13 februari 2008

Bestaan er boekhoudkundige- en publicatieverplichtingen voor de Belgische vestiging van een Franse vzw?

 

Artikel 26octies, § 1 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen / artikel 2:23, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bepaalt dat:

“op de griffie van de ondernemingsrechtbank wordt een dossier gehouden voor iedere vereniging zonder winstoogmerk die op geldige wijze in het buitenland is opgericht overeenkomstig de wet van de Staat waartoe zij behoort en die in België een centrum van werkzaamheden opent in het arrondissement. Ingeval een dergelijke vereniging in België verscheidene centra van werkzaamheden opent, wordt het dossier gehouden op de griffie van de ondernemingsrechtbank van het arrondissement waarin een van die centra gevestigd is, zulks naar keuze van de vereniging. In dat geval vermeldt de vereniging in haar akten en in haar briefwisseling de plaats waar haar dossier wordt gehouden.” /

Op de griffie van de ondernemingsrechtbank in het ambtsgebied waarvan het bijkantoor is gevestigd, wordt voor iedere buitenlandse rechtspersoon met een bijkantoor in België een dossier gehouden. Ingeval de buitenlandse rechtspersoon in België verscheidene bijkantoren heeft, wordt het dossier gehouden op de griffie van de ondernemingsrechtbank in het ambtsgebied waarvan een van die bijkantoren is gevestigd, zulks naar keuze van de buitenlandse rechtspersoon. In dat geval vermeldt de buitenlandse rechtspersoon in zijn akten en in zijn briefwisseling de plaats waar zijn dossier wordt gehouden.”.

 

Wat de boekhoudkundige verplichtingen betreft, bepaalt artikel 26octies, § 3, eerste lid van de wet van 27 juni 1921 / de artikelen 2:25, § 2, laatste lid en 3:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat:

“de artikelen 17, §§ 2 tot 8, en 26novies , § 1, tweede lid, 5°, zijn van toepassing op de centra van werkzaamheden bedoeld in § 1. Voor de toepassing van deze bepalingen worden alle Belgische centra van werkzaamheden samen van een zelfde buitenlandse vereniging beschouwd als een afzonderlijke vereniging zonder winstoogmerk voor de berekening van de drempels en worden de personen bedoeld in § 1, tweede lid, 3°, gelijkgesteld met de bestuurders.” /

 

In afwijking van artikel 2:23, legt een buitenlandse vereniging met rechtspersoonlijkheid die in België een bijkantoor heeft dat op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar meer dan één van de in artikel 3:47, § 2, bedoelde criteria overschrijdt, de in het eerste lid, 2°, bedoelde jaarrekening neer bij de Nationale Bank van België.”.

 

Elke buitenlandse vereniging, die een bijkantoor heeft in België, is gehouden haar jaarrekening over het laatst afgesloten boekjaar neer te leggen bij de Nationale Bank van België, in de vorm waarin deze rekeningen werden opgesteld, gecontroleerd en openbaar gemaakt volgens het recht van de Staat waaronder de vereniging valt.

  Deze neerlegging gebeurt jaarlijks, binnen de maand volgend op de goedkeuring ervan, en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar.”.

 

Volgens de wet van 27 juni 1921 hangen de verplichtingen inzake het voeren van de boekhouding en de publicatie af van de grootte van de Belgische centra van werkzaamheden. De bepalingen daaromtrent vergen dus een aandachtige lectuur van artikel 17 van de wet van 27 juni 1921. Daarentegen is, volgens het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, elke buitenlandse vereniging, die een bijkantoor heeft in België, gehouden haar jaarrekening over het laatst afgesloten boekjaar neer te leggen bij de Nationale Bank van België, in de vorm waarin deze rekeningen werden opgesteld, gecontroleerd en openbaar gemaakt volgens het recht van de Staat waaronder de vereniging valt.

 

Het uitvoeringsbesluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werd uitgevaardigd voor alle vzw’s.

 

Een kleine vzw mag kiezen om de boekhoudregels van een grote vzw te hanteren mits naleving van de voorschriften van artikel 3:185 van het koninklijk besluit van 29 april 2019. In dat geval wordt de jaarrekening evenwel op de griffie van de Ondernemingsrechtbank neergelegd en niet bij de Nationale Bank van België.

 

De aandacht wordt gevestigd op het feit dat de neerlegging betrekking heeft op de jaarrekening van de Belgische centra en niet op deze van de buitenlandse vzw.