8 mei 2020

In welke rubriek van de jaarrekening dienen hypothecaire inschrijvingen op onroerende goederen van een aandeelhouder natuurlijke persoon te worden opgenomen?

 

  1. De volgende situatie wordt beschreven: Men is commissaris binnen een vennootschap dewelke een krediet met solidaire borgstelling heeft lopen bij bank x. Deze borgstelling is tussen de vennootschap, een zustervennootschap en de aandeelhouder natuurlijke persoon. De waarborgen binnen de kredietopening zijn gevestigd voor de totaliteit van de kredietopening en dus voor alle schulden van alle partijen binnen deze kredietopening. Binnen het krediet zijn er bv. hypothecaire inschrijvingen op onroerende goederen dewelke eigendom zijn van de aandeelhouder natuurlijke persoon.

     

    De vraagt wordt gesteld, in dat verband, of deze hypothecaire inschrijvingen ook dienen te worden opgenomen in de jaarrekening VOL 6.14 – code 9171 ‘zakelijke zekerheden die door de ondernemingen op haar eigen activa werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen van de onderneming’ of er hier enkel hypothecaire inschrijvingen dienen te worden opgenomen op de onroerende goederen dewelke eigendom zijn van de vennootschap, het voorgaande rekening houdende dat de vennootschap zich hiervoor wel solidair borg heeft gesteld. De bankbevestiging confirmeert tevens het bestaan van deze waarborgen en zekerheden. Indien deze niet onder code 9171 dienen te worden opgenomen, stelt men zich de vraag of deze dan dienen te worden opgenomen in de toelichting van de jaarrekening, en zo ja, waar in de toelichting deze waarborgen dan wel dienen te worden opgenomen.

     

  2. Als antwoord op deze vraag, verwijst het ICCI naar het CBN-advies 2018/17 van 11 juli 2018 “Schulden gewaarborgd door een zakelijke zekerheid – Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen” ( [1] ) dat het volgende bepaalt betreffende hypotheken:

     

    De rekening 00 Zekerheden door derden gesteld voor rekening van de onderneming herneemt “de zakelijke of persoonlijke zekerheden die door derden ten behoeve van de crediteuren van de vennootschap zijn gesteld, als waarborg voor de voldoening van actuele of potentiële schulden of verplichtingen die de vennootschap jegens hen heeft aangegaan”. Op deze rekening staan niet de onherroepelijk beloofde zekerheden.”

     

  3. Uit voorgaande volgt dat het ICCI van mening is dat deze hypothecaire inschrijvingen, die door de aandeelhouder natuurlijke persoon werden gesteld, in rekening 00 dienen te worden geboekt. Niettemin is de CBN in advies 2017/07 van 15 maart 2017 ([2]) van mening dat:

 

De onderneming kan bijvoorbeeld hoofdelijk aansprakelijk zijn met de al dan niet verbonden derde partijen.

 

In dat geval is de Commissie van mening dat de onderneming de verplichtingen systematisch moet boeken voor het totaalbedrag waarvoor de onderneming aansprakelijk kan worden gesteld en dat verschuldigd is aan de schuldeiser.

 

Het bestaan van een hoofdelijke verbintenis en het bestaan van een mogelijkheid tot persoonlijk verhaal of subrogatoir verhaal van de hoofdelijke schuldenaar tegenover zijn mogelijke hoofdelijke medeschuldenaars kunnen echter worden vermeld in de toelichting.”

 

Bijgevolg is het ICCI van oordeel dat het totaalbedrag waarvoor de vennootschap aansprakelijk kan worden gesteld, in VOL 6.14-Code 9149 “door de onderneming gestelde of onherroepelijk beloofde persoonlijke zekerheden als waarborg voor schulden of verplichtingen van derden” (rekening 01) moet worden geboekt, met de eventuele melding van een hoofdelijke verbintenis in de toelichting mits wordt verduidelijkt dat er wordt uitgegaan van de assumptie dat de onderneming geen zakelijke waarborgen heeft gesteld. Het ICCI raadt ook aan om dit verder in een vrije toelichting te beschrijven. Dit kan het “getrouwe beeld” van de jaarrekening ten goede komen.