13 februari 2008

 

Kan het driejarig mandaat van bedrijfsrevisor in een gewestelijke instelling van openbaar nut worden verlengd?

 

Overeenkomstig de statuten wordt een bepaalde gewestelijke publiekrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid geregeld door een decreet/ordonnantie. Een bepaald artikel van dit decreet/deze ordonnantie voorziet o.a. dat de rekeningen van de instelling worden nagezien door een commissaris, erkend bedrijfsrevisor, die voor een hernieuwbare termijn van drie jaar wordt benoemd. Een ander artikel voorziet daarenboven dat, voor wat door het decreet/de ordonnantie niet geregeld is, de bepalingen van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen (thans: het Wetboek van vennootschappen / Wetboek van vennootschappen en verenigingen) van toepassing zijn. Bijgevolg zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen / Wetboek van vennootschappen en verenigingen met betrekking tot de commissaris van toepassing op deze instelling.

 

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten van toepassing op instellingen van openbaar nut en op basis van artikel 135, § 1 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:61, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is de duur van het mandaat van de commissaris vastgelegd op een hernieuwbare termijn van drie jaar. Bijgevolg dient na deze termijn van drie jaar een openbare besteding te gebeuren om het mandaat van de commissaris te kunnen verlengen.

 

Er wordt in dit verband verwezen naar het Jaarverslag 2001 van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (p. 129-132), dat beschikbaar is op de website van het Instituut www.ibr-ire.be, onder de rubriek “Regelgeving en publicaties – Publicaties”.