15 juni 2016

Kan het ICCI informeren omtrent de hieronder vermelde problematiek?

 

In het kader van de nieuwe boekhoudrichtlijn die in voege is getreden op 1 januari 2016, heeft men een vraag betreffende de uitzondering die wordt verleend op het niet-compensatiebeginsel dat stelt dat compensatie tussen vorderingen en schulden, tussen kosten en opbrengsten niet is toegelaten. Daar waar brutobedragen dienen te worden opgenomen, niet louter het netto-saldo, kan dit voortaan wel voor bestellingen in uitvoering en voor-uitbetalingen?

In de toelichting dienen dan de bedragen voor saldering van de bestellingen in uitvoering en van de ontvangen vooruitbetalingen te worden vermeld. 

In de wetgeving ziet men nergens of het compenseren tussen bestellingen in uitvoering en vooruitbetalingen een verplichting dan wel een keuzemogelijkheid is.

 

Artikel 17 van het koninklijk besluit van 17 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU van 26 juni 2013 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (B.S., 30 december 2015, p. 80.380) heeft het artikel 71, tweede en derde lid van het toenmalig koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen gewijzigd als volgt:

De bestellingen in uitvoering mogen rechtstreeks worden gecompenseerd met de ontvangen vooruitbetalingen per overeenkomst, waarbij ofwel het debetsaldo wordt gepresenteerd als bestelling in uitvoering ofwel het creditsaldo wordt gepresenteerd als ontvangen vooruitbetaling. Bij het begin van elk boekjaar wordt de saldering tegen geboekt. In geval gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid tot compensatie worden de bedragen vóór saldering in de toelichting vermeld.  

In de toelichting worden bij de waarderingsregels de methoden en criteria vermeld die voor de waardering van bestellingen in uitvoering zijn toegepast.”. 

Dit artikel 71, tweede en derde lid van het toenmalig koninklijk besluit van 30 januari 2001 werd letterlijk hernomen in het huidig artikel 3:49, tweede en derde lid van het huidig koninklijk besuit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Meer informatie daaromtrent is te vinden in punt D. van de ICCI-publicatie 2016, Europese boekhoudrichtlijn en omzetting ervan in Belgisch recht (Antwerpen, Maklu, 2016, p. 82-83). 

Ten slotte vestigt het ICCI de aandacht op het advies dat de CBN op 12 september 2018 heeft gepubliceerd op haar website, namelijk CBN-advies 2018/20 – Boekhoudkundig niet-compensatiebeginsel, en meer bepaald randnummer 7 in fine.