31 juli 2009

Kan een buitenlandse auditor optreden in het kader van de oprichting van een Belgische vennootschap?

 

De oprichting van een vennootschap (met uitzondering van in het W. Venn.: de V.O.F., Comm. V en CVBA / in het WVV: de V.O.F. en de Comm. V) door middel van inbrengen in natura vereist de tussenkomst van een bedrijfsrevisor – ingeschreven in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren – die een verslag moet opstellen over o.a. de beschrijving van deze inbrengen, de toegepaste waarderingsmethoden en de vergoeding die als tegenprestatie voor deze inbrengen wordt verstrekt (bijvoorbeeld voor de BVBA: art. 219 W. Venn. / art. 5:7 WVV).

 

Bijgevolg is een buitenlandse auditor die niet ingeschreven is in het openbaar register van het IBR, niet bevoegd om de bovenvermelde opdracht uit te oefenen.

 

Bij het opstellen van zijn inbrengverslag kan de Belgische bedrijfsrevisor zich gebeurlijk steunen op de werkzaamheden van de buitenlandse groepsauditor.  

 

Tenslotte deelt het ICCI het standpunt van de vraagsteller dat, gezien er per definitie geen commissaris in functie is bij de nog op te richten vennootschap, er geen enkel bezwaar is dat een bedrijfsrevisor de opdracht met betrekking tot de verslaggeving over de inbrengen in natura aanvaardt. Het feit dat na oprichting een andere bedrijfsrevisor als commissaris zal worden benoemd is niet relevant.