12 februari 2019

De curator is geen derde en kan geen vorderingsrechten van individuele schuldeisers uitoefenen. Zijn taak bestaat erin om het vennootschapsvermogen weder samen te stellen, waarbij hij, enerzijds, de rechten van de gefailleerde vennootschap uitoefent en, anderzijds, over enkele bijzondere herstelbevoegdheden beschikt op grond van de faillissementswet. Tenzij wanneer de curator gebruik maakt van deze bijzondere bevoegdheden, oefent hij de rechten uit van de vennootschap tot herstel van de schade aan het vennootschapsvermogen. Wanneer de curator derden of bestuurders aanspreekt, stelt hij geen vordering in namens de individuele schuldeisers, maar stelt hij een vennootschapsvordering in.

Samenloop tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid is niet toegestaan, tenzij dat noch de fout noch de schade van contractuele aard is.

De controleopdracht van de commissarissen van de vennootschap is een inspanningsverbintenis.

De vijfjarige verjaringstermijn voorzien in art. 198 W.Venn. geldt zowel voor vorderingen op grond van de artikelen 527-528 W.Venn., op grond van artikel 1382 BW als op grond van artikel 530 W.Venn. Het voorleggen van een niet-waarheidsgetrouwe jaarrekening en het feit jarenlang geen toepassing te hebben gemaakt van de alarmbelprocedure, zijn feiten waarvan de verjaring begint te lopen vanaf de datum waarop deze jaarrekening werd voorgelegd aan de algemene vergadering, respectievelijk de datum waarop ten laatste de alarmbelprocedure had moeten worden nageleefd. Zij vormen geen één en ondeelbaar geheel van feiten die samen één bestuursfout zouden uitmaken.

De kwijting van de algemene vergadering is tegenwerpelijk aan de curatoren, zowel wat betreft hun vorderingen op grond van artikel 527 W.Venn., op grond van artikel 528 W.Venn. als op grond van artikel 1382 BW.