27 oktober 2014

KAN HET ICCI UITSLUITSEL GEVEN OMTRENT DE HIERONDER GESCHETSTE SITUATIE?

 Er wordt verondersteld dat men commissaris is in een vennootschap. Deze vennootschap heeft gedurende de controle van het boekjaar de grens van 100 VTE’s overschreden. De verplichting een ondernemingsraad op te richten komt concreet neer op de verplichting van de werkgever een verkiezingsprocedure op te starten. Wanneer aan deze verplichting wordt voldaan, ligt de bal in het kamp van de werknemers.


De vraag is nu of men als commissaris de verplichting heeft om erop toe te kijken of deze procedure correct wordt gevolgd? Of zijn er andere verplichtingen waarmee men als commissaris voor deze concrete situatie dient rekening te houden?

Alvorens de vraag te beantwoorden wil het ICCI verduidelijken dat de overschrijding van de grens van 100 werknemers (VTE’s) slechts een effect heeft, voor wat betreft de installatie van een ondernemingsraad, bij de volgende sociale verkiezingen die in het hele land worden gehouden.

 

Overeenkomstig artikel 155 van het Wetboek van vennootschappen (W. Venn.) / artikel 3:87 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) is de aangestelde commissaris bevoegd om de in artikelen 151 tot 154 W. Venn. / artikelen 3:83 tot 3:86 WVV geformuleerde opdrachten uit te oefenen.

 

De bepalingen van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven die verband houden met de rol van de commissaris ten opzichte van ondernemingsraad zijn volledig geïntegreerd in het Wetboek van vennootschappen.

 

De Juridische Commissie van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) heeft enerzijds de aandacht gevestigd op het feit dat de overtredingen van bovenvermelde bepalingen van de wet van 20 september 1948 moeten worden beschouwd als overtredingen van het Wetboek van vennootschappen. Bijgevolg zullen dergelijke overtredingen (o.a. het niet-organiseren van verkiezingen met het oog op het oprichten van een ondernemingsraad) in bepaalde omstandigheden moeten worden vermeld in het tweede deel van het commissarisverslag (zie art. 144, § 1, 9° W. Venn. / art. 3:75, § 1, 9° WVV). Anderzijds is de commissaris hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van overtredingen op het Wetboek van vennootschappen. Ten aanzien van de overtredingen waaraan zij geen deel hebben gehad, worden zij van die aansprakelijkheid slechts ontheven wanneer zij aantonen dat zij hun taak naar behoren hebben vervuld en zij die overtredingen hebben aangeklaagd bij het bestuursorgaan en, in voorkomend geval, indien daar geen passend gevolg werd gegeven, op de eerste daaropvolgende algemene vergadering nadat zij er kennis van hebben gekregen (art. 140, tweede lid W. Venn. / art. 3:71, tweede lid WVV).

 

Voor meer informatie hieromtrent wordt er verwezen naar het IBR-Vademecum Deel 1: Rechtsleer (Antwerpen, 2009, Standaard Uitgeverij, p. 577 e.v.).

 

Ten slotte is het ICCI van oordeel dat een melding in de management letter tevens mogelijk is. Immers bepaalt het punt A49 van ISA-norm 260 (Herzien) met betrekking tot de communicatie met de met governance belaste personen[1] het volgende:

 

De geschikte timing voor communicatie zal afhankelijk zijn van de omstandigheden van de opdracht. Relevante omstandigheden zijn onder meer de significantie en de aard van de aangelegenheid, alsmede de acties die van de met governance belaste personen worden verwacht. Bijvoorbeeld:

  • vindt communicatie met betrekking tot aangelegenheden inzake de planning vaak in een vroegtijdig stadium van de controleopdracht plaats en kan deze bij een initiële opdracht deel uitmaken van het bereiken van overeenstemming over de opdrachtvoorwaarden;”.