31 mei 2022
Is het mogelijk om een herwaardering te boeken op een immaterieel vast actief, met name een IT-platform?
“Wij contacteren U in het kader van artikel 3:35 KB/WVV dat als volgt luidt:
“§ 1. De vennootschappen, VZW’s, IVZW’s en stichtingen mogen de materiële vaste activa, de deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen of bepaalde soorten hiervoor genoemde vaste activa herwaarderen, wanneer de waarde van deze activa, bepaald in functie van hun nut voor de vennootschap, VZW, IVZW of stichting, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde. Wanneer de betrokken activa noodzakelijk zijn voor de voortzetting van het bedrijf van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting of van een onderdeel daarvan, mogen zij slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rentabiliteit van de vennootschap of de activiteiten van de VZW, IVZW of stichting of van het betrokken onderdeel daarvan.”
Een cliënt heeft destijds een immaterieel vast actief aangekocht voor respectievelijk 1 EUR. Het betreft een IT-platform waar zo'n 17.500 uur werk aan is gespendeerd. Men heeft dit platform laten waarderen door een confrater (niet-commissaris) die het aantal uren vermenigvuldigd heeft met de gemiddelde (uur)kostprijs van een IT-consultant. Vervolgens, op advies van een beroepsbeoefenaar, werd er een herwaardering geboekt op dit immaterieel vast actief. In casu, daar het (i) extern werd aangekocht; en (ii) het een immaterieel vast actief betreft, is het, onzes inziens, onmogelijk om een herwaardering te boeken op voornoemd immaterieel vast actief. Artikel 3:35 KB/WVV maakt echter enkel melding van herwaardering op materiële vaste activa en niet de immateriële vaste activa wat o.i. onze visie bevestigt. Echter, gelet op het feit dat op advies van een beroepsbeoefenaar de boeking werd doorgevoerd, zouden wij graag het standpunt van het ICCI hieromtrent bekomen.”
Het ICCI verwijst naar paragraaf 22 van het CBN-advies 2012/13, De boekhoudkundige verwerking van immateriële vaste activa ( [1] ), waarin dit standpunt eveneens wordt bevestigd en het volgende nog wordt gepreciseerd:
“Tot vóór de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen, hadden ondernemingen de mogelijkheid om de immateriële vaste activa te herwaarderen. Deze mogelijkheid tot herwaardering werd evenwel afgeschaft door voornoemd koninklijk besluit van 12 september 1983. Artikel 42 van het koninklijk besluit van 12 september 1983 laat echter toe dat dat de ondernemingen die meerwaarden op immateriële vaste activa hebben geboekt tijdens een boekjaar dat vooraf gaat aan het boekjaar dat ingaat na 31 december 1983, deze meerwaarden op het passief van de balans mogen behouden onder de rubriek III herwaarderingsmeerwaarden.
Ten slotte moet nog worden opgemerkt dat onder post III van de passiefzijde “Herwaarderingsmeerwaarden” de terugnemingen mogen worden geboekt van waardeverminderingen geboekt op immateriële vaste activa zonder beperkte gebruiksduur (art. 100 KB W.Venn.[/ art. 3:94 KB/WVV]).”
Ten slotte wil het ICCI volledigheidshalve ook nog verwijzen naar de gedragslijnen inzake de beroepsrelaties tussen de leden van het IBR, het IAB en het BIBF ([2]).
( [1] ) Advies van 10 oktober 2012, cf. De boekhoudkundige verwerking van immateriële vaste activa | CNC CBN (cbn-cnc.be).