27 februari 2020
Hierbij wordt de vraag gesteld of bovenvermelde norm niet van toepassing is op de opdracht volgens artikel 2:71, § 2, derde lid WVV.
De voormelde normen zijn nog steeds van toepassing, maar de beroepsbeoefenaar dient tevens rekening te houden met eventuele wijzigingen die door het WVV werden aangebracht. Bijgevolg is bovenvermelde norm wel van toepassing op de opdracht volgens artikel 2:71, § 2, derde lid WVV.
In dit kader verwijst het ICCI naar IBR-Mededeling 2019/09, “Mededeling omtrent de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen” ( [2] ) en diens Bijlage 2, “Concordantietabel van de bijzondere opdrachten” ( [3] ).
“De bedrijfsrevisorenkantoren die, om redenen van kosteneffectiviteit en efficiëntie, geen twee verschillende methodologiëen wensen uit te werken of toe te passen, kunnen de methodologie uitgewerkt op basis van de ISA’s blijven toepassen in alle gevallen, zonder dat het evenwel noodzakelijk is om naar de ISA’s te verwijzen in het verslag. Immers, de toepassing van de ISA’s houdt minstens de naleving van de gemeenschappelijke KMO-norm in. De Raad van het Instituut wenst erop te wijzen dat het omgekeerde evenwel niet geldt.”.
( [1] ) https://doc.ibr-ire.be/nl/Documents/regelgeving-en-publicaties/rechtsleer/normen-en-aanbevelingen/normen/Norm-KMO-IBR-IAB-NL-goedgekeurd.pdf.
( [2] ) https://doc.ibr-ire.be/nl/Documents/regelgeving-en-publicaties/rechtsleer/mededelingen/2019-09-Mededeling-nieuw-WVV-15-04-2019.pdf.