4 april 2024

1. De volgende situatie wordt beschreven: 

De wet van 23 maart 2019, die het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna “WVV”) introduceerde, is in werking getreden vanaf 1 mei 2019. Tegen uiterlijk 31 december 2023 moesten alle vennootschappen hun statuten aanpassen aan het WVV. Indien de vennootschap op 31 december 2023 haar statuten nog niet heeft aangepast aan het WVV dan lijkt het dat een opmerking (inbreuk) in het 2e deel van het commissarisverslag dient te worden opgenomen onder de sectie “Andere vermeldingen”. Echter – het is onduidelijk of een inbreuk tegen de statuten dient te worden opgenomen of tegen het WVV (desondanks bevat het WVV geen direct artikel dat stelt dat een Vennootschap haar statuten in lijn dient te brengen met het WVV). Nochtans stelt artikel 39 van de Wet tot invoering van het WVV en houdende diverse van 23 maart 2019 bepalingen het volgende “….In ieder geval moeten de statuten uiterlijk op 1 januari 2024 met de bepalingen van hetzelfde Wetboek in overeenstemming worden gebracht”. Betekent dit dat een inbreuk dient vermeld te worden tegen voornoemd artikel 39 wat in tegenstelling zou zijn met de bepalingen van artikel 3:74, 9° dat enkel inbreuken tegen het WVV en de statuten voorziet? Indien de Vennootschap haar statuten in overeenstemming brengt met het WVV tussen 1 januari 2024 en de datum van ondertekening van het commissarisverslag, dient dezelfde inbreuk te worden overwogen?

2. Artikel 39 §1, tweede lid van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, voorziet in het volgende: 

De in het eerste lid bedoelde vennootschappen, verenigingen en stichtingen moeten hun statuten in overeenstemming brengen met de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen ter gelegenheid van de eerstvolgende statutenwijziging na 1 januari 2020, tenzij deze statutenwijziging voortvloeit uit de toepassing van het toegestane kapitaal, de uitoefening van inschrijvingsrechten of de conversie van converteerbare obligaties. In ieder geval moeten de statuten uiterlijk op 1 januari 2024 met de bepalingen van hetzelfde Wetboek in overeenstemming worden gebracht. De leden van het bestuursorgaan zijn persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schade geleden door de vennootschap, vereniging of stichting, of door derden ten gevolge van de niet-nakoming van deze verplichting.

 Artikel 3:75.§1, 9° van het WVV stelt op haar beurt dat: 
Het verslag van de commissarissen bedoeld in artikel 3:74, eerste lid, moet minstens volgende elementen bevatten:
(..)
  9° de vermelding dat zij geen kennis hebben gekregen van verrichtingen gedaan of beslissingen genomen met overtreding van de statuten of van de bepalingen van dit wetboek. Kregen zij wel kennis van dergelijke overtredingen, dienen zij daarvan melding te maken. (…);

Hoewel het niet tijdig aanpassen van de statuten geen overtreding uitmaakt van het WVV maar van de overgangsbepalingen voorzien door de wet van 23 maart 2019, is het ICCI van oordeel dat de commissaris minstens een melding dient te maken in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” van zijn verslag. 

Het ICCI verwijst u in dit verband naar de FAQ: Overgang van het W.Venn naar het WVV (update 26 oktober 2020), in het bijzonder naar FAQ 11, gepubliceerd op de website van het IBR: de vennootschap, vereniging of stichting loopt, indien ze er niet voor zorgt dat haar statuten in overeenstemming zijn met het WVV, het risico een beslissing te nemen die in strijd is met één van de dwingende bepalingen van het WVV en zou ze dus aansprakelijk gesteld kunnen worden door een derde die schade heeft geleden als gevolg van een overtreding van één van deze dwingende bepalingen.

3. De datum van uitgifte van het commissarisverslag is ook van belang (vóór of na 30 juni 2024) indien het een rechtspersoon betreft waarvan de rechtsvorm inmiddels opgeheven is door het WVV.

Vanaf 1 januari 2024 worden rechtspersonen waarvan de rechtsvorm in de tussentijd uit het WVV zijn verdwenen, automatisch omgezet naar de wettelijke rechtsvorm zoals voorzien door de wetgever. Uiteraard:
- de commanditaire vennootschap op aandelen (CVOA) wordt een naamloze vennootschap met een enige bestuurder;
- de landbouwvennootschap (LV) wordt een  vennootschap onder firma (VOF) of een commanditaire vennootschap
- het economisch samenwerkingsverband (ESV) wordt een vennootschap onder firma (VOF)
- de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) wordt een vennootschap onder firma (VOF);
- de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) die niet aan de definitie van coöperatieve vennootschap in artikel 6:1 van het Wetboek beantwoordt, wordt een besloten vennootschap (BV);
- de beroepsvereniging wordt een VZW.

Voor deze entiteiten wordt een aanvullende termijn van 6 maanden, hetzij tot 30 juni 2024, aan het bestuursorgaan toegekend zodat een algemene vergadering bijeengeroepen kan worden met als agenda de aanpassing van de statuten aan de nieuwe wettelijke vorm.

Na deze termijn lijkt de vermelding in het tweede deel van het verslag dus onvermijdelijk.

4. In het algemeen raadt het ICCI bovendien aan om de verplichting om de statuten aan te passen op te nemen in een management letter en om hiervan melding te maken in de bevestigingsbrief, welke door het bestuur te ondertekenen is. 

5. Eventueel zou de commissaris op eigen initiatief, afhankelijk van zijn professionele oordeelsvorming – in toepassing van artikel 5:83 (BV), artikel 6:70, § 1 (CV), of artikel 7:126 (NV) WVV – zelf een algemene vergadering kunnen bijeenroepen tot aanpassing van de statuten. De concrete voorstellen tot aanpassing en het ontwerp van de nieuwe statuten, dienen echter door het bestuur te worden aangeleverd.

6. Om op de tweede vraag te antwoorden, verwijst het ICCI naar de tweede zin van art. 3:75, §1, 9°: 
Ten slotte vermelden de commissarissen in het tweede verslag of zij kennis hebben gekregen van verrichtingen gedaan of beslissingen genomen met overtreding van de statuten of van de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Deze laatste vermelding kan echter worden weggelaten wanneer de openbaarmaking van de overtreding aan de vennootschap onverantwoorde schade kan berokkenen, onder meer omdat het bestuursorgaan gepaste maatregelen heeft genomen om de aldus ontstane onwettige toestand te verhelpen.

De vermelding kan dus worden weggelaten onder meer omdat het bestuursorgaan gepaste maatregelen heeft genomen om de aldus ontstane onwettige toestand te verhelpen.


*****


Sleutelwoorden: overgangsrecht, statuten, commissarisverslag
Mots-clés : droit transitoire, statuts, rapport de commissaire