17 januari 2013
Kan het ICCI helpen bij de volgende vraagstellingen?
Alle appartementen werden verkocht en er worden geen nieuwe projecten meer in ont-wikkeld. De bedrijfsleiding wil overgaan tot de ontbinding van de vennootschap.
1. Kan de vennootschap worden ontbonden ook al is de tienjarige aansprakelijkheid van de bouwheer-vennootschap nog niet is verstreken?
2. Wat zijn de voorwaarden/mogelijkheden om over te gaan tot ontbindeng en sluiting?
3. Wat zijn de aandachtspunten voor het verslag van de bedrijfsrevisor bij deze verrichting?
In navolging van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek geldt voor aannemers, onderaannemers en architecten een tienjarige aansprakelijkheid voor zware gebreken. Aangezien deze aansprakelijkheid geldt in het belang van de openbare veiligheid is zij van openbare orde (R. Timmermans, Privaatrechtelijke aspecten koop van appartementen, Mechelen, Kluwer, 2012, p. 103). Enkele opmerkingen:
1. De aangehaalde ontbinding van de vennootschap is mogelijk.
2. De vereffenaar die de afsluiting van de vereffening voorstelt vóór het verstrijken van de tienjarige waarborg neemt een risico: artikel 198 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:143 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bepaalt immers: “Door verloop van vijf jaren verjaren alle rechtsvorderingen tegen de vereffenaars als zodanig, of bij ontstentenis van vereffenaars, tegen de personen die krachtens artikel 185 als vereffenaars worden beschouwd, te rekenen van de bekendmaking voorgeschreven bij artikel 195. /
“Met betrekking tot vennootschappen verjaren door verloop van vijf jaren:
(...)
- alle rechtsvorderingen tegen de vereffenaars als zodanig, of bij ontstentenis van vereffenaars, tegen de personen die krachtens artikel 2:85 als vereffenaars worden beschouwd, te rekenen van de bekendmaking voorgeschreven bij artikel 2:102
3. Artikel 184, § 5 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:80 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bepaalt het volgende:
“Onverminderd artikel 181, zijn een ontbinding en vereffening in één akte slechts mogelijk mits naleving van de volgende voorwaarden:
(…);
2° alle schulden ten aanzien van derden zijn terugbetaald of de nodige gelden om die te voldoen werden geconsigneerd;
(…).” /
“Onverminderd artikel 2:71, zijn een ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte mogelijk met naleving van de volgende voorwaarden:
(...);
2° alle schulden ten aanzien van vennoten of aandeelhouders, of derden zoals vermeld in de staat van activa en passiva bedoeld in artikel 2:71, § 2, tweede lid, zijn terugbetaald of de nodige gelden om die te voldoen werden geconsigneerd; (...)
(...)”
In het voorliggend geval kan deze bepaling niet worden toegepast aangezien er mogelijke schulden ten aanzien van derden bestaan die niet zijn terugbetaald of de nodige gelden om die te voldoen niet werden geconsigneerd.
4. Het ICCI kan zich niet uitspreken over de mogelijkheid om een verzekering af te sluiten in het kader van een vereffening ter dekking van de tienjarige aansprakelijkheid. Het eventueel afsluiten van een dergelijke verzekering heeft geen gevolg op het bestaan van de mogelijke schuld die door deze verzekering zou worden gedekt.
5. Het aanleggen van voorzieningen voor eventuele aansprakelijkheidsvorderingen dient in overweging te worden genomen. Desgevallend kunnen deze voorzieningen worden afgebouwd naarmate de mogelijke aanspraken op basis van de tienjarige aansprakelijkheid verstrijken. Meer informatie daaromtrent is beschikbaar in het boek De meest courante wettelijke opdrachten uit het Wetboek van vennootschappen (Recht en Onderneming, nr. 26; J. Van Wemmel, “Modeldocumenten en modelverslag”, Brugge, die Keure, 2007, p. 241).
6. Het ICCI is van oordeel dat de afsluiting van de vereffening vóór het verstrijken van de tienjarige waarborg niet mogelijk is. Daarom is het ICCI eveneens van mening dat de rechtbank van deze mogelijke schuld op de hoogte moet worden gebracht omdat het ICCI vermoedt dat de rechter niet zal instemmen met het plan voor de verdeling van de activa (overeenkomstig artikel 190 W. Venn. / artikel 2:97 WVV) zolang er een mogelijke schuld ten laste van de vennootschap bestaat.
7. Het verslag van de bedrijfsrevisor zal de mogelijke schuld moeten vermelden. Hierdoor zal de ontbinding en de vereffening in één akte kunnen worden verhinderd en de aandacht van de rechtbank en de vereffenaar op deze problematiek worden gevestigd.