28 mei 2021
Zijn cryptomunten te beschouwen als een munt en de inbreng ervan als een inbreng in geld dan wel als onlichamelijke roerende goederen en een inbreng daarvan als een vorm van inbreng in natura?
- U beschrijft de volgende situatie:
“Wij kregen de vraag om een inbrengverslag op te stellen nav een inbreng van cryptomunten in een BV. Hoe verloopt dit gegeven de mogelijk zware schommelingen op dagbasis? Wij maken een revisoraal verslag op waaruit blijkt dat waarde x is, maar op datum van oprichting is het waarde y. Hoe dienen wij dit te behandelen voor het inbrengverslag?” - Allereerst wil het ICCI de status van cryptovaluta verduidelijken, m.a.w. is er sprake van een inbreng in geld dan wel een inbreng in natura. Om te worden beschouwd als een inbreng in geld moet de desbetreffende cryptomunt erkend zijn als wettelijk betaalmiddel. Er is tot op vandaag evenwel nog geen enkele cryptomunt als zodanig erkend. Daarom is, volgens het ICCI, de inbreng van cryptocurrencies, zoals bijvoorbeeld de bitcoin, een inbreng in natura. De naam “munt” of “currency” is hier misleidend, want het gaat vooralsnog niet om een erkend wettelijk betaalmiddel.
- Verder wenst het ICCI uw aandacht te vestigen op het feit dat er weinig tot geen guidelines bestaan, en evenmin een wettelijk kader werd gecreëerd over de waardebepaling van cryptomunten.
- Cryptomunten zijn onlichamelijke roerende goederen (1) en, zoals hierboven aangegeven, is een inbreng daarvan te beschouwen als een inbreng in natura. De ontwerpnorm inzake de opdracht van de bedrijfsrevisor in het kader van een inbreng in natura en quasi-inbreng dient derhalve te worden toegepast.
- Het verslag dient duidelijkheid te verschaffen over de waarderingsmethoden die het bestuursorgaan heeft gebruikt bij de waardebepaling van deze cryptomunten. Het is aan het bestuursorgaan om hierover een standpunt in te nemen dat dan door de bedrijfsrevisor op kritische wijze kan worden bekeken, met inbegrip van het bedrijfseconomisch karakter van deze waarderingsmethoden. Desgevallend kan in de sectie van het "inbreng in natura"-verslag omstandig worden besproken dat dergelijke “munten” een inherente volatiliteit kennen qua marktwaarde, en dat de inbreng hiervan zekere risico's met zich meebrengt, die finaal worden gedragen door de inbrengende vennootschap.
- Ongeacht de waarderingsmethodes zal rekening moeten worden gehouden met de waarde van de cryptomunten op datum van de akte en kan het verslag pas op die datum definitief worden ondertekend.
( [1] ) S. Geiregat, “Hoofdstuk 2. Cryptovaluta's in het vermogensrecht. Poging tot gemeen- en consumentenrechtelijke kwalificatie”, in Cryptomunten juridisch ontsloten, Antwerpen, Intersentia, 2020, p. 23.