21 januari 2014

KAN HET ICCI DUIDELIJKHEID BRENGEN IN DE HIERONDER GESCHETSTE SITUATIE?

Als bedrijfsauditor helpt men de raad van bestuur of ondernemers om fraude binnen de onderneming op te sporen en een auditrapport op te stellen. Steeds meer en meer krijgt men de vraag van ondernemers om een audit uit te voeren bij het overnemen van een onderneming, waarbij men soms de hulp van een bedrijfsrevisor nodig heeft om bv. een waardebepaling te kunnen uitvoeren.

  1. Wanneer een niet-bedrijfsrevisor wenst samen te werken met een bedrijfsrevisor moeten deze twee samen een vennootschap op richten? Indien ja, hoe moeten deze aandelen dan verdeeld worden?
  2. Indien er niet moet worden geopteerd voor de samenwerking binnen de oprichting van een vennootschap, moet er dan een soort samenwerkingscontract moeten worden opgesteld en door wie? Bijvoorbeeld door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren?

Het ICCI kan meedelen dat het niet verplicht is om een vennootschap op te richten wanneer een niet‑bedrijfsrevisor wenst samen te werken met een bedrijfsrevisor, uitgaande van de hypothese dat deze samenwerking niet indruist tegen het beroep van bedrijfsrevisor en haar deontologie.

 

Indien een niet-bedrijfsrevisor wenst samen te werken met een bedrijfsrevisor, en deze samenwerking niet indruist tegen het beroep van bedrijfsrevisor en haar deontologie, is het aan te bevelen dat een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst wordt opgesteld tussen beide partijen. Op deze manier wordt een bewijskrachtig document bekomen betreffende deze verbintenis tot samenwerking.

 

Wel brengt de samenwerking op zich verscheidene gevolgen met zich mee voor de bedrijfsrevisor  indien de samenwerking als gevolg heeft dat de bedrijfsrevisor behoort tot een “netwerk” zoals gedefinieerd in artikel 3:56 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Voor meer informatie hieromtrent verwijzen wij naar IBR, Vademecum Deel I: Rechtsleer, 2009, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, p. 60-68.