5 maart 2010

Wat houdt de notie "laatst beschikbare jaarrekening" in met betrekking tot de deelneming in andere ondernemingen in VOL 6.5.1. van de jaarrekening?

 

Artikel 3:82, V. A. van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen voorziet dat de volgende informatie in de toelichting moet worden opgenomen: “Voor elk van deze ondernemingen moeten de volgende gegevens worden verstrekt: de naam, de zetel en zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer dat haar werd toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen; het aantal maatschappelijke rechten dat rechtstreeks door de vennootschap wordt gehouden en het percentage vertegenwoordigd door dit bezit, evenals het percentage maatschappelijke rechten gehouden door dochtervennootschappen van de vennootschap; het bedrag van het eigen vermogen en het nettoresultaat over het laatste boekjaar waarvoor de jaarrekening beschikbaar is. (...).”.

 

De vraag stelt zich uiteraard: wanneer is een jaarrekening beschikbaar en voor wie? Het koninklijk besluit moet beantwoorden aan de verplichtingen opgelegd door de Europese Richtlijnen en deze teksten hebben voorrang op de bepalingen van het koninklijk besluit.

 

Artikel 43, 1, 2° van de Vierde Europese Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen bepaalt dat de toelichting de volgende gegevens moet bevatten: “naam en zetel van de ondernemingen waarin de vennootschap hetzij zelf, hetzij via een persoon die in eigen naam maar voor rekening van de vennootschap handelt, ten minste een percentage van het kapitaal houdt, dat de Lidstaten op niet meer dan 20 mogen vaststellen, met opgave van het aandeel in het kapitaal, alsmede van het bedrag van het eigen vermogen en van het resultaat van de betrokken onderneming over het laatste boekjaar waarvoor de rekeningen zijn vastgesteld .”.

 

De Richtlijn biedt een duidelijk antwoord. Het betreft de jaarrekeningen die de bestuursorganen van de betrokken ondernemingen hebben vastgesteld. Enkel deze interpretatie beantwoordt aan de vereiste om een getrouw beeld te geven van de financiële positie van de vennootschap (art. 3:1 K.B. 29 april 2019).