10 februari 2016
EFRO interreg 2014 – interpretatieve vraag onverenigbaarheden voor auditoren/revisoren
10 februari 2016
Kan het ICCI een duidelijk advies verlenen omtrent de hieronder vermelde probleemstelling?
Men beschrijft de situatie waar het Agentschap Ondernemen recent met 5 auditkantoren een multilaterale raamovereenkomst sloot voor het uitvoeren van zogenaamde “1ste lijn controles” in het kader van Interreg V programma’s (2014-2020). Men stelt dat samengevat een 1ste lijn controleur controleert “of uitgaven in het kader van Interreg V projecten conform zijn aan de subsidieregelgeving voor deze programma’s [en] zo nodig schrapt of corrigeert een 1ste lijn controleur uitgaven die door een projectuitvoerder ingediend worden en verklaart hij/zij ze finaal conform”.
Men stelt de vraag aan het ICCI of een bedrijfsrevisorenkantoor de rol van 1ste lijn controleur kan combineren met die van een “vaste revisor” van de welbepaalde organisatie, of als deze combinatie van rollen daadwerkelijk onverenigbaar is op basis van bestaande nationale en/of internationale wetgeving of deontologische regels die het beroep van auditor/revisor regelen.
Bij het beantwoorden van de vraag gaat het ICCI ervan uit dat met “vaste revisor” van een welbepaalde organisatie het commissarismandaat wordt bedoeld dat de bedrijfsrevisor desgevallend in de organisatie uitoefent .
Het ICCI begrijpt uit desituatieschets en uit het Bestek nr. 2015/AO/Interreg/1ste lijn controle/001, titel III, 4 Uit te voeren controles, dat de 1ste lijn controleur de volgende controles uitvoert:
“De 1ste lijn controle van Interreg projecten omvat een 100 % controle van de volgende categorieën van kosten conform de geldende EU, programma en nationale subsidiabiliteitsregels:
personeelskosten;
kantoor- en administratieve kosten;
reis- en verblijfskosten;
kosten voor externe expertise en diensten;
kosten voor uitrusting;
kosten voor fysieke investeringen.
Controles omvatten zowel desk controles als controles ter plaatse.
Om de subsidiabiliteit van onkosten zo correct mogelijk te kunnen inschatten en zo nodig deze te kunnen corrigeren is een uitstekende toegepaste kennis nodig van onderliggende EU, EFRO, Interreg en nationale subsidiabiliteitsregels in verband met deze onkosten.
Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan relevante regelgeving op het gebied van staatssteun, overheidsopdrachten, inkomsten, lonen, communicatieverplichtingen, afschrijvingen van materiaal en infrastructuur, boekhoudkundige verwerking van kosten en inkomsten.”.
Het ICCI verwijst naar artikel 133/1 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:63 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat limitatief de prestaties bepaalt die van aard zijn de onafhankelijkheid van de commissaris in het gedrang te brengen.
Volgens het ICCI bestaan de werkzaamheden van de 1ste lijn controleur veeleer uit een verdere uitdieping van controles op bepaalde rubrieken/kosten, zodanig dat deze opdracht, onzes inziens, verenigbaar is met het commissarismandaat. Het is echter steeds de verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor om de situatie geval per geval te beoordelen.