20 januari 2022
Mag een bedrijfsrevisor een verslag opstellen waarin wordt geattesteerd dat er overeenstemming is tussen
de door het kantoor geregistreerde hoeveelheden edelmetalen en de hoeveelheid geregistreerd door de vennootschap die de fysieke bewaring van deze edelmetalen behartigt? Zo ja, mag het opgestelde attesteringsverslag integraal worden bekendgemaakt op de website van het kantoor?
“In het kader van een opdracht als arbiter ontving ik een aantal jaren het antwoord van een NV.
Het lijkt mij evident dat de verzekeringsmaatschappij in het kader van onderstaande casus dezelfde visie hanteert.
Ik ontving de opdracht van een kantoor in België, hetwelk het fysieke beheer (gelegen te Londen, Frankfurt en Zürich) van goudstaven waarneemt van haar klanten, en waarbij ik de vraag kreeg toegewezen om een verslag op te stellen waarin geattesteerd wordt dat er overeenstemming is tussen:
- de door het kantoor geregistreerde hoeveelheden edelmetalen (behulp van een digitale databank met toewijzing van edelmetalen aan een persoon en aan een bepaalde fysieke locatie) enerzijds
- en de hoeveelheid geregistreerd door de vennootschap die te Londen, Frankfurt en Zürich die fysieke bewaring van deze edelmetalen behartigt, anderzijds.
In een mogelijk volgende fase kan eventueel de vraag gesteld worden om effectief in de opslagplaatsen te Londen, Frankfurt en Zürich de fysieke aanwezigheid van de hoeveelheden edelmetalen te gaan vaststellen en attesteren.
Voor alle duidelijkheid, het betreffende kantoor (opdrachtgever) is er wettelijk niet toe gehouden een commissaris aan te stellen.
Mijn vraagstelling luidt daarbij als volgt :
1. Uit het document blijkt dat er n.m.m. de vraag dient gesteld te worden of boven vernoemde werkzaamheid verenigbaar is met de functie en titel van bedrijfsrevisor? Het betreft hier een contractuele opdracht.
2. Mag het door mij opgestelde attest integraal worden bekendgemaakt op de website van het kantoor dat mij hiermee heeft belast en dat aldus publiek kenbaar wordt gemaakt (door de loutere consultatie van de website van de opdrachtgever)?
Uiteraard zal tegelijkertijd de vraag ter dekking van de aansprakelijkheid eveneens voorgelegd worden aan de verzekeringsmaatschappij.”
2. Als antwoord op de eerste vraag kan het ICCI bevestigen dat de omschreven opdracht verenigbaar is met de functie en titel van bedrijfsrevisor. Uit de beschrijving begrijpt het ICCI namelijk dat de onderneming een bedrijfsrevisor wil gelasten met een verenigbare contractuele opdracht. Uiteraard dient de opdracht steeds te gebeuren mits naleving van de deontologische verplichtingen die op de bedrijfsrevisoren van toepassing zijn, alsook mits naleving van de maatregelen die ertoe strekken de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor te garanderen.
Aangezien de opdracht in casu door een onderneming aan een bedrijfsrevisor wordt toevertrouwd, is de algemene norm van het IBR van 13 maart 2020 van toepassing op alle opdrachten toevertrouwd door een onderneming aan de bedrijfsrevisor van toepassing op deze opdracht.
In het bijzonder dient het verslag van de bedrijfsrevisor in overeenstemming met par. 13 van voormelde norm van 13 maart 2020 te worden opgesteld, die onder punt (g) aangeeft dat dit verslag, in voorkomend geval, een verklaring dient te bevatten inzake de verspreiding van het verslag (openbaar of beperkt tot specifieke gebruikers). Bijgevolg kan hier worden aangegeven dat het door de bedrijfsrevisor opgesteld verslag integraal publiek kenbaar wordt bekendgemaakt door loutere consultatie op de website van het kantoor dat u met de opdracht heeft belast.
Bovendien kan het ICCI als inspiratiebron voor de verslaggeving dienaangaande nog verwijzen naar de International Standard on Related Services (ISRS) 4400, alsmede de publicatie Handleiding Regelgeving Accountancy 2021 van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA).
3. Ten slotte wenst het ICCI nog de aandacht te vestigen op het feit dat het ICCI op haar website een voorbeeld van algemeen contractueel kader heeft gepubliceerd en dat de bedrijfsrevisor en zijn cliënt, overeenkomstig artikel 21 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, voorafgaand aan de uitvoering van elke opdracht een opdrachtbrief dienen op te stellen, die, naast de omschrijving van de opdracht, op een evenwichtige wijze de wederzijdse rechten en plichten van de cliënt en van de bedrijfsrevisor dienen te bepalen.