7 november 2014

Is de hieronder vermelde stelling correct?

 

Het Agentschap Binnenlands Bestuur is van mening dat de commissaris zijn verslag kan opstellen op basis van een ontwerp van jaarrekening, dat vervolgens aan de raad van bestuur voorgelegd wordt, waarna de raad van bestuur de jaarrekening pas gaat vaststellen.


Als antwoord op de vraag verwijst het ICCI naar artikel 243bis, § 1 van het Gemeentedecreet van 15 juni 2005 dat het volgende stelt:

 

De controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf wordt uitgeoefend door één of meer commissarissen. Die commissarissen zijn erkende bedrijfsrevisoren en worden benoemd door de gemeenteraad. Zij zijn onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die hun ambt en hun bevoegdheid regelen.”.

 

Hieruit volgt dat ook de commissaris van een AGB onderworpen is aan de controlenormen goedgekeurd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) [1], waaronder dus ook de algemene controlenormen [2].

 

Paragrafen 3.16 en 3.16.1 van deze algemene controlenormen stipuleren:

 

3.16. Het verslag van de bedrijfsrevisor zal de datum dragen van de dag waarop de controlewerkzaamheden beëindigd zijn. Deze datum mag niet voorafgaan aan de datum waarop de jaarrekening door het bestuursorgaan van de entiteit wordt vastgesteld. Tevens zal de plaats van ondertekening vermeld worden.

 

3.16.1. De controle van de jaarrekening omvat het nazicht van de documenten zoals deze overeenkomstig artikel 92 van het Wetboek van vennootschappen door de raad van bestuur of het college van zaakvoerders werden vastgesteld. Vandaar dat het verslag van de revisor altijd zal volgen op de datum waarop de jaarrekening door het bestuursorgaan wordt vastgesteld.”.

 

Bijgevolg is het ICCI van oordeel dat het verslag van de commissaris van een AGB dient te volgen op de datum waarop de jaarrekening door de raad van bestuur van de AGB wordt vastgelegd.

 

Uiteraard is het in de praktijk perfect denkbaar, zoals ook wordt aangehaald, dat aan de commissaris eerst een ontwerp van jaarrekening zou worden voorgelegd op basis waarvan de commissaris dan zijn opmerkingen meedeelt en deze vervolgens bespreekt met de financiële dienst/externe accountant/raad van bestuur van het AGB (bijv. tijdens de closing meeting), teneinde eventuele materiële onvolkomenheden binnen de ontwerpjaarrekening alsnog door de raad van bestuur van het AGB te laten corrigeren alvorens de raad van bestuur de definitieve jaarrekening voorgelegd krijgt ter wettelijke vaststelling hiervan. Op deze wijze kan de commissaris dan ook zijn verslag laten volgen op de datum waarop de jaarrekening door de raad van bestuur van de AGB wordt vastgesteld.

 

Indien de commissaris geen belangrijke opmerkingen heeft, is het niet uitgesloten dat hij een ontwerp van verslag aan de raad van bestuur bezorgt, met de duidelijke vermelding dat het om een ontwerp gaat en dat dat ontwerp aanleiding zal geven tot een definitief verslag op voorwaarde dat er geen wijzigingen worden aangebracht aan het ontwerp van jaarrekening en dat de commissaris geen kennis krijgt van gegevens of gebeurtenissen, die eventueel plaatsvinden na de jaarafsluiting, en die een invloed hebben op de jaarrekening in kwestie. Het ICCI is echter van mening dat een commissaris nooit kan worden verplicht om een ontwerp van verslag mee te delen voor de vastlegging van de jaarrekening door het bevoegd orgaan.



[1] Gelieve hierbij te noteren dat het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat de controlenormen die door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren zijn goedgekeurd materiële wetten zijn in de zin van artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek (Cass. 24 mei 2007, JLMB. 2008, 4, err. JLMB 2008, 129 en RW 2009-10, 1) vermits artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 betreffende de plichten van deze bedrijfsrevisoren de naleving ervan verplicht stelt.

[2] Er dient in ogenschouw te worden genomen dat de clarified ISA’s in België inwerking treden (en dus de algemene controlenormen gaan vervangen) voor de controle van financiële overzichten (audit) en het beperkt nazicht van de financiële informatie met betrekking tot boekjaren afgesloten vanaf 15 december 2014 [behalve voor organisaties van openbaar belang (i.e. banken, verzekeringsinstellingen en beursgenoteerde ondernemingen) waar dit reeds het geval is].