12 februari 2019
Om na te gaan of de commissaris gedaan heeft wat hij had moeten doen dient zijn optreden vergeleken te worden met wat verwacht wordt van een zorgvuldig handelend commissaris geplaatst in dezelfde omstandigheden met dien verstande dat bij de beoordeling van zijn handelen uiteraard rekening dient gehouden te worden met de algemene controlenormen.
De algemene controlenormen voorzien onder meer dat wanneer de revisor zijn opdracht uitvoert hij rekening dient te houden met de mogelijkheid van fraude.
Gelet op het feit dat de taken van de bedrijfsrevisor het algemeen belang raken en de wetsbepalingen met betrekking tot de uitoefening van zijn beroep van openbare orde zijn staat het buiten kijf dat de door hem afgeleverde verklaringen beschermde geschriften zijn die zich opdringen aan de openbare trouw.
Uit het bestaan van fraudesignalen en het gedurende verschillende boekjaren niet verkrijgen van afdoende antwoorden op gestelde vragen is af te leiden dat door de commissaris een rapport met voorbehoud was af te leveren en dat hij niet heeft gedaan wat hij had moeten doen.