15 juli 2011
Binnen de banksector is het niet ongebruikelijk dat cliëntenaanbrengers (officieus statuut, aanvaard door FSMA) een eenmalige vergoeding krijgen.
Om een volledig antwoord te geven op de vraag moet het ICCI de aandacht vestigen op de verschillende statuten die een bedrijfsrevisor kan aannemen, namelijk:
Een “actieve” bedrijfsrevisor kan in geen enkel geval een handelsactiviteit voeren. Dit absoluut verbod is vervat in artikel 29, § 1, 2°) van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.
Een bedrijfsrevisor kan zich “tijdelijk verhinderd” verklaren. In zulk geval blijft hij de titel van bedrijfsrevisor dragen doch kan hij geen revisorale opdrachten uitvoeren. Een bedrijfsrevisor die kiest voor dit statuut kan bijvoorbeeld de functie van bediende uitoefenen en/of handelsactiviteiten voeren, voor zover deze niet onverenigbaar zijn met de bepaling van artikel 29, § 1 van de wet van 7 december 2016 dat stipuleert: “Het is de bedrijfsrevisor niet toegestaan om werkzaamheden uit te oefenen of daden te stellen die onverenigbaar zijn met hetzij de waardigheid, de rechtschapenheid of de kiesheid, hetzij de onafhankelijkheid van zijn functie..
De titel van erebedrijfsrevisor kan worden toegekend “aan bedrijfsrevisoren-natuurlijke personen die ontslag namen na gedurende ten minste vijftien jaar het beroep met waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid te hebben uitgeoefend en die tot op de dag van de afgifte van deze toelating de regels van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid nageleefd hebben. [1]. Voor zover een erebedrijfsrevisor deze regel eerbiedigt kan hij een handelsactiviteit voeren.
Een voormalige bedrijfsrevisor (die ontslag heeft genomen en de eretitel niet heeft ontvangen) is uiteraard niet meer gebonden door enige regel van het IBR.
Rekening houdend met het voorgaande en de specifieke omstandigheden zijn wij van oordeel dat de betrokken (al dan niet verhinderde) bedrijfsrevisor of erebedrijfsrevisor zelf dient te oordelen of de vermelde activiteiten in de banksector in tegenspraak zijn met zijn hoedanigheid als (al dan niet verhinderde) bedrijfsrevisor of erebedrijfsrevisor.
Toch lijkt het voor het ICCI op het eerste zicht dat de voorgestelde activiteit verboden is voor een “actieve” bedrijfsrevisor, maar niet voor een verhinderde of een erebedrijfsrevisor.
[1] Artikel 5, § 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 2019 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut van de bedrijfsrevisoren.