6 juni 2019

Is het huwelijksvermogensrecht van belang bij de identificatie van de uiteindelijke begunstigden in het kader van de antiwitwaswetgeving?

UITEINDELIJKE BEGUNSTIGDEN IN HET KADER VAN DE ANTIWITWASWETGEVING?

Conform artikel 4, 27° van het wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, is een uiteindelijke begunstigde voor wat betreft een vennootschap:

  • de natuurlijke perso(o)n(en) die rechtstreeks of onrechtstreeks een toereikend percentage van de stemrechten of van het eigendomsbelang in het kapitaal van deze vennootschap houdt/houden. (indicatie van een toereikend percentage: meer dan 25%);

     

  • één of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) die zeggenschap heeft/hebben over deze vennootschap via andere middelen. De informatieplichtigen moeten zich aldus verzekeren dat geen enkele natuurlijke persoon die, rechtstreeks of onrechtstreeks, over minder dan 25% van de stemrechten of van het kapitaal van de informatieplichtige beschikt – alleen, via andere middelen, of samen met andere natuurlijke personen – de facto geen zeggenschap over de informatieplichtige heeft[1];

Indien niemand hierboven bedoelde personen kan worden geïdentificeerd of indien er enige twijfel bestaat of de geidentificeerde persoon of personen de uiteindelijke begunstigde is of zijn, is de uiteindelijke persoon of personen die behoort/behoren tot het hoger leidinggevend personeel.Het huwelijksvermogensrecht is van belang als de partners uiteindelijke begunstigden van een informatieplichtige zijn.[2]

Voorbeeld

[1] Art. 22, lid 1 tot en met 5 van Richtlijn 2013/34/EU;en art. 5 tot 9
W. Venn / art. 1:14 WVV). In het bijzonder ook art. 5, § 3, tweede lid W. Venn. / art. 1:14, § 3, tweede lid WVV: Controle betekent dat één natuurlijke persoon alleen, eenzijdig beslissingen kan nemen, hetgeen in principe een meerderheid (>50%) van de stemrechten vereist. Echter, voor (voornamelijk beursgenoteerde) vennootschappen met een deel van de aandelen in ‘free float’ kan controle door één natuurlijke persoon alleen, die op de voorlaatste en laatste algemene vergadering van de informatieplichtige entiteit stemrechten heeft/hebben uitgeoefend die de meerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten verbonden aan de op deze algemene vergaderingen vertegenwoordigde aandelen (en dit dus ook met minder dan 50% van het totaal aantal stemrechten).

[2] Krachtens art. 74, § 1 van het wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, de volgende entiteiten zijn informatieplichtigen: vennootschappen, trusts, stichtingen, (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk en juridische entiteiten die vergelijkbaar zijn met fiducieën of trusts.

[3] Cf. “FAQ: UBO-register bijgewerkt op 2 april 2019”, p. 12-13, beschikbaar op de website van het FOD Financien: https://financien.belgium.be/sites/default/files/20190402__FAQ_NL_FINAL_CLEAN.pdf.