président du Tribunal de Commerce - ne couvrent que la mission légale des commissaires-réviseurs Mission d'information et d'analyse, mais non de formation, de conseil de critique
28 april 2005
Bedrijfsrevisoren – artikel 157 Vennootschapswet – aanstelling als commissaris door de voorzitter van de rechtbank van koophandel – eenzijdig verzoekschrift – herziening van het revisoraat
13 januari 1995
Commissaris-revisor – ondernemingsraad – gerechtelijke aanstelling
9 november 1992
Commissaris – herbenoeming – vervanging gerechtvaardigd omwille van internationalisering
3 oktober 1989
Bedrijfsrevisor – aanstelling door voorzitter rechtbank van koophandel – hoger beroep en niet-uitvoering door werkgever – vordering op eenzijdig verzoekschrift door meerderheid van o.r. tot voorlopige aanstelling van de bedrijfsrevisor aangesteld in de beschikking waartegen beroep - dwangsom
27 september 1989
Bedrijfsrevisor – taak t.o.v. ondernemingsraad – noodzaak van aanwezigheid van vertrouwen
13 januari 1987
Vennootschappen – benoeming van commissaris-revisor – voordracht door de raad van bestuur – geen meerderheid bij de werknemersafvaardiging in de ondernemingsraad – uitoefening van de wettelijke opdrachten t.a.v. de ondernemingsraad als geheel – aanstelling door de voorzitter van de rechtbank van koophandel, zitting houdende als in kort geding.
26 juni 1986
Vennootschappen – benoeming van commissaris-revisor – voordracht van revisorenvennootschap met vaste vertegenwoordiger – betwisting door de werknemersafvaardiging
5 juni 1986
Vennootschappen: Naamloze vennootschap – controle – commissaris-revisor – voordracht door raad van bestuur – weigering werknemers
27 januari 2011
Grondwettelijk recht - 1. Federale bevoegdheden - a. Bedrijfsrevisor - Organisatie en uitoefening van het beroep - b. Overheidsopdrachten - Juridisch stelsel - c. Handelsrecht en vennootschapsrecht - 2. Bevoegdheden van de gewesten - a. Oprichten van gedecentraliseerde diensten, instellingen en ondernemingen of kapitaalsparticipaties - b. Ondergeschikte besturen. Bedrijfsrevisor - Inschrijving voor een mandaat bij een Waalse aanbestedende overheid - 1. Regel inzake externe rotatie - 2. Onverenigbaarheden - 3. Transparantieverslag.
12 januari 2004
Commissaris – termijn mandaat – art. 135, lid 1 W. Venn. – drie kalenderjaren
5 januari 2004
Vennootschap - Controle van de jaarrekening – Commissaris – Artikel 135, lid 1, W.Venn. – Duurtijd mandaat commissaris – Verslag over drie opeenvolgende boekjaren – Geen recht op bijkomende bezoldiging
5 juni 2008
Vennootschap – commissaris-revisor – driejarige ambtstermijn – begrip jaar – boekjaar – duurtijd
26 januari 2017
Turnhout Faillissement
26 maart 2004
Aansprakelijkheid commissaris-revisor – minderheidsvordering (art. 562 W. Venn.) – niet-ontvankelijk – enkel vordering ex. art. 561 W. Venn. (actio mandati) mogelijk – uitgesloten indien (rechtsgeldige) kwijting verleend door algemene vergadering
8 mei 2014
Aansprakelijkheid
22 februari 2013
Het hof van beroep te Gent kwam in het strafproces rond het faillissement van Lernout & Hauspie tot de bevinding dat het bedrijfsrevisorenkantoor geen fout had gemaakt, zelfs geen lichte. In hoofde van de natuurlijke persoon die als vaste vertegenwoordiger van het kantoor was opgetreden, werd wel onachtzaamheid vastgesteld. Gelet op de decumulregel van artikel 5 van het Strafwetboek, werd enkel deze natuurlijke persoon gestraft voor het onopzettelijk misdrijf van artikel 171, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en artikel 17, derde lid van de Boekhoudwet van 17 juli 1975.
19 april 2005
Bestuurdersaansprakelijkheid – aansprakelijkheid vereffenaar – aansprakelijkheid commissaris – art. 1382 B.W. – niet-doorgestorte bedrijfsvoorheffing en niet-betaalde vennootschapsbelasting – opzetten fraudesysteem – fout
8 april 2004
Vennootschap – a) Inbreng – kapitaalverhoging door inbreng in natura – vordering tot nietigverklaring – beweerd misbruik van meerderheid – waardering van aandelen economisch verantwoord – b) Commissaris-revisor – aansprakelijkheid – waardering van aandelen als tegenprestatie van inbreng in natura – zelfde waarde als bij eerdere kapitaalsverhogingen
13 januari 1995
Vennootschap – bestuursaansprakelijkheid en commissarissen – art. 103 – schuldeiser die voor het tijdstip van aanmerkelijk kapitaalverlies heeft gehandeld Geen aansprakelijkheid – bestuurder handelend voor virtueel failliete vennootschap – aansprakelijkheid Bestuurder handelend na staking van betaling – aansprakelijkheid Commissaris-revisor – aansprakelijkheid wegens gebrek aan toezicht
30 juni 2004
Inbreng – soevereine beslissing oprichters Inbreng in natura – bevoegdheid commissaris – controle aangewende waarderingsmethode – tegenprestatie inbreng Inbreng in natura – controlebevoegdheid bedrijfsrevisor – geen controle juridische voorwaarden inbreng Aansprakelijkheid bedrijfsrevisor – marginale toetsing
25 juni 2002
Aansprakelijkheid commissaris – invloed op bestuursaansprakelijkheid – beide extern in solidum aansprakelijk – geen vrijwaring van bestuurder door commissaris
19 december 1997
Individueel controle- en onderzoeksrecht van een vennoot (art. 64, §2 W. Venn.) – kleine nv met commissaris – afwezigheid van statutaire bepaling – geen onderzoeksrecht
23 mei 1986
Vennootschappen – benoeming van commissaris-revisor – voordracht van kandidaat door de raad van bestuur – geen meerderheid bij de werknemersafvaardiging in de ondernemingsraad – aanstelling
9 mei 1986
Naamloze vennootschappen – controle – commissaris-revisor – voordracht door de raad van bestuur – weigering werknemers