22 oktober 2010
Is de volgende bepaling in strijd met artikel 7 van de VZW-wet / artikel 9:17 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen?
Mogen de statuten van een VZW bepalen dat de leden onderverdeeld zijn in twee groepen en dat de beslissingen van de algemene vergadering worden genomen bij meerderheid van stemmen binnen elke groep?
***
Artikel 7, eerste lid van de VZW-wet van 27 juni 1921 / artikel 9:17 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen stipuleert dat:
“Op de algemene vergadering heeft ieder lid een gelijk stemrecht en worden de besluiten genomen bij meerderheid van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden, behalve in de gevallen waarin de wet of de statuten anders bepalen.” (Eigen onderstreping) /
“Tenzij de statuten anders bepalen, heeft ieder lid op de algemene vergadering een gelijk stemrecht.”.
Verder kunnen wij integraal verwijzen naar pagina 142 van D. Van Gerven, Handboek verenigingen, Kalmthout, Biblo, 2004 dat stelt dat:
“Elk lid heeft in principe een gelijk stemrecht. De statuten kunnen hiervan afwijken. Aldus kan aan een bepaald lid of een categorie van leden een meervoudig stemrecht worden toegekend. Het stemrecht zou kunnen worden bepaald in evenredigheid met de bijdragen of de inbrengen van de leden. Het is in het verlengde hiervan dan ook toegelaten om een doorslaggevende stem toe te kennen aan een bepaald lid of aan de voorzitter van de algemene vergadering waarbij hij de meerderheid kan bepalen in geval van een gelijk aantal uitgebrachte stemmen.”.
Bijgevolg is het ICCI van oordeel dat de statuten van een VZW inderdaad mogen bepalen dat de leden onderverdeeld zijn in twee groepen en dat de beslissingen van de algemene vergadering worden genomen bij meerderheid van stemmen binnen elke groep. Deze bepaling is dus niet in strijd met artikel 7 van de VZW-wet van 27 juni 1921 / artikel 9:17 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.