18 januari 2016
Eerst wenst het ICCI op te merken dat, hun inziens, het commissarismandaat in een AGB eveneens onderhevig is aan de onafhankelijkheidsvoorschriften voor commissarissen zoals bepaald in het Wetboek van vennootschappen. Immers bepaalt 243bis, § 1 van het Gemeentedecreet: “De controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf wordt uitgeoefend door één of meer commissarissen. Die commissarissen zijn erkende bedrijfsrevisoren en worden benoemd door de gemeenteraad. Zij zijn onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die hun ambt en hun bevoegdheid regelen.”.
Trouwens verklaart het AGB XX zelf dat zij de “wetgeving op de vennootschappen” dient te volgen (zie p. 12, titel III van de door u overgemaakt offertevraag).
Gezien deze elementen, verwijst het ICCI naar artikel 133, § 8 en § 9 van het Wetboek van vennootschappen juncto artikel 183ter van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen dat limitatief de prestaties bepaalt die van aard zijn de onafhankelijkheid van de commissaris in het gedrang te brengen.
Naar de mening van het ICCI vallen de omschreven prestaties binnen de opsomming in voornoemd artikel 183ter en zijn zij bijgevolg van aard de onafhankelijkheid van de commissaris in het gedrang te brengen.
Het uitvoeren van deze prestaties impliceert immers (i) het nemen van beslissingen of het tussenkomen in de besluitvorming (art 183ter, 1°), (ii) het verlenen van bijstand of de deelname aan de voorbereiding of het voeren van de boekhouding of aan de opstelling van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening van de gecontroleerde vennootschap (art 183ter, 2°) en/of de deelname aan de interne audit functie (art 183ter, 5°).
De in de offertevraag opgesomde werkzaamheden zijn bijgevolg onverenigbaar met het mandaat van commissaris.
Vervolgens wenst het ICCI te benadrukken dat de algemene onafhankelijkheidsbepalingen vermeld in de artikelen 133, §§ 1 et 2 van het Wetboek van vennootschappen te allen tijde dienen te worden nageleefd. Verder dienen de normen van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren inzake bepaalde aspecten verbonden met de onafhankelijkheid van de commissaris tevens te worden nageleefd. Dit omvat onder meer het waarborgen van de schijnbare onafhankelijkheid (punt 3.1. van de norm).
Overeenkomstig artikel 133, § 10 van het Wetboek van vennootschappen, kan de commissaris altijd het advies vragen van het Advies- en controlecomité (ACCOM) over de verenigbaarheid van een prestatie van de commissaris (of van een lid van zijn netwerk) met de onafhankelijkheidsregels. Echter is het mandaat van de leden van de ACCOM verlopen en is zij tot op heden nog niet hernieuwd. Het gevolg hiervan is dat zij momenteel niet meer zetelt.