2 oktober 2007
Hoe worden de vergoedingen van de commissarissen bij (beurs)genoteerde en niet-(beurs)genoteerde vennootschappen berekend en bekend gemaakt?
Artikel 134, § 2 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:65, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bepaalt het volgende:
“Bij de aanvang van de opdracht van de commissarissen worden hun honoraria vastgesteld door de algemene vergadering. Deze honoraria bestaan in een vast bedrag dat de naleving van de controlenormen waarborgt. De honoraria kunnen niet worden gewijzigd dan met instemming van partijen. Ze worden vermeld in de toelichting bij de jaarrekening”.
Er dient onmiddellijk te worden opgemerkt dat deze laatste vereiste van vermelding in de toelichting bij de jaarrekening slechts toepasselijk is op de jaarrekeningen (enkelvoudige en geconsolideerde) die worden afgesloten vanaf 30 juni 2007. Voordien bestond er geen algemene wettelijke verplichting tot bekendmaking van de erelonen van de commissarissen. Sommige vennootschappen hebben in het verleden nochtans de erelonen van hun commissaris op vrijwillige basis bekend gemaakt. Voor (beurs)genoteerde vennootschappen kunt u dergelijke informatie meestal vinden als onderdeel van de dagorde van de gepubliceerde bijeenroepingen van de algemene vergaderingen.
Er kan nochtans worden verwezen naar een studie die werd gemaakt door Prof. dr. Marleen Willekens “Prijszetting in de Belgische Auditmarkt”, gepubliceerd in de Reeks Audit/Accountancy/Tax, 2005, door de Uitgeverij Die Keure. De conclusies van deze studie hebben uiteraard slechts een indicatieve waarde, aangezien zij zich baseren op gemiddelde gegevens.
Ten slotte dient nog te worden opgemerkt dat het bedrag van het ereloon van de commissaris bepaald wordt in functie van de aard en de complexiteit der activiteiten van de gecontroleerde onderneming, het al dan niet bestaan van een interne audit afdeling, de aanwezigheid van een ondernemingsraad, de organisatie van het bedrijfsrevisorenkantoor en de ervaring van diens medewerkers.