18 december 2008
Hoe moet artikel 633 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 7:228 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen worden toegepast?
Paragraaf 1.1.2. van de Normen inzake de controle bij het voorstel tot ontbinding van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (beschikbaar op de website van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren www.ibr-ire.be, onder de rubriek Regelgeving en publicaties – Normen en Aanbevelingen – Normen) bepaalt dat:
“Artikel 181 W. Venn. [/ art. 2:71 WVV] betreft de gevallen waarin aan de algemene vergadering de ontbinding van de vennootschap wordt voorgesteld. Is er geen voorstel tot ontbinding van de vennootschap, dan is de procedure niet van toepassing.
In het kader van de artikelen 633, 332 en 431 W. Venn. [/ artikelen 7:228, 5:153 en 6:119 WVV] of van een gerechtelijk akkoord, moet de procedure van artikel 181 W. Venn. [/ art. 2:71 WVV] maar worden toegepast als de ontbinding van de vennootschap wordt voorgesteld in de agenda opgenomen in de oproeping.
Beslist de algemene vergadering evenwel ter zitting om tot de ontbinding van de vennootschap over te gaan zonder dat haar daartoe een voorstel is gedaan, dan is artikel 181 W. Venn. [/ 2:71 WVV] wel van toepassing.”. (Zie punt 3.2.2.1. door de heer R. Van Boven in: Vademecum van de accountant en de belastingconsulent, Deel 2 - De meeste courante wettelijke opdrachten uit het Wetboek van vennootschappen”, Brugge, die Keure, 2007, p. 106).
De vraag of de bedrijfsrevisor reeds een controleverslag (overeenkomstig artikel 181 W. Venn. / artikel 2:71 WVV) dient op te stellen is controversieel. De meerderheid van de rechtsleer is van oordeel dat indien de door art. 633 W. Venn. / art. 7:228 WVV voorziene algemene vergadering tot de ontbinding beslist, dan moet de vergadering worden uitgesteld “teneinde het bestuursorgaan toe te laten de verslagplichten uit artikel 181 W. Venn. [/ artikel 2:71 WVV] na te leven” (zie Hoofdstuk 3 – De ontbinding en vereffening van vennootschappen, in De meeste courante wettelijke opdrachten uit het Wetboek van vennootschappen, Brugge, die Keure, 2007, p.106).
In het bovenvermelde boek wordt evenwel vermeld dat: “Bepaalde auteurs stellen evenwel dat in de bovenvermelde hypothese wel een staat van activa en passiva en controleverslag (overeenkomstig artikel 181 W. Venn. [/ artikel 2:71 WVV]) moet worden opgesteld en bij de oproepingen worden gevoegd. Artikel 633 W. Venn. [/ artikel 7:228 WVV] stipuleert immers dat de algemene vergadering moet worden bijeengeroepen om “te beraadslagen en te besluiten over de ontbinding van de vennootschap en eventueel over andere in de agenda aangekondigde maatregelen”. Aangezien niet rechtsgeldig tot ontbinding kan worden besloten indien het bijzonder verslag of de staat van activa en passiva ontbreken, moeten deze documenten beschikbaar zijn op de eerste algemene vergadering.”.
Indien de kans reëel is dat de ontbinding van de vennootschap wordt uitgesproken, is het uiteraard aangewezen om de verslagen vereist door artikel 181 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:71 van het Wetboek van vennootschap en verenigingen op te stellen.
Er wordt verwezen naar artikel 181 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:71 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wat de inhoud van het verslag van de bedrijfsrevisor betreft (en naar artikelen 183 tot 195bis van het Wetboek van vennootschappen / artikelen 2:76 tot 2:108 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen voor de overige verplichtingen en formaliteiten).
Het verslag van de bedrijfsrevisor wordt in elk geval opgesteld in uitvoering van artikel 181 W. Venn. / art. 2:70 WVV en niet van artikel 633 W. Venn. / art. 7:228 WVV. Uiteraard kan in het verslag worden verwezen naar de context van artikel 633 W. Venn. / art. 7:228 WVV.