5 februari 2014
In het Wetboek van vennootschappen is in artikel 413 vermeld dat voor een wijziging van het doel van een CVBA er bij een verslag van het bestuursorgaan tevens een staat van actief en passief wordt gevoegd, die niet meer dan drie maanden oud is. De commissaris moet tevens een afzonderlijk verslag uitbrengen over die staat.
Voor huisvestingsmaatschappijen kwam er onlangs een wijziging hieromtrent. Het decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen (dd. 31 mei 2013; BS 11 juli 2013) schrijft nu een soepeler regime in de Vlaamse wooncode in: voor een doelwijziging bij een sociale huisvestingsmaatschappij volstaat vanaf nu een staat van activa en passiva die 6 maanden voordien werd vastgesteld. Het artikel 14 zegt immers : Aan artikel 40, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij decreet van 29 april 2011, wordt de volgende zin toegevoegd : “In afwijking van artikel 413 en 559 van het Wetboek van vennootschappen kan de staat van activa en passiva bij een statutenwijziging die betrekking heeft op het doel van de sociale huisvestingsmaatschappij, tot zes maanden voordien zijn vastgesteld.”.
Het boekjaar sluit af per 31 december. Indien in een bijzondere algemene vergadering vóór 30 juni van het daaropvolgende jaar (na de jaarlijkse algemene vergadering die de jaarrekening heeft goedgekeurd) een wijziging van het doel gebeurt op basis van een staat van actief en passief die gelijk is aan de zonet goedgekeurde jaarrekening :
“Aan artikel 40, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij decreet van 29 april 2011, wordt de volgende zin toegevoegd :
“In afwijking van artikel 413 en 559 van het Wetboek van vennootschappen kan de staat van activa en passiva bij een statutenwijziging die betrekking heeft op het doel van de sociale huisvestingsmaatschappij, tot zes maanden voordien zijn vastgesteld.”.”.
Bijgevolg dient de commissaris, vanaf de inwerkingtreding van het voormelde decreet, desgevallend een staat van activa en passiva van meer dan drie maanden, maar minder dan zes maanden oud van het bestuursorgaan van de Vlaamse sociale huisvestingsmaatschappij te aanvaarden.
Als antwoord op de tweede vraag is het weldegelijk zo dat de Vlaamse decreetgever kan afwijken van het Wetboek van vennootschappen wanneer dat noodzakelijk is voor het uitoefenen van de toegekende bevoegdheden. Hiervoor kan de Vlaamse decreetgever een beroep doen op haar impliciete bevoegdheden. Overeenkomstig artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (BS 15 augustus 1980) kunnen decreten rechtsbepalingen bevatten in aangelegenheden waarvoor de parlementen niet bevoegd zijn, voor zover die bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun bevoegdheid.
Verder is in artikel 40, §2, VWC opgenomen: “Het Wetboek van vennootschappen is van toepassing op die maatschappijen voor zover daarvan niet wordt afgeweken in de Vlaamse Wooncode of in de statuten.”. De decreetgever kan dus afwijken van het Wetboek van vennootschappen wanneer dat noodzakelijk is voor het uitoefenen van de toegekende bevoegdheden (adviezen Raad van State, afdeling Wetgeving van 11 september en 2 oktober 1989).
Voor meer informatie hieromtrent, en omtrent de specifieke motivering van noodzakelijkheid voor het uitoefenen van de toegekende bevoegdheden in hoofde van de Vlaamse decreetgever, verwijst het ICCI naar het ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, en meer bepaald de pagina’s 14 en 15 [1].