31 juli 2017
Een vennootschap heeft op vrijwillige basis een commissaris benoemd. Ingevolge een fusie is deze vennootschap overgegaan in een andere vennootschap waar er geen commissaris is. De vraag is nu of dit commissarismandaat dient te worden voortgezet in de nieuwe gefuseerde vennootschap? Men preciseert dat er ook voor deze nieuwe gefuseerde vennootschap geen juridische verplichting bestaat om een commissaris te benoemen.
1. Allereerst dient er te worden opgemerkt dat, indien een vennootschap die door de wet niet verplicht is om een commissaris te benoemen, toch een commissaris benoemt, het controlestatuut van een dergelijke vennootschap desgevallend volledig overeenstemt met datgene dat verplicht van toepassing is op alle grote ondernemingen. [1] Alle bepalingen inzake de commissaris zijn dus van toepassing, inclusief de regels betreffende het einde van het mandaat. [2]
2. Uit de vraag blijkt niet duidelijk of men verwijst naar een fusie door overneming (“een klant vennootschap ingevolge een fusie is overgegaan in een andere vennootschap”) of naar een fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap (“de nieuwe gefuseerde vennootschap”). Voor de volledigheid gaat het ICCI dus beide gevallen bekijken.
3. Een fusie door overneming brengt onvermijdelijk de verdwijning van de overgenomen vennootschap met zich mee, maar, op grond van het principe van de continuïteit, gaan alle rechten en verbintenissen van de overgenomen vennootschap van rechtswege over op de overnemende vennootschap. De vraag kan dan ook worden gesteld of het continuïteitsbeginsel eveneens op de functie van de commissaris toepasselijk is. [3]
Volgens een bepaalde doctrine is de functie van commissaris nauw verbonden met de structuur zelf van de vennootschap: er kan dan van een overdracht van functie geen sprake zijn, evenmin als er overdracht is van de bestuursfuncties, die van rechtswege bij de ontbinding van de vennootschap ophouden. [4] De Juridische Commissie van het IBR ondersteunt deze interpretatie, onder meer in het licht van het voorschrift van artikel 704 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 12:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dit artikel heeft betrekking op het aanblijven van de bestuurs- en toezichtorganen voor de goedkeuring van de jaarrekening over de periode tussen de balansdatum van het jongste boekjaar en de datum waarop de fusie ingaat (met name de datum vanaf welke de handelingen van de over te nemen vennootschap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van de overnemende vennootschap). De derde alinea voegt eraan toe dat de algemene vergadering van de overnemende vennootschap beslist over de kwijting van de bestuurs- en toezichtorganen van de overgenomen vennootschap. Dergelijke wettelijke verduidelijking kan maar zin hebben mits de opdracht van die organen wordt stopgezet. [5]
Hieruit blijkt dus dat het mandaat van de commissaris van rechtswege eindigt bij de ontbinding van de vennootschap (als gevolg van de fusie door overneming).
4. In het geval van een fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap, wordt een einde gesteld aan het mandaat van de bestuurs- en controleorganen van de bestaande vennootschappen en het mandaat van de commissaris vormt geen uitzondering. [6]
[1] B. Tilleman, Het statuut van de commissaris, ICCI 2007-2, Brugge, die Keure, 2007, p. 20.
[2] B. Tilleman, Het statuut van de commissaris, ICCI 2007-2, Brugge, die Keure, 2007, p. 20.
[3] IBR, Vademecum I, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2009, p. 542.
[4] IBR, Vademecum I, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2009, p. 542.
[5] Deze oplossing is ook verdedigd door T. Tilquin, Traité des fusions et scissions, Brussel, Kluwer, 1993, nr. 541.
[6] B. Tilleman, Het statuut van de commissaris, ICCI 2007-2, Brugge, die Keure, 2007, p. 124.