11 december 2018
De vraag rijst of een Belgische vennootschap (die individueel niet aan de benoemingscriteria voldoet voor aanstelling van een commissaris) een commissaris dient aan te stellen indien de buitenlandse moedervennootschap van deze Belgische vennootschap een geconsolideerde jaarrekening opstelt maar deze niet publiceert. Er wordt uitgelegd dat, in sommige landen, deze geconsolideerde jaarrekening enkel dient te worden neergelegd bij de bevoegde instanties maar deze niet publiek beschikbaar is.
De vraag is ook of de analyse anders zou zijn indien bijvoorbeeld stakeholders/derden deze geconsolideerde jaarrekening kunnen opvragen bij de bevoegde instanties bijvoorbeeld tegen betaling.
***
1. Artikel 141, 2° van het Wetboek van vennootschappen stelt dat:
“Art. 141. Tenzij het gaat om één van de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, of 6°, bedoelde vennootschappen of om een beleggingsonderneming met het statuut van beursvennootschap krachtens artikel 6, § 1, 1°, van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, is dit hoofdstuk niet van toepassing op:
[…]
2° de niet-genoteerde kleine vennootschappen in de zin van artikel 15, met dien verstande dat voor de toepassing van dit hoofdstuk iedere vennootschap afzonderlijk wordt beschouwd, behoudens de vennootschappen die deel uitmaken van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren;
[…]”/
Artikel 3:72, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen stelt dat:
“Art. 3:72. Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° of 4°, bedoelde vennootschappen of om een beleggingsonderneming met het statuut van beursvennootschap krachtens artikel 6, § 1, 1°, van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, is dit hoofdstuk niet van toepassing op:
[...]
2° de niet-genoteerde kleine vennootschappen als bedoeld in artikel 1:24 of de kleine vennootschappen die geen organisaties van openbaar belang als bedoeld in artikel 1:12, 2°, zijn, met dien verstande dat voor de toepassing van dit hoofdstuk iedere vennootschap afzonderlijk wordt beschouwd, behoudens de vennootschappen die deel uitmaken van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren;
[...]”.
2. De niet-genoteerde vennootschappen die niet afzonderlijk de criteria van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 1:24 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, moeten toch een commissaris benoemen, wanneer deze criteria worden overschreden op geconsolideerde basis voor de vennootschappen die deel uitmaken van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren. [1]
Het begrip openbaarmaking (publiceren) moet overeenkomstig de Europese regels worden ingevuld. Dit wil zeggen dat er, ofwel een neerlegging moet zijn bij een officiële instelling, ofwel een verbintenis om de bescheiden ter zetel van de vennootschap ter beschikking te houden van elke belangstellende derde[2].
Hieruit volgt dat als de moedervennootschap een geconsolideerde jaarrekening opstelt en deze neerlegt bij een officiële instelling, de neerlegging van een geconsolideerde jaarrekening bij een officiële instantie op zichzelf reeds de notie “publiceren” inhoudt en de voorwaarden van artikel 141, 2° in fine van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:72, 2° in fine van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn vervuld.
Indien de moedervennootschap gevestigd is in een land van de Europese Economisch Ruimte, waar de lidstaten van de Europese Unie deel van uitmaken, dan wordt zij geacht de voorwaarden van artikel 141, 2° in fine van het Wetboek van vennootschappen te hebben vervuld, vermits de Europese Boekhoudrichtlijn 2013/34/EU het opstellen en openbaar maken van een geconsolideerde jaarrekening oplegt (tenzij de groep ervan is vrijgesteld).
3. In voorkomend geval is het ICCI derhalve van oordeel dat de Belgische vennootschap, die individueel niet voldoet aan de benoemingscriteria voor aanstelling van een commissaris, wel een commissaris dient aan te stellen omdat haar buitenlandse moedervennootschap een geconsolideerde jaarrekening dient op te stellen en te publiceren.