8 november 2019
“De bedrijfsrevisor vraagt aan de oprichters of het bestuursorgaan om, rekening houdend met het relatief belang van elk overgedragen bestanddeel, hem de gegevens te overhandigen die hij nodig acht om een oordeel te kunnen uitspreken over, en controleert hun overeenstemming met de beschrijving van de inbreng in natura of quasi-inbreng: (…)
het eigendomsrecht van de overdrager (door b.v. hypothecaire uittreksels) en de identiteit van de overdrager; de bedrijfsrevisor zal o.m. het huwelijksstelsel van de overdrager natrekken;”
de beperkingen die op hun toekomstig gebruik kunnen wegen (hoofdzakelijk op het vlak van ruimtelijke ordening).”