4 mei 2012

 

Waaruit bestaat de vergoeding bij een geruisloze fusie en hoe kan ze in het bijzonder verslag en het controleverslag worden beschreven?

 

Volgende passage is terug te vinden in Omzendbrief 2012/03 en Mededeling 2012/04 van het Instituut: “Ingeval er beroep wordt gedaan op de vrijstelling van een fusie- of splitsingsverslag, zijn de artikelen 313, 423 en 602 van het Wetboek van vennootschappen / artikelen 5:133, 6:110 en 7:197 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen] betreffende inbreng in natura terug van toepassing, met inbegrip van de eventuele uitzonderingen die ze bevatten.”.

 

De Raad van het Instituut is van mening dat, in deze hypothese, de besluiten van een revisoraal verslag over de inbreng in natura bijvoorbeeld kunnen worden geformuleerd als volgt: “De voor inbreng in natura door de partijen weerhouden waarderingsmethoden zijn verantwoord door het beginsel van de boekhoudkundige continuïteit, van toepassing op onderhavige verrichting, en leiden tot inbrengwaarden die ten minste overeenstemmen met het aantal en de nominale waarde of, bij ontstentenis van de nominale waarde, met de fractiewaarde van de als tegenprestatie van de inbrengen uit te geven aandelen of deelbewijzen, vermeerderd met de andere elementen toegevoegd aan het eigen vermogen ter gelegenheid van onderhavige verrichting, zodat de inbreng in natura niet overgewaardeerd is.”. 

Ingeval een geruisloze fusie plaatsvindt waarbij alle aandelen van de overgenomen vennootschap eigendom zijn van de verkrijgende vennootschap, is er geen sprake van een vergoeding onder de vorm van uit te geven aandelen.

Met welke formulering kan een gepaste conclusie zonder voorbehoud in het controleverslag worden geformuleerd?

 

Als antwoord op deze vraag verwijst het ICCI naar pagina 5 van Mededeling 2012/04 van het IBR dat het volgende stipuleert: 

Artikel 719 van het Wetboek van vennootschappen [artikel 12:50 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen] (i.e. met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen)

Ingeval van een met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen (art. 676 W. Venn. [art. 12:7 WVV]: ontbinding na vereniging van alle aandelen in één hand) zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen inzake de te volgen procedure (art. 719 e.v. W. Venn. [art. 12:50 e.v. WVV]) niet gewijzigd door de wet van 8 januari 2012. Zoals voorheen is er geen enkel revisoraal verslag vereist. In de mate dat er geen kapitaalverhoging is in het kader van deze verrichtingen is er geen enkele wettige reden om een verslag over de inbreng in natura op te stellen.”.

Bijgevolg kan het ICCI besluiten dat er ingeval van een geruisloze fusie (“vereniging van alle aandelen in een hand”) noch een revisoraal verslag over de inbreng in natura, noch een controleverslag over de ruilverhouding in het kader van een fusie dient te worden opgesteld.