11 april 2011

 

Een vzw onderwijsinstelling verkoopt een onroerend goed aan een gelijkaardige vzw onderwijsinstelling voor 1.500.000 EUR. De normale verkoopwaarde door een schatter wordt bepaald op 2.000.000 EUR.  Welke waarde dient de verkrijgende vzw te activeren? 

Is dit de aanschaffingswaarde of de normale verkoopwaarde en dient het verschil tussen de normale verkoopwaarde en de koopsom in casu 500.000 EUR als desgevallend een kapitaalsubsidie of een permanente financiering te worden geboekt?

Tussen vzw’s gebeuren er vaak transacties tegen niet marktconforme voorwaarden. Bijvoorbeeld in verenigingen waar het leden bestand aan het vergrijzen is gebeuren bewust verkopen van onroerende goederen tegen verlaagde prijs met de bedoeling een organisatie met aanverwant doel te ondersteunen.

Zoals in de vraagstelling wordt opmerkt, wordt het goed tegen een verlaagde prijs aan de vzw verkocht omdat de verkoper een organisatie met aanverwant doel wil ondersteunen.

In het Verslag aan de Koning bij het toenmalig koninklijk besluit van 19 december 2003 kan worden gelezen dat schenkingen, legaten en subsidies die tot doel hebben een vast actief te vormen dat op duurzame wijze wordt bestemd voor de activiteit van de vereniging moeten geboekt worden onder de post “Kapitaalsubsidies”.

In het voorgelegde geval vertegenwoordigt, naar de mening van het ICCI, het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de normale aankoopwaarde effectief een schenking. 

Bijgevolg dient een de normale aankoopwaarde te worden geactiveerd en wordt het verschil tussen deze waarde en de aanschaffingswaarde, zoals in casu voorgesteld, als kapitaalsubsidie geboekt. 

Deze interpretatie is trouwens in de lijn van de CBN-adviezen 2010/16 en 17. 

Het ICCI stelt eveneens dat dit beantwoordt aan de voorschriften van artikel 3:160 van het koninklijk besluit van 29 april 2019:

De goederen die aan de VZW, IVZW of stichting werden geschonken of nagelaten worden geboekt op het ogenblik van hun verkrijging.

  De VZW, IVZW of stichting waardeert de goederen die haar worden geschonken of nagelaten tegen aanschaffingswaarde. Het bestuursorgaan kan, mits melding en verantwoording in de toelichting, evenwel beslissen om deze geschonken of nagelaten goederen te waarderen tegen werkelijke waarde, marktwaarde of gebruikswaarde waarbij het verschil tussen de aanschaffingswaarde en deze waarde wordt geboekt op een afzonderlijke subrekening van het betrokken actief met als tegenpost een opbrengstrekening of een rekening van het eigen vermogen. Wanneer het verschil betrekking heeft op een vast actief met een beperkte gebruiksduur moet dit verschil worden afgeschreven over de gebruiksduur.”.

Uiteraard dienen de registratierechten te worden betaald op de normale aankoopwaarde.