14 juni 2012
In eerste instantie kan het ICCI bevestigen dat er, in principe, geen beperkingen zijn aan de activiteiten die een bedrijfsrevisor mag uitoefenen, voor zover het niet gaat over commerciële activiteiten (de artikelen 2 en 3 van het Wetboek van Koophandel definiëren de daden van koophandel) en op voorwaarde dat zij verenigbaar zijn met de waardigheid en de kiesheid van het beroep.
Het voeren van de boekhouding van een onderneming, bijvoorbeeld, is toegelaten zoals blijkt uit artikels 48 en 49 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen [1] die het volgende stipuleren:
“Art. 48. De bedrijfsrevisoren en accountants, alsmede de stagiair-accountants en de stagiair-bedrijfsrevisoren, mogen de beroepswerkzaamheden van boekhouder uitoefenen zonder ingeschreven te zijn op het tableau van de beoefenaars van het beroep of op de lijst van de stagiairs.
Als zij van die mogelijkheid gebruik maken, zijn zij niet gemachtigd de titel van “erkend boekhouder” of van “stagiair-boekhouder” te voeren.
Art. 49. Diegene die de beroepswerkzaamheid van boekhouder uitoefent, is diegene die zich gewoonlijk, als zelfstandige en voor rekening van derden, bezighoudt met :
Ook het opzetten van een IT-systeem in een onderneming is toegelaten voor een bedrijfsrevisor, voor zover deze activiteit geen leveringen van goederen inhoudt, zelfs niet ten bijkomstige titel.
Op de mogelijkheid voor de bedrijfsrevisor om boekhoudingen te voeren en IT-systemen op te zetten is er evenwel een wettelijke beperking voorzien in artikel 183ter van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen (W. Venn.), in het geval dat de bedrijfsrevisor commissaris is van de vennootschap die zal genieten van de diensten:
“De commissaris kan zich, onverminderd de bepalingen van artikel 3, 7bis en 8 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut der Bedrijfsrevisoren en van de bepalingen vervat in de artikelen 4 tot 14 van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 betreffende de plichten van bedrijfsrevisoren en onverminderd de overige bepalingen in artikel 133 van het Wetboek van vennootschappen, niet onafhankelijk verklaren in geval hij of een persoon waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten of met wie hij beroepshalve in samenwerkingsverband staat of een met de commissaris verbonden vennootschap of persoon als bedoeld in artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen:
(…);
2° bijstand verleent of deelneemt aan de voorbereiding of het voeren van de boekhouding of aan de opstelling van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening van de gecontroleerde vennootschap;
3° instaat voor de opstelling, de ontwikkeling, de invoering en het beheer van technologische systemen van financiële informatie in de gecontroleerde vennootschap;
(…).”.
Een commissaris kan dus voormelde diensten niet leveren aan een onderneming waar hij het mandaat van commissaris waarneemt.
Voor zover als nodig wenst het ICCI nog even het verschil tussen een bedrijfsrevisor en een commissaris te benadrukken. Bedrijfsrevisor is een erkende en beschermde beroepstitel, enkel gedragen door de personen ingeschreven in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Commissaris is de controlefunctie beschreven in artikelen 130 tot 140 van het Wetboek van vennootschappen. De functie van commissaris kan enkel worden uitgeoefend door een bedrijfsrevisor.
[1] BS 11 mei 1999.