16 april 2020
Dient er bij fusie een aparte (bijzondere) algemene vergadering te worden bijeengeroepen voor de goedkeuring van de jaarrekening van de overgenomen vennootschap?
Door het bestuursorgaan van de overgenomen vennootschap moet dus een jaarrekening worden opgemaakt over het tijdvak begrepen tussen de datum van de jaarafsluiting van het laatste boekjaar waarvoor de rekeningen zijn goedgekeurd en de datum vanaf dewelke de handelingen van de te fuseren vennootschap worden geacht te zijn verricht voor rekening van de verkrijgende vennootschap. Deze jaarrekening dient uiteindelijk ook te worden neergelegd bij de NBB. Alvorens deze jaarrekening kan worden neergelegd, dient deze te worden goedgekeurd door de algemene vergadering. De jaarrekening in casu werd afgesloten per 31 december 2019 en dekt aldus een periode van 1 april 2019 tot en met 31 december 2019 (verkort boekjaar). De fusie heeft juridische en boekhoudkundige uitwerking vanaf 1 januari 2020. De jaarrekening van de overgenomen vennootschap zou volgens artikel 12:35, tweede lid WVV moeten worden goedgekeurd door de algemene vergadering van de overnemende vennootschap overeenkomstig de op de overgenomen vennootschap toepasselijke bepalingen. Welnu, krachtens de wet moet deze algemene vergadering de jaarrekening goedkeuren binnen de zes maanden na afsluiting boekjaar, én moet vervolgens de jaarrekening binnen de dertig dagen na goedkeuring worden neergelegd bij de NBB. Probleem is evenwel dat de algemene vergadering van de overnemende entiteit pas wordt gehouden in september, wat aldus betekent dat bovenvermelde termijnen zullen worden overschreden.
In dat verband, wordt de volgende vraag gesteld: dient er een aparte (bijzondere) algemene vergadering te worden bijeengeroepen voor de goedkeuring van de jaarrekening van de overgenomen entiteit? Of kan deze goedkeuring worden uitgesteld tot de effectieve jaarvergadering van de overnemende entiteit in september?
Er wordt ook aangegeven dat de overnemende vennootschap immers een beursgenoteerde vennootschap is; het bijeenroepen van een bijzondere algemene vergadering is aldus organisatorisch niet gemakkelijk.
“Het bestuursorgaan van de overgenomen vennootschap maakt de jaarrekening op over het tijdvak begrepen tussen de datum van de jaarafsluiting van het laatste boekjaar waarvoor de rekeningen zijn goedgekeurd en de in artikel 12:24, tweede lid, 5°, bedoelde datum overeenkomstig op haar toepasselijke bepalingen. In voorkomend geval stelt het eveneens een jaarverslag op over dit tijdvak overeenkomstig de op haar toepasselijke bepalingen. Is er een commissaris aangesteld in de overgenomen vennootschap, stelt deze eveneens een verslag op over zijn controle over dit tijdvak overeenkomstig de op haar toepasselijke bepalingen.
Indien de fusie is voltrokken vóór de datum van goedkeuring van de jaarrekening, keurt de algemene vergadering van de overnemende vennootschap de jaarrekening goed overeenkomstig de op de overgenomen vennootschap toepasselijke bepalingen, en beslist zij over de kwijting aan de bestuurs- en toezichtsorganen van de overgenomen vennootschap, onverminderd artikel 12:18.”.
Indien de fusieakte nog niet is verleden, wordt de gemelde jaarrekening bij voorkeur ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering van de overgenomen vennootschap, die desgevallend daarvoor speciaal wordt gehouden.
In dat verband, preciseert de memorie van toelichting ([2]) , betreffende deze bepaling, het volgende:
“Deze jaarrekening dient te worden goedgekeurd binnen de in artikel 3:1, § 1, tweede lid bepaalde termijn. Indien de algemene vergadering van de overgenomen vennootschap de jaarrekening niet heeft goedgekeurd op het ogenblik van de voltrekking van de fusie, moet de algemene vergadering van de overnemende vennootschap dit doen, eveneens met naleving van de termijn in artikel 3:1, § 1, tweede lid bepaalde termijn. De algemene vergadering van de overgenomen vennootschap heeft steeds de mogelijkheid om, voorafgaand aan de voltrekking van de fusie, deze jaarrekening goed te keuren. In voorkomend geval kan zij daartoe de statutaire datum van de jaarvergadering vervroegen.”
Het derde lid van dezelfde bepaling bepaalt dat:
“Indien de jaarrekening niet binnen deze termijn aan de vennoten verenigd in vergadering of de algemene vergadering is voorgelegd, wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit dit verzuim.”.
Niettemin wensen wij de aandacht te vestigen op het feit dat, sinds de inwerkingtreding van het WVV, de termijn om de goedgekeurde jaarrekening neer te leggen bij de NBB, wat flexibeler wordt geïnterpreteerd. Dit is belangrijk voor wat betreft de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan in geval van een laattijdige algemene vergadering. Artikel 3:13 WVV bepaalt het volgende:
“Behoudens overmacht dragen de rechtspersonen die hun jaarrekening, en in voorkomend geval hun geconsolideerde jaarrekening, openbaar maken door neerlegging bij de Nationale Bank van België meer dan één maand na het verstrijken van de in artikel 3:10, tweede lid, in artikel 3:20, § 1, tweede lid, in artikel 3:35, tweede lid, of in artikel 2:99, tweede lid, bedoelde termijn van zeven maanden na afsluiting van het boekjaar, bij in de door de federale toezichthoudende overheden gemaakte kosten voor de opsporing en controle van ondernemingen in moeilijkheden.
Deze bijdrage bedraagt:
- 400 euro, wanneer de jaarrekening of, in voorkomend geval, de geconsolideerde jaarrekening neergelegd wordt tijdens de negende maand na de afsluiting van het boekjaar;
- 600 euro, wanneer deze stukken neergelegd worden vanaf de tiende maand en tot de twaalfde maand na de afsluiting van het boekjaar;
- 1 200 euro, wanneer deze stukken neergelegd worden vanaf de dertiende maand na de afsluiting van het boekjaar.”