9 september 2013

Is het normaal dat een commissaris voor een verslag vereffening in één akte een ereloon vraagt dat gelijk is aan een volledig jaar auditmandaat?

De audit over het boekjaar dat eindigde op 31 december 2012 is pas enkele maanden geleden afgelopen. Momenteel zit er gelet op de liquidatie in één akte ook niets meer in de vennootschap.

De hoogte van het ereloon werd pas doorgegeven nadat er werd beslist dat andere tax en legal diensten waarvoor een vennootschap van de groep van de commissaris een proposal had ingediend, niet zouden worden gegund aan die vennootschap verbonden met de commissaris.

Wat kan er worden gedaan in deze situatie, de commissaris heeft hier duidelijk een machtspositie en een monopolie. Is het mogelijk om het verslag te laten opstellen door een andere revisor of is hiervoor de goedkeuring van de huidige commissaris noodzakelijk?

 

Als antwoord op de twee eerste vragen kan het ICCI meedelen dat het ereloon van de commissaris vrij wordt vastgesteld tussen de cliënt (algemene vergadering) en de bedrijfsrevisor zelf. Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) beschikt over geen enkele wettelijke bevoegdheid voor het oplossen van een ereloongeschil, behalve indien het bedrag van het ereloon van de commissaris niet voldoende zou zijn om de naleving van de controlenormen uitgevaardigd door het IBR te kunnen waarborgen.

Het ICCI wenst eraan te herinneren dat de Stichting ICCI nooit ingaat op litigieuze vragen. Het geschil kan echter worden voorgelegd aan de Voorzitter van het Instituut op voorwaarde dat beide partijen hiermee instemmen.

Als antwoord op de derde vraag verwijst het ICCI naar artikel 181, § 1, laatste lid van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:71 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dat stelt:

De commissaris of, bij zijn ontstentenis, een bedrijfsrevisor of een externe accountant die door het bestuursorgaan wordt aangewezen, brengt over deze staat verslag uit en vermeldt inzonderheid of daarin de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven.” /

Bijgevolg is het niet mogelijk om het verslag voorzien in artikel 181 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:71 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen te laten opstellen door een andere bedrijfsrevisor dan de aangestelde commissaris. Het betreft de exclusieve bevoegdheid van de commissaris.