4 september 2013

DIENEN DE LEDEN VAN HET BESTUURSORGAAN VAN EEN BEDRIJFSREVISORENKANTOOR BEDRIJFSREVISOREN NATUURLIJKE PERSONEN TE ZIJN, OF MOGEN DEZE LEDEN OOK VENNOOTSCHAPPEN ZIJN, TELKENS VERTEGENWOORDIGD DOOR EEN BEDRIJFSREVISOR NATUURLIJKE PERSOON?

 

Als antwoord op de vraag verwijst het ICCI naar artikel 6, § 1, 3° van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, dat het volgende stelt:

 

[Krachtens de in artikel 41 bedoelde delegatie en overeenkomstig het bepaalde in dat artikel wordt de hoedanigheid van bedrijfsrevisor door het Instituut toegekend aan iedere rechtspersoon of een andere entiteit met om het even welke rechtsvorm, met zetel in een lidstaat, die aan de volgende voorwaarden voldoet:

(…)

3° het bestuursorgaan van die rechtspersoon of die entiteit is voor een meerderheid samengesteld uit auditkantoren [1], wettelijke auditors [2]en/of bedrijfsrevisoren. Wanneer het bestuursorgaan slechts uit twee leden bestaat, is ten minste één van hen een bedrijfsrevisor, een auditkantoor of een wettelijke auditor zijn. Wanneer een revisorenkantoor of een auditkantoor lid is van het bestuursorgaan, wordt dit kantoor, overeenkomstig artikel 132 van het Wetboek van Vennootschappen, respectievelijk vertegenwoordigd door een natuurlijk persoon die de hoedanigheid van bedrijfsrevisor heeft of door een natuurlijk persoon die als wettelijke auditor is erkend;

 

Uit het voorgaande volgt dat het bestuursorgaan van een bedrijfsrevisorenkantoor mag bestaan uit bedrijfsrevisorenkanto(o)r(en) (auditkantoren), telkens vertegenwoordigd door een persoon die erkend is als wettelijke auditor, dus o.a. door een bedrijfsrevisor natuurlijke persoon.

[1] Auditkantoor : een entiteit, andere dan een natuurlijke persoon, die de toelating heeft om in een Lidstaat van de Europese Unie het beroep van wettelijke auditor in de zin van de Richtlijn 2006/43/EG uit te oefenen. (Art. 3, 5° wet van 7 december 2016).

[2] Wettelijke auditor : een natuurlijke persoon, die de toelating heeft om in een Lidstaat van de Europese Unie het beroep van wettelijke auditor in de zin van de Richtlijn 2006/43/EG uit te oefenen. (Art. 3, 4° wet van 7 december 2016).