• rechtspraak

    Kies een thema

    • andere
    • bedrijfsrevisor
    • commissaris
Uw selectie:

    1 augustus 2024

    Arrest van het Hof van Cassatie van 23 mei 2024


    10 januari 2024

    Arresten Hof van Beroep Gent - Oprichtersaansprakelijkheid (17 april 2023)

    15 mei 2023

    Misbruik van vertrouwen en rekening-courant (Cassatie 21 maart 2023)

    Cassatievoorzieningen in strafzaken durven nogal eens gekenmerkt te worden door een grote mate van inventiviteit. Meestal draait die inventiviteit op niets uit. Zo ook in het arrest van 21 maart 2023

    De eiser in cassatie was schuldig bevonden aan het misdrijf misbruik van vertrouwen (art. 491 Sw.). Deze schuldigverklaring was het gevolg van het opnemen van bedragen in een rekening-courant van zijn vroegere vennootschap.

    15 mei 2023

    Hof van Cassatie 31/03/2023 - peildatum in het kader van een geschillenregeling

    In het vennootschapsrecht is de peildatum de datum waarop de aandelen moeten worden gewaardeerd in het kader van een geschillenregeling.

    Het Hof van Cassatie verduidelijkt de omstandigheden waarin de rechter kan afwijken van het logische principe dat de peildatum de datum van overdracht van de aandelen is.

    30 juni 2022

    Jugement du Tribunal de commerce de Liège du 15 septembre 2017 R.G. A/15/03564 et arrêt de la Cour d'appel de Liège du 13 novembre 2019 2017/RG/1240 – le secret professionnel, la lettre de mission, l’indépendance et les missions incompatibles pour le commissaire

    Il s’agit d’un litige concernant une mission contractuelle qui a été confiée par un donneur d’ordre a un réviseur d’entreprises en vue d’obtenir et examiner une proposition de financement de l’acquisition d’une société A par une société B. Le cabinet du révision avait été nommé commissaire de la société B a l’issue de la création de cette derniere et

    aux termes d’une mission relative a un apport en nature a celle-ci.

     Le réviseur d’entreprises ne peut que communiquer des attestations ou confirmations opérées avec l’accord écrit de l’entreprise auprès de laquelle il exerce sa fonction ou mission, mais ne peut en aucun cas divulguer d’autres informations, même concernant la santé financière difficile de son client et même avec l’accord de son client. L’exception à l’obligation du secret professionnel relative à la communication d’attestations ou de confirmations ne l’autorise pas à transmettre de telles informations à des tiers mais uniquement à garantir l’exactitude d’informations déjà en possession du destinataire. L’autorisation d’attester ou de confirmer certaines informations ne porte que sur les informations visées par l’accord écrit donné par l’entreprise concernée, à l’exclusion de toute autre information. 

    20 april 2022

    Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde, 18 oktober 2021 – Oprichtersaansprakelijkheid wegens kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen en aansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaar die bijstand verleent bij de opmaak van het financieel plan

    Het vonnis van de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde dd. 18/10/2021 inzake Oprichtersaansprakelijkheid wegens kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen en aansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaar die bijstand verleent bij de opmaak van het financieel plan 

    21 maart 2022

    Hof van Cassatie, 9 december 2021 – nietigheid ingeval van schending van de regels voor belangenconflicten

    Op de vraag of de nietigheidssanctie geldt bij elke schending van de belangenconflictregeling oordeelt het Hof van Cassatie in een arrest van 9 december 2021 (C.19.0644.N) het volgende:

     

    Een beslissing of verrichting kan worden nietig verklaard indien de schending van de belangenconflictregeling de totstandkoming ervan heeft kunnen beïnvloeden. Dit is het geval wanneer de naleving van het voorschrift kon hebben geleid tot het afwijzen van de voorgenomen beslissing of verrichting of tot de aanvaarding ervan onder sterk verschillende voorwaarden.

    (…)

    Door aldus te oordelen dat de vordering tot nietigverklaring niet kon worden toegewezen omdat een formele mededeling van het belangenconflict in de gegeven omstandigheden geen wezenlijke invloed zou hebben gehad op de besluitvorming van de raad van bestuur, verantwoorden de appelrechters hun beslissing naar recht.”

     

    Enkel wezenlijke schendingen van de belangenconflictregels, die de besluitvorming of de verrichting kunnen beïnvloeden, kunnen aldus tot de nietigheid van het besluit of de verrichting die heeft plaatsgevonden met overtreding van deze belangenconflictregels leiden.

    1 februari 2022

    Grondwettelijk Hof arrest nr. 7/2022 van 20 januari 2022 – Vernietiging van enkele bepalingen van de wet van 7 december 2016 zoals ingevoegd bij de artikelen 147 en 152 van de wet van 20 juli 2020

    Gelet op de functie en bevoegdheden van de bedrijfsrevisoren, in het bijzonder de uitoefening van de revisorale opdrachten en de onafhankelijkheid, integriteit en objectiviteit die daarbij van de bedrijfsrevisor worden verwacht, kan volgens het Grondwettelijk Hof worden aanvaard dat de wetgever verregaande vereisten inzake de betrouwbaarheid van bedrijfsrevisoren oplegt, zoals gedefinieerd door artikel 5, § 1, 2° van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.

     

    In dat verband vermocht de wetgever redelijkerwijze te oordelen dat natuurlijke personen die worden veroordeeld tot een strafrechtelijke geldboete wegens een inbreuk op de preventieve witwaswetgeving automatisch de betrouwbaarheid als bedrijfsrevisor verliezen, zelfs wanneer het bedrag van de opgelegde geldboete gering is, waarbij aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) geen beoordelingsvrijheid wordt toegekend (art. 9, § 1, 3° van de wet van 7 december 2016). Een dergelijk automatisch verlies van betrouwbaarheid en de daarmee gepaard gaande verplichting voor het IBR om de hoedanigheid van bedrijfsrevisor te weigeren of in te trekken, houden op zich geen onevenredige beperking in van de rechten van de betrokken natuurlijke personen.

     

    De bestreden bepaling heeft volgens het Hof evenwel onevenredige gevolgen, in zoverre het verlies van de betrouwbaarheid op grond van artikel 5, § 1, 2°, f) van de wet van 7 december 2016 van onbeperkte duur is, waarbij het zelfs niet mogelijk is voor het IBR om na verloop van een bepaalde periode in concreto te beoordelen of de betrokkene opnieuw betrouwbaar kan worden geacht en hem derhalve alsnog de hoedanigheid van bedrijfsrevisor kan worden toegekend. Het is onevenredig streng ervan uit te gaan dat het verlies van de betrouwbaarheid als bedrijfsrevisor in zulke gevallen per definitie onherroepelijk zou zijn en de betrouwbaarheid in geen enkele omstandigheid nog zou kunnen worden hersteld. 

    19 januari 2022

    Hof van Cassatie, 2 december 2021 – kennelijk grove fout en bestuurders van een kleine onderneming

    In het vennootschapsrecht kunnen ingeval van een deficitair faillissement de huidige of gewezen bestuurders, zaakvoerders, dagelijks bestuurders, leden van een directieraad of van een raad van toezicht, alsmede alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de onderneming werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van de schulden van de onderneming ten belope van het tekort, indien een door hen begane, kennelijk grove fout heeft bijgedragen tot het faillissement (art. 265, 409 en 530 W.Venn.) Deze aansprakelijkheidsgrond is thans opgenomen in artikel XX.225 van het Wetboek van economisch recht.

     

    Deze aansprakelijkheid geldt niet voor bestuurders/zaakvoerders van een kleine onderneming waarin over de drie boekjaren voor het faillissement, of, indien de onderneming sedert minder dan drie jaar is opgericht, alle boekjaren voor het faillissement, een gemiddelde omzet van minder dan 620 000 euro, buiten de belasting over de toegevoegde waarde, heeft verwezenlijkt en waarin het totaal van de balans bij het einde van het laatste boekjaar niet hoger was dan 370 000 euro (art. XX.225, § 2 WER).

     

     

    28 april 2021

    Hof van Justitie van de Europese Unie - 4de kamer - Arrest van 27 februari 2020 C-384/18

    Niet-nakoming – Artikel 49 VWEU – Diensten op de interne markt – Richtlijn 2006/123/EG – Artikel 25, leden 1 en 2 – Beperkingen op multidisciplinaire activiteiten van boekhouders

     

    Door een verbod in te stellen op het gezamenlijk uitoefenen van de activiteiten van boekhouder en die van verzekeringsmakelaar, verzekeringsagent of vastgoedmakelaar dan wel bancaire activiteiten en activiteiten van financiële dienstverlening, en door de kamers van het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten toe te staan het gezamenlijk uitoefenen van de activiteiten van boekhouder en elke ambachts-, landbouw- en handelsactiviteit te verbieden, is het Koninkrijk België de verplichtingen niet nagekomen die op deze lidstaat rusten krachtens artikel 25 van richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt en artikel 49 VWEU.

     

    28 april 2021

    Hof van Justitie van de Europese Unie - 5de kamer - Arrest van 24 maart 2021 C-950/19

    Dienstverband van een wettelijke auditor bij een gecontroleerde entiteit – Wachttijd – Verbod op aanvaarding van een voorname leidinggevende functie in de gecontroleerde entiteit - Uitdrukking ,een functie aanvaarden’ – Strekking – Sluiting van een arbeidsovereenkomst met de gecontroleerde entiteit – Onafhankelijkheid van wettelijke auditors – Extern aspect

     

    14 april 2021

    Cour de cassation du 28 janvier 2021 (n° C.20.0127.F) – Etendue du secret professionnel du réviseur d’entreprises

    La Cour de cassation rappelle que l’article 458 du Code pénal punit toute personne dépositaire, par état ou par profession, des secrets qu’on lui confie, qui, hors le cas où elle est appelée à rendre témoignage en justice ou devant une commission d'enquête parlementaire et celui où la loi l’oblige à faire connaître ces secrets, les aura révélés.

    14 april 2021

    Hof van Cassatie 11 juni 2020 (C.19.0081.N) – Symmetrische behandeling bij inbreng in natura van een schuldvordering op een vennootschap in moeilijkheden

    Krachtens artikel 35 KB/W.Venn., zoals te dezen van toepassing, wordt elk actiefbestanddeel gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans opgenomen, onder aftrek van de desbetreffende afschrijvingen en waardeverminderingen, onverminderd de toepassing van de artikelen 29, 57, 67, 69, 71, 73 en 77. Onder aanschaffingswaarde wordt verstaan: of de aanschaffingsprijs zoals bepaald in artikel 36, of de vervaardigingsprijs zoals bepaald in artikel 37, of de inbrengwaarde zoals bepaald in artikel 39.

    4 januari 2021

    Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde, 16 november 2020 – gerechtelijke reorganisatie en bestuurdersaansprakelijkheid

    In zijn vonnis van 16 november 2020 oordeelde de ondernemingsrechtbank van Gent, afdeling Dendermonde dat de bestuurder geen bescherming put uit het feit dat de vennootschap een gerechtelijke reorganisatie heeft doorlopen voorafgaand aan het faillissement en dit op basis van de overwegingen in randnummer 24 van het vonnis in bijlage:

     

    22 oktober 2020

    Grondwettelijk Hof arrest nr. 135/2020 van 15 oktober 2020 – Vernietiging van enkele bepalingen van het WVV

    Op 26 september 2019 werd een zaak aangespannen voor het Grondwettelijk Hof, onder meer tot vernietiging van een aantal bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV).

    Door de indieners werd aan het Grondwettelijk Hof onder andere gevraagd om de volgende bepalingen te vernietigen die betrekking hebben op de verplichte tussenkomst van een bedrijfsrevisor of een extern gecertificeerd accountant in verschillende fases van het leven van een vennootschap, vereniging of stichting:

    10 augustus 2020

    Raad van State 26 juni 2020 (Arrest nr. 247.922) - Nietigverklaring artikel 19, § 1 KB UBO

    In zijn arrest van 26 juni 2020 vernietigt de Raad van State de meldingsplicht in artikel 19, § 1 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register.

    Deze bepaling verplichtte alle onderworpen entiteiten zoals de bedrijfsrevisoren om de Administratie van de Thesaurie via elektronische weg op de hoogte te brengen van eventuele verschillen tussen de informatie in het UBO-register en de informatie waarvan zij kennis hebben.

    26 februari 2020

    Jugement du 16 décembre 2019 du Tribunal de l’entreprise du Hainaut, division de Charleroi

    Le gérant d'entreprise n’est pas à titre personnel une entreprise et, sans que le tribunal ait à examiner plus avant les conditions de la faillite, il ne peut être déclaré en faillite. 

    19 februari 2020

    Hof van Cassatie 16 januari 2020 (C.19.0096.N/3)

    Waardering van aandelen bij de vordering tot uitsluiting

    25 oktober 2019

    Jugement du Tribunal de l'entreprise de Bruxelles du 23 septembre 2019 A/18/00048

    Démission du commissaire agréé par la BNB pour refus de paiement des honoraires spéciaux et se trouvant dans l’impossibilité d’exercer son mandat  

    17 oktober 2019

    Arrêt de la Cour de cassation du 2 octobre 2019 (P. 18.0981.F )

    Un actif obtenu de manière illicite peut faire l’objet d’un abus de bien social

    27 september 2019

    Arrêt du Conseil d'Etat du 24 juillet 2018 n° 242.136

    Personne habilitée à signer pour le compte d’une société une offre dans le cadre d’un marché public

    25 september 2019

    Arrest Hof van cassatie 7 april 2017 - C 16.0390.N

    Invulling van de bijzondere objectieve bestuursaansprakelijkheid voor RSZ-schulden bij faillissement vennootschapsgroep

    19 september 2019

    Conseil d’Etat n° 244.231 du 11 avril 2019

    Recours en suspension et en annulation de l’article 19 de l’arrêté royal du 30 juillet 2018 relatif aux modalités de fonctionnement du registre UBO

    2 september 2019

    Hof van Beroep Gent - 5de kamer - 26 februari 2019

    Omzetting van een schuldvordering op een vennootschap in moeilijkheden in kapitaal

    12 juni 2019

    Hof van Cassatie 2e Kamer - 16 april 1991

    Valsheid in geschrifte - valse notariële akte - fictieve inbreng

    21 maart 2019

    Hof van Beroep te Gent Zesde Kamer Correctionele zaken - Arrest van 15 oktober 2018 – 2017/NT/260

    Valsheid in jaarrekening en gebruik – Oplichting - Niet voeren van een passende boekhouding – commissaris - Controle van de jaarrekening

    21 maart 2019

    Rechtbank van Eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken - Vonnis D19M Kamer van 19 december 2016 - DE21.98.31285/17

    Valsheid in jaarrekening en gebruik – Oplichting - Niet voeren van een passende boekhouding – Commissaris - Controle van de jaarrekening

    12 februari 2019

    Rechtbank van Koophandel Antwerpen 19de Kamer - 7 juli 2015

    12 februari 2019

    Cour d’appel Bruxelles - 11 février 2009

    12 februari 2019

    Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel (Correctioneel) - 29 juni 2007

    12 februari 2019

    Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel 23e Kamer - 12 december 1996

    28 september 2018

    Arrêt de la Cour d'appel de Liège du 25 janvier 1996

    28 september 2018

    Arrêt Cour de cassation du 4 mai 2018 (C.17.0410.F)

    28 september 2018

    Arrest van het Hof van Cassatie 24 mei 2018 (C.17.0290.N)

    3 mei 2018

    Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen - 2017/AR/89

    15 december 2017

    Arrest Hof van Beroep Gent 2017/EV/21

    WCO – verzoekschrift – rechtsmisbruik

    5 december 2017

    Arrêt de la Cour constitutionnelle n° 116/2017 du 12 octobre 2017

    5 december 2017

    Arrest Grondwettelijk Hof nr. 116/2017 van 12 oktober 2017

    1 oktober 2013

    Arrest nr. 117/2013 van 7 augustus 2013 - Grondwettelijk hof

    Vangnetregulering en bindende vaststelling van tarieven door bedrijfsrevisor in geval van betwisting

    5 november 2015

    LCE - Jugement Tribunal de commerce Bruxelles - 27.06.2014 - H/14/10061

    LCE

    5 november 2015

    LCE - Jugement Tribunal de commerce Bruxelles - 03.07-2014 - H/14/10071

    LCE

    29 september 2015

    WCO - Vonnis Rechtbank van Koophandel Dendermonde - 07.10.2013 - B/13/00269

    WCO-opdrachten

    5 november 2015

    LCE - Arrêt Cour d'appel Bruxelles - 24.09.2015 - 2015/QR/75

    LCE

    21 september 2015

    LCE - Arrêt Cour d'appel Liège - 2014-RG-308 - 27.03.2014

    Procédure de réorganisation judicaire - requête - documents à joindre à la requête - situation comptable et budget - portée de cette obligation

    3 november 2014

    Cour d'appel Mons - arrêt 2014/RG/220 du 03/11/2014

    Bedrijfsrevisor - opdrachten

    20 juni 2017

    WCO arrest 2015/AR/2260 dd. 18.02.2016 - Hof van Beroep Antwerpen, vijfde kamer

    WCO

    21 september 2015

    WCO - Arrest Hof van Beroep Gent - 2014/EV/83 - 17.11.2014

    WCO - verzoekschrift - onvolledige en onbetrouwbare stukken

    27 oktober 2014

    Arrest 2013/AR/2981 - hof van beroep te Gent - 24 maart 2014

    Bedrijfsrevisor - opdrachten

    27 januari 2015

    Arrest Hof van Cassatie - 13.01.2015 - P.14.0564.N

    Bedrijsreivsoren die in het kader van een fraudeonderzoek een private expertise verrichten zijn geen detectives

    27 juni 1997

    Tribunal de première instance de Tournai

    Réviseurs d’entreprises – personne morale inscrite au tableau de l’ordre – absence de nature commercial – activités nécessairement civiles

    27 juli 2016

    Arrêt Cour constitutionnelle du 9 juin 2016 - n° 91/2016

    question préjudicielle - code des sociétés

    20 maart 2015

    Arrêt Cour constitutionnelle 134-2014 du 25 septembre 2014

    Arrêt Cour constitutionnelle

    20 maart 2015

    Arrêt Cour constitutionnelle 31-2015 du 12 mars 2015

    Les professions ilbérales ne peuvent pas bénéficier de la LCE.

    5 februari 2015

    Arrêt Cour constitutionnelle - 12-2015 - 05.02.2015

    Arrêts intéressant le commissaire dans l'exécution de son mandat

    15 november 2012

    Arrêt n° 97/2000 de la Cour d'arbitrage

    Arrêt n° 97/2000 du 26 septembre 2000 de la Cour d'arbitrage concernant le recours en annulation de l'article 43, §4, 2°, alinéa 1er, de la loi du 26 mars 1999 relative au plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses

    27 juli 2016

    Arrest Grondwettelijk Hof van 9 juni 2016 - nr. 91/2016

    Wetboek van vennootschappen - prejudiciële vraag

    12 april 2016

    Arrest Grondwettelijk Hof van 25 februari 2016 - nr. 28-2016

    privacy en beroepsorden titel en monopolie

    20 maart 2015

    Arrest Grondwettelijk hof 31-2015 van 12 maart 2015

    De vrije beroepen kunnen geen gebruik maken van de WCO.

    5 februari 2015

    Arrest Grondwettelijk hof 12/2015 - 05.02.2015

    arresten van belang voor de commissaris bij de uitoefening van zijn mandaag

    23 januari 2013

    Arrest nr. 220.076 van de Raad van State

    Arrest nr. 220.076 van de Raad van State met betrekking tot beslissing tot heroverweging inzake de openbaarmaking van de notulen van het Uitvoerend Comité te weigeren.

    15 november 2012

    Arrest nr. 97/2000 van het Arbitragehof

    Arrest nr. 97/2000 van 26 september 2000 van het Arbitragehof inzake het beroep tot vernietiging van artikel 43, § 4, 2°, eerste lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen

    15 december 2011

    Arrêt n° 187/2011 de la Cour constitutionnelle

    Arrêt n° 187/2011 de la Cour constitutionnelle en matière de copropriété

    27 januari 2015

    Tribunal de première instance - Bruxelles - 18/12/2013

    Faux en écritures - faux dans les comptes annuels (article 127 Code des sociétés) - abus de confiance et blanchiment - corruption active d'un fonctionnaire

    8 oktober 2012

    Arret n° 52/2012 de la Cour constitutionnelle

    Arret n° 52/2012

    21 november 2016

    WCO Arrest 2015-AR-2139 van 8 september 2016 - Hof van Beroep Antwerpen

    WCO

    30 september 2015

    Arrêt Cour de cassation 27.05.2015 - C.12.0249.F

    jurisprudence disciplinaire

    13 augustus 2015

    Arrêt Cour de cassation - 02.04.2015 – C.14.081.F

    Action en justice – Dissolution - Abus de droit - Société anonyme - Perte du capital social - Intéressé - Intérêt

    8 mei 2014

    Cour de cassation 13 décembre 2012

    Arrêt C 12.0204.F Engagement pris par l'organe d'une société - Engagement au nom et pour le compte de la société

    8 mei 2014

    Cour de cassation 5 juin 2013 F 13.0313.F

    Arrêt F 13.0313.F Blanchiment - Elément matériel - Conversion ou transfert de capitaux illicites

    8 mei 2014

    Cour de cassation 12 juin 2013 F 13.0312.F

    Arrêt F 13.0312.F Blanchiment - Eléments constitutifs - Avantages patrimoniaux - Provenance ou origine illégale - Connaissance - Infraction de base – Détermination

    8 mei 2014

    Cour de cassation 25 octobre 2013 F 12.0191.F

    Arrêt F 12.0191.F Première annuité d'amortisssement - Déduction intégrale - Groupe de sociétés - Société seule – Critères

    30 september 2015

    Arrest Hof van Cassatie 23.01.2015 - C.13.0579.N

    Arresten

    30 september 2015

    Arrest Hof van cassatie 28.11.2013 - C.12.0549.N

    arresten

    13 augustus 2015

    Arrest Hof van Cassatie - 17.10.2014 – C.13.0604.N

    Vennootschappen - Vordering tot ontbinding - Rechtsgrond - Oogmerk

    8 mei 2014

    Hof van Cassatie 5 oktober 2012 C 11.0398.N

    Arrest C 11.0398.N Overdracht van aandelen ingevolge uitsluiting en uittreding van aandeelhouders - Waardebepaling van de aandelen – Tijdstip

    4 oktober 2012

    Hof van Cassatie

    Nr. C.07.0281.N - Ook de beherende vennoten van de gewone commanditaire vennootschap dienen als kooplieden te worden aangemerkt en de faillietverklaring van de gewone commanditaire vennootschap heeft het faillissement van de beherende vennoten tot gevolg.

    30 juni 2011

    Cour de Cassation 1re Chambre

    C.10.0317.F/7. Il ressort que les créances du fisc et de l'ONSS qui ne sont pas des créances sursitaires extraordinaires sont soumises au même régime que les créances sursitaires ordinaires, et qu'en conséquence les effets d'un plan de réorganisation judiciaire dûment approuvé leur sont applicables.

    10 oktober 2013

    Arrest Raad van State nr. 223.762 van 6 juni 2013

    arrest-raad-state-223-762

    24 oktober 2016

    Arrêt n° 122-2016 du 22 septembre 2016 de la Cour constitutionnelle

    Questions préjudicielles

    1 februari 2011

    Cour constitutionnelle 1er decembre 2011 n° 183/2011

    Procédure préliminaire - Question préjudicielle - Irrecevabilité manifeste - Défaut d'indication de la norme contrôlée. Réviseurs d'entreprises - Droit disciplinaire La Commission de discipline peut-elle décider d’une mesure de probation ou d’un sursis à l’exécution de la sanction disciplinaire ? Ceci va-t-il à l’encontre du principe de légalité auquel sont soumises les peines disciplinaires ? L’instance disciplinaire peut-elle uniquement infliger les sanctions pénales prévues par la loi ou peut-elle, par analogie avec le droit pénal, prononcer une mesure de probation ou un sursis à l’exécution de la sanction disciplinaire ?

    24 oktober 2016

    Arrest 122-2016 dd. 22 september 2016 - Grondwettelijk Hof

    Prejudiciële vraag

    15 december 2011

    Arrest nr. 187/2011 van het Grondwettelijk Hof

    Arrest nr. 187/2011 van het Grondwettelijk Hof aangaande de mede-eigendom

    1 december 2011

    Grondwettelijk Hof 1 december 2011 nr. 183/2011

    Voorafgaande rechtspleging - Prejudiciële vraag - Klaarblijkelijke niet-ontvankelijkheid - Gebrek aan vermelding van de getoetste norm. Bedrijfsrevisoren – Tuchtrecht Kan de Tuchtcommissie beslissen tot een probatiemaatregel of uitstel van tenuitvoerlegging van de tuchtsanctie ? Gaat dit in tegen het legaliteitsbeginsel waaraan tuchtstraffen onderworpen zijn ? Kan het tuchtcollege enkel de wettelijk voorgeschreven tuchtsancties opleggen of kan er naar analogie met het strafrecht een probatiemaatregel getroffen worden of uitstel van tenuitvoerlegging van de tuchtsanctie ?

    10 december 2010

    Conseil d'état arrêt n° 209.666

    Conseil d’Etat Quinzième Chambre siégeant en référé Date de publication: Arrêt n° 209.666 Une mesure d’ordre provisoire décidée en cas d’urgence ou de flagrance par le président de l’institut des Réviseurs d’Entreprises est susceptible, en application du paragraphe 5 de cet article, par le renvoi qui y est fait à l’article 38, § 3, de faire l’objet d’un recours devant la Commission d’appel. En raison de l’existence de ce recours organisé, le Conseil d’État ne peut être saisi d’un recours en annulation qui serait formé contre une décision à l’encontre de laquelle ce recours peut être introduit. Une demande de suspension étant l’accessoire d’un recours en annulation, même quand la demande de suspension est introduite séparément selon la procédure d’extrême urgence, elle n’est elle-même recevable que si l’acte dont la suspension est demandée est susceptible de faire l’objet d’un recours en annulation.

    18 september 2015

    Aperçu du Droit disciplinaire IRE - mi 2014-mi 2015

    Ci-après, vous trouverez la contribution du dr. Ingrid DE POORTER à l’ICCI relative à l’aperçu de jurisprudence et de déontologie IRE fin 2014 – mi-2015.

    24 oktober 2013

    Aperçu du droit disciplinaire 2012-2013

    Ci-après, vous trouverez la contribution du professeur Bernard TILLEMAN à l’ICCI relative à l’aperçu de jurisprudence et de déontologie IRE fin 2012 – mi-2013.

    16 mei 2013

    Aperçu du droit disciplinaire 2011-2012

    Ci-après, vous trouvez la contribution de professeur Bernard TILLEMAN à l’ICCI relative à l’aperçu jurisprudence et déontologie IRE pour la période 2011-2012

    7 december 2011

    Aperçu du droit disciplinaire mi-2010-mi 2011

    Ci-après, vous trouvez la contribution de professeur Bernard TILLEMAN à l’ICCI relative à l’aperçu jurisprudence et déontologie IRE mi-2010-mi-2011

    9 november 2011

    Aperçu jurisprudence et déontologie IRE 2008-mi2010

    Etant donné que les décisions des instances disciplinaires deviennent de plus en plus nombreuses et que la rédaction d’un résumé implique nécessairement une certaine subjectivité, le Conseil de l’Institut des Réviseurs d’Entreprises (IRE) a déjà, depuis 2004, demandé au Professeur Bernard TILLEMAN, professeur ordinaire à la KULeuven, de bien vouloir rédiger ces résumés de décisions. Le Professeur TILLEMAN, au regard de ses nombreuses publications relatives à la jurisprudence disciplinaire, est particulièrement compétent pour ce faire.

    18 september 2015

    Overzicht Tuchtrechtspraak IBR - medio 2014-medio 2015

    Hierna vindt u de bijdrage van dr. Ingrid DE POORTER voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR van medio 2014 tot medio 2015.

    4 september 2014

    Overzicht Tuchtrechtspraak IBR - medio 2013-medio 2014

    Hierna vindt u de bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR van medio 2013 tot medio 2014.

    24 oktober 2013

    Overzicht van de tuchtrechtspraak 2012-2013

    Hierna vindt u de bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR eind 2012 tot medio 2013.

    16 mei 2013

    Overzicht van de tuchtrechtspraak 2011-2012

    Hierna vindt u bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR voor de periode 2011-2012.

    7 december 2011

    Overzicht van de tuchtrechtspraak medio 2010-medio 2011

    Hierna vindt u bijdrage van professor Bernard Tilleman voor het ICCI over de tuchtrechtspraak en deontologie IBR medio 2010 tot medio 2011.

    9 november 2011

    Overzicht tuchtrechtspraak en deontologie IBR 2008 tot medio 2010

    Gezien het feit dat het aantal tuchtbeslissingen de laatste jaren is toegenomen en dat de samenvatting ervan per definitie een zekere subjectiviteit met zich meebrengt, heeft de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) reeds in 2004 aan professor Bernard TILLEMAN, Gewoon Hoogleraar aan de KULeuven, gevraagd om de samenvattingen van de tuchtuitspraken op te stellen. Professor TILLEMAN is, gezien zijn diverse publicaties inzake de tuchtrechtspraak, hiervoor bijzonder goed geplaatst.

    12 augustus 2010

    Trib. Bruxelles (réf.) 12 août 2010, n° 2010/1207/C

    En cas de mesure d’ordre provisoire les garanties d’impartialité et d’indépendance résultant de l’article 6, § 1 de la Convention Européenne des Droits de l’Homme ne sont pas applicables au niveau du Comité exécutif dans la mesure où ces garanties sont bel et bien présentes dans la procédure d’appel.

    12 augustus 2010

    Kort Ged. Rb. Brussel 12 augustus 2010, nr. 2010/1207/C

    En cas de mesure d’ordre provisoire les garanties d’impartialité et d’indépendance résultant de l’article 6, § 1 de la Convention Européenne des Droits de l’Homme ne sont pas applicables au niveau du Comité exécutif dans la mesure où ces garanties sont bel et bien présentes dans la procédure d’appel.

    24 mei 2013

    Cour de cassation 1re Chambre

    Arrêt D.11.0012.F La procédure disciplinaire devant la commission d'appel de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises qui s'est déroulée à huis clos, hors les conditions spéciales dans lesquelles il peut être dérogé au principe de la publicité des audiences et sans que la personne poursuivie l'ait expressément demandé, est nulle.

    17 juni 2011

    Cour de cassation 17 juin 2011 D.10.0013.N

    Art. 53bis Code judiciaire - Mode -Délai - Point de départ Le point de départ du délai qui commence à courir à partir d'une notification est calculé selon la manière dont la notification a effectivement eu lieu et indépendamment du mode de notification prescrit; la constatation que la notification a été faite par courrier recommandé avec accusé de réception alors que seule la notification par courrier recommandé était prescrite, n'y déroge pas.

    15 oktober 2015

    Arrest Hof van Cassatie 24.09.2015 - D.14.0014.N

    Tuchtrechtspraak

    15 juli 2015

    Arrest Hof van Cassatie - 26.06.2015 - D.13.0025.N

    Tuchtrechtspraak Deontologie

    26 juni 2014

    Arrest D.13.0018.N - Hof van Cassatie

    Tuchtrechtspraak - Deontologie Arresten van belang voor de commissairs

    11 februari 2013

    Hof van Cassatie 16 november 2012 Nr. D.11.021.N

    Nr. D.11.0021.N - In een arrest van 16 november 2012 oordeelt het Hof van Cassatie dat de Salduz-rechtspraak niet van toepassing is in het raam van een tuchtrechtelijk vooronderzoek. Volgens het Hof bevindt de persoon die het voorwerp uitmaakt van een dergelijk onderzoek zich niet in een kwetsbare positie die de bijstand van een advocaat noodzakelijk maakt.

    17 juni 2011

    Hof van Cassatie 17 juni 2011 D.10.0013.N

    Art. 53bis Gerechtelijk Wetboek - Wijze -Termijn - Aanvangsdatum De aanvangsdatum van de termijn die begint te lopen vanaf een kennisgeving wordt berekend naargelang van de wijze waarop de kennisgeving daadwerkelijk is gebeurd en ongeacht de voorgeschreven wijze van kennisgeving; de vaststelling dat de kennisgeving bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs is gebeurd, dan wanneer enkel een kennisgeving met aangetekende brief is voorgeschreven, doet hieraan niet af.

    11 februari 2013

    Cour d'Appel Bruxelles - 9ième Chambre N° 1998/KR/84 + 85

    N° 1998/KR/84 + 85 - Certes, la désignation de commissaire fait perdre l'actionnaire minoritaire le pouvoir d'investigation et de contrôle que lui reconnaissent les articles 64, § 2, alinéa 2 des LCSC et 16, alinéa 2 des statuts de la SA. En l'espece, cependant, la manoeuvre apparaît grossière en ce que, pour échapper précisémment aux mesures d'expertise sollicitées par l'intimé - dont l'une était en cours - les administrateurs de la SA ont précipité les choses en convoquant l'assemblée générale extraordinaire du en vue de la désignation d'un tel commissaire alors que, sinon, rien ne justifiait de brusquer les choses en attendant la fin des opérations d'expertise. Il échet de relever, à ce propos, que, lors de l'assemblée générale exraordinaire de la SA du la décision de ne pas nommer un commissaire réviseur avait été adoptée à l'unanimité et ce revirement d'attitude des trois autres actionnaires de la SA ne s'explique que par leur volonté de faire échec aux opérations d'expertise sollicitées par l'intimé .

    11 februari 2013

    Cour d'Appel Bruxelles - 9ième Chambre N° 2000/AR/2412

    N° 2000/AR/2412 - L'expert désigné par le tribunal de commerce peut en vertu de l'article 191 LCSC (ancien) avoir comme mission de vérifier non seulement les livres et les comptes de la société mais également les opérations accomplies par ses organes. Sont considérés comme organes d'une société, le conseil d'administration, les gérants et administrateurs délégués, l'assemblée générale, les commissaires et les liquidateurs ("Overzicht van rechtspraak, Vennootschappen "K. Geens et H. Laga, T.P.R. 1993, p. 1083). Le fait que l'expert a le droit de vérfier les opérations effectuées par le commissaire signifie nécessairement que l'article 191 LCSC (ancien) trouve à s'appliquer même lorsqu'un commissaire a été désigné.

    11 februari 2013

    Cour d'Appel Bruxelles - 9ième Chambre N° 1998/AR/3262

    N° 1998/AR/3262 - La demande formée sur pied de l'article 191 des lois coordonnées sur les sociétés commerciales est recevables. En conséquence, désigne en tant qu'expert-vérificateur avec mission: - de vérifier les livres et comptes de la première intimée ainsi que les opérations accomplies par ses organes afin de déterminer les circonstances et conditions auxquelles l'ensemble de actions propres type AFV (dénommées VVPR) ont été vendues, leurs dates, prix et contreparties; - de rechercher si, et dans quelle mesure, ces actions propres ont été directement ou non, vendues aux sociétés du groupe dont fait partie et l'incidence que pareilles ventes auraient sur la liquidité boursière des titres; - de donner son avis sur la valeur intrinsèque des actions de lors des cessions litigieuses et le préjudice qui a pu résulter pour et ses actionnaires de ces opérations de cession, compte tenu du prix auquel ces actions ont été cédées. L'expert aura les mêmes pouvoirs de contrôle et d'investigation que ceux reconnus par l'article 64sexies des lois coordonnées sur les sociétés commerciales au commissaire-réviseur.

    23 januari 2013

    Arrest 2002/RK/147 van het Hof van Beroep te Antwerpen

    Arrest 2002/RK/147 van het Hof van Beroep te Antwerpen m.b.t. de uitoefening van het individueel onderzoeksrecht ex artikel 166 van het Wetboek van vennootschappen

    12 december 1996

    Rechtbank van eerste aanleg Brussel

    Commissaris-revisor - wettelijke opdracht - goedkeuring van de jaarrekening zonder voorbehoud - aansprakelijkheid t.o.v. koper van aandelen

    27 januari 1988

    Rechtbank van koophandel Brussel

    De commissaris, belast met een toezicht- en controlefunctie, mag zich niet inmengen in het bestuur van de vennootschap

    24 mei 2007

    Cour de cassation

    Contrôle - comptes annuels - absence de documents dans le délai légal - rapport de carence

    2 maart 2016

    Arrest P.13.0691.N - Hof van Cassatie

    commissaris - taak

    16 juli 2014

    Vonnis 27/06/2013 - A/12/04076 - Rechtbank van Koophandel te Gent (afdeling Dendermonde)

    ontslag - vergoeding

    1 februari 2014

    Vonnis 20/05/1996 - A.R. 16.584/95 - Rechtbank van Koophandel te Antwerpen

    ontslag-vergoeding

    15 juli 2014

    Vonnis 16/06/2011 - A/10/03244 - Rechtbank van Koophandel - 2de Kamer

    Commissaris-Duur van het mandaat-Ontslag om wettige redenen-Grootte schadevergoeding

    23 november 1989

    Cour d’appel de Liège

    Société anonyme – révocation d’un commissaire-réviseur – souci d’éviter des dépenses inutiles: ne constitue pas un « juste motif » au sens de l’article 64quater L.C.S.C. – droit du commissaire irrégulièrement révoqué avant terme à l’intégralité de ses émoluments (C. Civ., art. 1149)

    16 mei 2000

    Hof van Beroep Brussel

    1. Vennootschap – commissaris-revisor – ontslag met miskenning van beschermingsmaatregelen van art. 64quinquies Venn. W. – gevolg – omvang en begroting van de schadevergoeding krachtens art. 64quater Venn. W. 2. Rechtsmiddelen – burgerlijke zaken – hoger beroep – tergend en roekeloos

    11 februari 2013

    Cour d'Appel Bruxelles - 9ième Chambre N° 2004/AR/2187

    N° 2004/AR/2187 - Mandat ab litem (art. 440 C.j.). Désaveu (art. 848 C.j.) Responsabilité réviseur. Secret professionnel. La Cour ordonne, conformément aux articles 877 et suivants du Code judiciaire, la production, par la société civile sous forme de coopérative à responsabilité limitée et M. , de l'ensemble des documents de travail ainsi que tout autre document relatif à la révision des comptes de en ce compris ceux ayant servi à la drédaction du rapport du ainsi que les relevés de prestations identifiant celles-ci, le temps presté et les prestataires désignés.

    20 november 1995

    Tribunal de commerce de Namur

    Absence de nomination d’un commissaire – pouvoirs individuels d’investigation et de contrôle des associés – obligation pour les associés d’exercer ces pouvoirs

    27 januari 2011

    Cour Constitutionnelle: Arrêt n° 9/2011

    Décret de la Région wallonne du 30 avril 2009 relatif aux missions de contrôle des réviseurs au sein des organismes d'intérêt public, des intercommunales et des sociétés de logement de service public et au renforcement de la transparence dans l'attribution des marchés publics de réviseurs par un pouvoir adjudicateur wallon et modifiant certaines dispositions du décret du 12 février 2004 relatif aux commissaires du Gouvernement, du Code de la Démocratie locale et de la Décentralisation et du Code wallon du Logement Décret de la Région wallonne du 30 avril 2009 « modifiant certaines dispositions du décret du 12 février 2004 relatif aux commissaires du Gouvernement pour les matières réglées en vertu de l'article 138 de la Constitution et relatif aux missions de contrôle des réviseurs au sein des organismes d'intérêt public ainsi qu'au renforcement de la transparence dans l'attribution des marchés publics de réviseurs par un pouvoir adjudicateur wallon »

    11 september 2009

    Cour de cassation

    Discipline professionnelle - Comportement contraire au prescrit légal - Injonction du conseil de l'Institut des réviseurs d'entreprise de s'y conformer – Nature

    9 juli 2013

    Tribunal de commerce de Verviers - 3ème Chambre

    C. n° 98/3 - Le commissaire n'a pas à présenter une "vision particulière" de l'entreprise au sein de laquelle il exerce sa mission de contrôle. Il est uniquement tenu à faire rapport sur les comptes annuels et le rapport de gestion et de certifier le caractère fidèle et complet des informations économiques et financières transmises au conseil d'entreprise. Il n'est en rien responsable des choix et décisions, éventuellement contestables, prises par la direction de l'entreprise. La constitution d'un collège de réviseurs n'est nécessitée ni par la taille de l'entreprise ni par la vocation internationale de certaines de ses activités. Le mandat du commissaire aura une durée de trois ans.

    25 juli 2003

    Tribunal de commerce de Charleroi

    Contrôle des sociétés – société mère-fille – commissaire – proposition de l’organe de direction de soumettre à l’assemblée générale la candidature du commissaire qui contrôle les comptes de la société mère – désaccord au conseil d’entreprise – intervention du tribunal

    11 december 1998

    Tribunal de commerce de Verviers

    Commissaire-réviseur – remplacement du commissaire-réviseur – changement d'actionnaire majoritaire – intégration de la société dans un groupe international – Absence de majorité au conseil d'entreprise – nomination du commissaire-réviseur par le président du tribunal de commerce

    10 april 1986

    Tribunal de commerce Nivelles

    Société anonyme – contrôle – comptes annuels – société commerciale comprenant un conseil d'entreprise – nomination d'un commissaire réviseur – candidature unique proposée par le conseil d'administration (validité) – refus d'accord du conseil d'entreprise – désignation du commissaire réviseur par le tribunal de commerce, saisi par le conseil d'administration

    22 december 1998

    Cour d’appel de Liège

    Société – commissaire-réviseur – désaccord au sein du conseil d’entreprise quant au renouvellement du mandat du commissaire-réviseur – nomination par la cour d’un commissaire-réviseur n’ayant rencontré l’opposition d’aucun groupe dans l’entreprise

    6 juni 1996

    Cour d’appel de Bruxelles

    1. Commissaires-réviseurs: présentation par le conseil d’entreprise - Communication à titre d'information des émoluments des commissaires-réviseurs au conseil d'entreprise qui peut également se faire présenter une estimation des prestations desdits commissaires-réviseurs requises pour l'exercice de leurs fonctions - Désaccord sur les émoluments des commissaires-réviseurs implique Ie désaccord sur leur désignation. 2. Commissaires-réviseurs : nomination par le président du tribunal de commerce - Emoluments – Fixation ne relevant pas du domaine contractuel – Intérêt de l'entreprise et nécessité de garantir aux commissaires-réviseurs la possibilité de remplir leur mission en toute indépendance et dans la sérénité – Emoluments correspondant aux qualifications des réviseurs de la complexité de leur tâche et de I’ importance de leurs prestations - Président du tribunal de commerce pouvant recueillir tous renseignements utiles, notamment en ordonnant une mesure d'instruction Budget « temps » devant couvrir avec autant de précision que possible le nombre d’heures minimales nécessaires à l'accomplissement de la mission légale. 3. Commissaires-réviseurs : émoluments fixés par le Président du Tribunal de Commerce - ne couvrent que la mission légale des commissaires-réviseurs Mission d'information et d'analyse, mais non de formation, de conseil de critique

    28 april 2005

    Rechtbank van Koophandel Brussel

    Bedrijfsrevisoren – artikel 157 Vennootschapswet – aanstelling als commissaris door de voorzitter van de rechtbank van koophandel – eenzijdig verzoekschrift – herziening van het revisoraat

    13 januari 1995

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Commissaris-revisor – ondernemingsraad – gerechtelijke aanstelling

    9 november 1992

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Commissaris – herbenoeming – vervanging gerechtvaardigd omwille van internationalisering

    3 oktober 1989

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Bedrijfsrevisor – aanstelling door voorzitter rechtbank van koophandel – hoger beroep en niet-uitvoering door werkgever – vordering op eenzijdig verzoekschrift door meerderheid van o.r. tot voorlopige aanstelling van de bedrijfsrevisor aangesteld in de beschikking waartegen beroep - dwangsom

    27 september 1989

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Bedrijfsrevisor – taak t.o.v. ondernemingsraad – noodzaak van aanwezigheid van vertrouwen

    13 januari 1987

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Vennootschappen – benoeming van commissaris-revisor – voordracht door de raad van bestuur – geen meerderheid bij de werknemersafvaardiging in de ondernemingsraad – uitoefening van de wettelijke opdrachten t.a.v. de ondernemingsraad als geheel – aanstelling door de voorzitter van de rechtbank van koophandel, zitting houdende als in kort geding.

    26 juni 1986

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Vennootschappen – benoeming van commissaris-revisor – voordracht van revisorenvennootschap met vaste vertegenwoordiger – betwisting door de werknemersafvaardiging

    5 juni 1986

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Vennootschappen: Naamloze vennootschap – controle – commissaris-revisor – voordracht door raad van bestuur – weigering werknemers

    27 januari 2011

    Grondwettelijk Hof: Arrest nr. 9/2011


    Grondwettelijk recht - 1. Federale bevoegdheden - a. Bedrijfsrevisor - Organisatie en uitoefening van het beroep - b. Overheidsopdrachten - Juridisch stelsel - c. Handelsrecht en vennootschapsrecht - 2. Bevoegdheden van de gewesten - a. Oprichten van gedecentraliseerde diensten, instellingen en ondernemingen of kapitaalsparticipaties - b. Ondergeschikte besturen. Bedrijfsrevisor - Inschrijving voor een mandaat bij een Waalse aanbestedende overheid - 1. Regel inzake externe rotatie - 2. Onverenigbaarheden - 3. Transparantieverslag.

    12 januari 2004

    Rechtbank van koophandel Brussel

    Commissaris – termijn mandaat – art. 135, lid 1 W. Venn. – drie kalenderjaren

    5 januari 2004

    Hof van Beroep Gent

    Vennootschap - Controle van de jaarrekening – Commissaris – Artikel 135, lid 1, W.Venn. – Duurtijd mandaat commissaris – Verslag over drie opeenvolgende boekjaren – Geen recht op bijkomende bezoldiging

    5 juni 2008

    Hof van Cassatie

    Vennootschap – commissaris-revisor – driejarige ambtstermijn – begrip jaar – boekjaar – duurtijd

    26 januari 2017

    Vonnis van 7 november 2016 - A-14-03347 Rechtbank van Koophandel Turnhout

    Turnhout Faillissement

    26 maart 2004

    Rechtbank van koophandel Antwerpen

    Aansprakelijkheid commissaris-revisor – minderheidsvordering (art. 562 W. Venn.) – niet-ontvankelijk – enkel vordering ex. art. 561 W. Venn. (actio mandati) mogelijk – uitgesloten indien (rechtsgeldige) kwijting verleend door algemene vergadering

    8 mei 2014

    Hof van Beroep Antwerpen 27 februari 2013 – 9e Kamer Correctionele zaken nr. C/388/2013

    Aansprakelijkheid

    22 februari 2013

    Arrest nr. 1/VR/07 van het Hof van beroep Gent - 1ste Kamer

    Het hof van beroep te Gent kwam in het strafproces rond het faillissement van Lernout & Hauspie tot de bevinding dat het bedrijfsrevisorenkantoor geen fout had gemaakt, zelfs geen lichte. In hoofde van de natuurlijke persoon die als vaste vertegenwoordiger van het kantoor was opgetreden, werd wel onachtzaamheid vastgesteld. Gelet op de decumulregel van artikel 5 van het Strafwetboek, werd enkel deze natuurlijke persoon gestraft voor het onopzettelijk misdrijf van artikel 171, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en artikel 17, derde lid van de Boekhoudwet van 17 juli 1975.

    19 april 2005

    Hof van Beroep Antwerpen

    Bestuurdersaansprakelijkheid – aansprakelijkheid vereffenaar – aansprakelijkheid commissaris – art. 1382 B.W. – niet-doorgestorte bedrijfsvoorheffing en niet-betaalde vennootschapsbelasting – opzetten fraudesysteem – fout

    8 april 2004

    Hof van Beroep Antwerpen

    Vennootschap – a) Inbreng – kapitaalverhoging door inbreng in natura – vordering tot nietigverklaring – beweerd misbruik van meerderheid – waardering van aandelen economisch verantwoord – b) Commissaris-revisor – aansprakelijkheid – waardering van aandelen als tegenprestatie van inbreng in natura – zelfde waarde als bij eerdere kapitaalsverhogingen

    13 januari 1995

    Hof van Beroep Gent

    Vennootschap – bestuursaansprakelijkheid en commissarissen – art. 103 – schuldeiser die voor het tijdstip van aanmerkelijk kapitaalverlies heeft gehandeld Geen aansprakelijkheid – bestuurder handelend voor virtueel failliete vennootschap – aansprakelijkheid Bestuurder handelend na staking van betaling – aansprakelijkheid Commissaris-revisor – aansprakelijkheid wegens gebrek aan toezicht

    30 juni 2004

    Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen

    Inbreng – soevereine beslissing oprichters Inbreng in natura – bevoegdheid commissaris – controle aangewende waarderingsmethode – tegenprestatie inbreng Inbreng in natura – controlebevoegdheid bedrijfsrevisor – geen controle juridische voorwaarden inbreng Aansprakelijkheid bedrijfsrevisor – marginale toetsing

    25 juni 2002

    Rechtbank van Koophandel Hasselt

    Aansprakelijkheid commissaris – invloed op bestuursaansprakelijkheid – beide extern in solidum aansprakelijk – geen vrijwaring van bestuurder door commissaris

    19 december 1997

    Rechtbank van Koophandel Hasselt

    Individueel controle- en onderzoeksrecht van een vennoot (art. 64, §2 W. Venn.) – kleine nv met commissaris – afwezigheid van statutaire bepaling – geen onderzoeksrecht

    23 mei 1986

    Rechtbank van Koophandel Hasselt

    Vennootschappen – benoeming van commissaris-revisor – voordracht van kandidaat door de raad van bestuur – geen meerderheid bij de werknemersafvaardiging in de ondernemingsraad – aanstelling

    9 mei 1986

    Rechtbank van Koophandel Mechelen

    Naamloze vennootschappen – controle – commissaris-revisor – voordracht door de raad van bestuur – weigering werknemers