9 juli 2009
Kan “silent factoring” worden toegepast als alternatief financieringsmiddel voor ondernemingen?
Het koninklijk besluit van 29 april 2019 bevat geen “bijzondere regels” betreffende factoring transacties. Het ICCI heeft evenwel kennis van een specifiek advies dat in dit verband is uitgegeven door de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, namelijk CBN-advies 2011/23 van 5 oktober 2011 De boekhoudkundige verwerking van factoringovereenkomsten ( [1] ). Het ICCI verwijst dan ook naar dit CBN-advies voor de gepaste boekhoudkundige verwerking.
Deze principes zijn van toepassing zowel bij “silent factoring” als bij gewone “factoring”. In beide gevallen heeft het tijdstip van betaling door de debiteur geen impact op de boekhouding van de onderneming die beroep doet op “factoring”. Bij gewone factoring gebeurt deze betaling rechtstreeks op naam van de factor, terwijl bij “silent factoring” de betaling schijnbaar op naam van de crediteur gebeurt, doch de facto ten voordele komt van de “factor”.
Er wordt in de vraagstelling verwezen naar een attest of akkoordverklaring die door een bedrijfsrevisor zou dienen te worden afgeleverd. Dergelijke eis kan mogelijks gesteld worden door een “factor” of een kredietinstelling, doch het ICCI kan geen commentaar geven met betrekking tot de specifieke vorm of inhoud van een dergelijke verklaring.