6 juli 2010

Moet een Duitse vennootschap met branch in België, waar ook een ondernemingsraad is, bij die ondernemingsraad de aanstellingsprocedure volgen zoals beschreven in de vennootschapswet?

 

De Belgische vestiging van de Duitse vennootschap is onderworpen aan artikel 14, § 1 van de wet van 20 september 1948 houdende de organisatie van het bedrijfsleven, dat stipuleert:

 

(Ondernemingsraden worden ingesteld in al de ondernemingen die gewoonlijk een gemiddelde van tenminste 50 werknemers te werk stellen.) ((Onverminderd de bepalingen van artikel 21, §§ 10 en 11) dient te worden verstaan onder:

1° onderneming: de technische bedrijfseenheid, bepaald (in het kader van deze wet) op grond van de economische en sociale criteria; in geval van twijfel primeren de sociale criteria.

(…).

 

Tevens wordt er bevestigd dat bovenstaande wet inderdaad ook van toepassing is op Belgische vestigingen van buitenlandse vennootschappen (M. Vander Linden, “ Rôle et mission du réviseur d’entreprises à l’égard du Conseil d’entreprise”, in La révision des comptes annuels et des comptes consolidés, Cahiers AEDBF/EVBFR, Bruxelles, Bruylant, 2000, 118-119).

 

Uit het bovenstaande blijkt dus dat de Belgische vestiging van de Duitse vennootschap in casu, krachtens artikel 15bis van de wet van 20 september 1948, kwalificeert als een onderneming waar een ondernemingsraad moet worden opgericht.

 

Vervolgens bepaalt artikel 151, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:83, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen:

 

In elke vennootschap waar een ondernemingsraad moet worden opgericht krachtens de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, met uitzondering van de gesubsidieerde onderwijsinstellingen, worden één of meer bedrijfsrevisoren benoemd met als taak:

(…)”.

 

Uit de samenlezing van de artikelen 155 en 156 van het Wetboek van vennootschappen / artikelen 3:87 en 3:88 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen blijkt inderdaad dat dezelfde aanstellingsprocedure dient te worden gevolgd indien in de Belgische vestiging een bedrijfsrevisor moet worden aangesteld, die dan de taak bedoeld in de artikelen 151 tot 154 van het Wetboek van vennootschappen / artikelen 3:83 tot 3:86 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen uitoefent.