18 februari 2020
In dat verband, worden de volgende vragen gesteld:
- Welke vormvereisten moeten nu worden geëerbiedigd?
- Is een revisoraal regularisatieverslag nog vereist voor deze algemene vergadering in 2020? Voor een BV is de verplichting van een verslag van de bedrijfsrevisor bij een quasi-inbreng weggevallen. Is dat ook het geval voor een regularisatie?
“Wat de verrichting van quasi-inbreng betreft, mag de bedrijfsrevisor aanvaarden een regularisatieverslag, gericht aan de algemene vergadering, op te maken:
Indien een behoorlijk regularisatieverslag is opgemaakt, kan de commissaris afzien van enige andere vermelding in zijn verslag aan de jaarlijkse algemene vergadering, aangezien de aandeelhouders reeds volledig ingelicht zijn. Indien geen regularisatieverslag is gevraagd, noch opgesteld, zal een bijzondere vermelding in het controleverslag noodzakelijk zijn in toepassing van de artikelen 140 en 144 van het Wetboek van vennootschappen.”.
Uit het voorgaande volgt dat het ICCI van oordeel is dat de regularisatie overeenkomstig artikelen 220 tot 222 van het Wetboek van vennootschappen moet gebeuren.
Bijgevolg:
****
([1]) Normen IBR van 7 december 2001, cf. https://doc.ibr-ire.be/nl/Documents/regelgeving-en-publicaties/rechtsleer/normen-en-aanbevelingen/normen/Normen-inzake-controle-van-inbreng-in-natura-en-quasi-inbreng.pdf.
([2]) G. Bats et al., Inbreng in natura en quasi-inbreng : Praktische toepassingsgevallen, Studies IBR, 2006, Brussel, p.136 tot 137, cf. https://doc.ibr-ire.be/nl/Documents/regelgeving-en-publicaties/publicaties/IBR-studies/Controle/Inbreng%20in%20natura%20en%20quasi-inbreng%20praktische%20toepassingsgevallen.pdf.