18 december 2015
Een natuurlijk persoon bedrijfsrevisor wordt gedurende de looptijd van zijn commissaris mandaten, vennoot/bestuurder in een bestaande erkende revisorenvennootschap. Vanaf dit moment worden alle revisorale opdrachten aanvaard en uitgevoerd door de revisorenvennootschap, en ondertekend door de nieuwe vennoot/bestuurder als vaste vertegenwoordiger van de revisorenvennootschap.
Vraag 1: moeten de lopende mandaten op naam van de natuurlijke personen verdergezet worden in persoonlijke naam van de natuurlijke persoon bedrijfsrevisor of kunnen, met de nodige goedkeuringen door de algemene vergadering en nodige publicaties, de mandaten overgezet worden naar de revisorenvennootschap? Indien verplichte verderzetting in persoonlijke naam, zouden alle procedures (incl. toepassing ISQC 1)en tools van het revisorenkantoor worden toegepast.
Vraag 2: indien de lopende mandaten dienen verdergezet in persoonlijke naam, is dan een netwerk in voege zodat de IBR-bijdragen enkel door het netwerk zijn verschuldigd?
Als antwoord op de eerste vraag kan het ICCI meedelen dat de lopende mandaten op naam van de natuurlijke personen in principe worden verdergezet in persoonlijke naam door de natuurlijke persoon bedrijfsrevisor wanneer deze laatste toetreedt tot een revisorenvennootschap. Indien de natuurlijke persoon zijn mandaten wenst over te dragen aan de revisorenvennootschap, moet hij zijn ontslag aanbieden aan de algemene vergadering die dan de mogelijkheid (maar uiteraard niet de verplichting) heeft de revisorenvennootschap als commissaris aan te stellen [1] (al dan niet met als vaste vertegenwoordiger de oorspronkelijke mandaathouder). Deze benoeming is dan een nieuw mandaat voor de wettelijke duur van drie jaar.
De bedrijfsrevisor natuurlijke persoon kan er in casu voor kiezen om zijn mandaten in persoonlijke naam verder te zetten tot hun einddatum en kan, bij de eventuele herbenoeming, verzoeken dat de algemene vergadering de revisorenvennootschap benoemt. Zolang de bedrijfsrevisor het mandaat uitoefent in persoonlijke naam, is hij verplicht zijn verslagen te ondertekenen in persoonlijke naam en kan hij in de desbetreffende mandaten niet optreden als permanente vertegenwoordiger van de revisorenvennootschap vermits de vennootschap niet tot commissaris is benoemd. Het ICCI wenst evenwel aan te stippen dat het voortzetten van mandaten in persoonlijke naam niet belet dat (i) medewerkers van de revisorenvennootschap ingeschakeld kunnen worden voor de uitvoering van de controlewerkzaamheden, (ii) de procedures (inclusief ISQC-1) van het revisorenkantoor kunnen worden toegepast op de mandaten, en (iii) de facturatie van de erelonen via de revisorenvennootschap kan gebeuren.
Op de vraag of er in de omschreven situatie een netwerk bestaat, kan het ICCI antwoorden dat het een beslissing is van de betrokken partijen om al dan niet een netwerk te vormen. Het vaststellen van de verschuldigde IBR-bijdragen zal gebeuren op basis van de feitelijke situatie beslist door de betrokkenen.
[1] B. Tilleman, Het statuut van de commissaris, Brugge, die Keure, 2007, p. 38.