7 augustus 2015
Een cliënt wenst zijn gewone commanditaire vennootschap om te zetten in een BVBA / BV. Hier zal ook een inbreng van een Nederlandse éénmanszaak in de nieuwe vennootschap gebeuren.
Wat het verslag van deze inbreng betreft, moet dit worden opgesteld door een Belgische bedrijfsrevisor of is een verslag van een Nederlandse bedrijfsrevisor/externe accountant voldoende?
De belangen van deze Nederlandse éénmanszaak worden momenteel behartigd door een Nederlandse accountant. Blijkbaar mag de gebruikelijke accountant ook een waarderingsverslag maken. Is dit voldoende? (in de veronderstelling dat het geen Belgische revisor moet zijn)
Het ICCI kan op deze vragen als volgt antwoorden:
Overeenkomstig artikel 777 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 14:4 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dient een controleverslag van de commissaris of, bij zijn ontstentenis, een bedrijfsrevisor, ingeschreven in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), of een externe accountant, ingeschreven bij het Instituut van Accountants en Belastingconsulenten (IAB) / Institute or Tax Advisors & Accountants (ITAA), te worden opgesteld bij de omzetting van een gewone commanditaire vennootschap in een BVBA / BV.
De inbreng in natura vereist de tussenkomst van een bedrijfsrevisor die een verslag moet opstellen over o.a. de beschrijving van de inbreng, de toegepaste waarderingsmethoden en de vergoeding die als tegenprestatie voor deze inbreng wordt verstrekt (art. 313 W. Venn. / art. 5:133 WVV). Bijgevolg is een Nederlandse accountant die niet is ingeschreven in het openbaar register van het IBR, niet bevoegd om de bovenvermelde opdracht uit te oefenen. Meer informatie daaromtrent is te vinden in artikel 10 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren en het koninklijk besluit van 21 juli 2017 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor alsook de inschrijving en registratie in het openbaar register van de bedrijfsrevisoren.
Ten slotte wenst het ICCI te preciseren dat, indien het de bedoeling is dat de omzetting en de inbreng in natura worden behandeld in één enkele notariële akte, het van oordeel is dat er zich geen problemen stellen indien de bedrijfsrevisor desgevallend slechts één verslag zou opstellen, waarin hij nochtans twee afzonderlijke hoofdstukken zal voorzien en waarbij zijn besluiten ook afzonderlijk zullen worden geformuleerd voor ieder onderdeel van zijn opdracht.