2 april 2013
Voor een autonoom gemeentebedrijf werd in 2011 een commissaris benoemd. De duur van het mandaat is tot en met boekjaar 2013. Het autonoom gemeentebedrijf wenst dat de herbenoeming van de commissaris samenvalt met de begindatum van een nieuwe gemeenteraadlegislatuur. Het voorstel van de gemeenteraad is om dezelfde commissaris reeds te herbenoemen tijdens de algemene vergadering van 2012.
Vooreerst moet worden vermeld dat de artikelen 225 tot en met 244 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 (B.S. 31.08.2005, p. 38.153) van toepassing zijn op het autonoom gemeentebedrijf. Daarnaast zijn de artikelen 263quater, 263novies en 263decies van de Nieuwe Gemeentewet nog van toepassing tot 1 januari 2014. Artikel 263quater regelt het financieel toezicht door het college van commissarissen en artikel 263novies bepaalt dat de Boekhoudwet (wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen) van toepassing is.
Meer informatie daaromtrent is te vinden op de website van de Agentschap voor Binnenlands Bestuur (http://binnenland.vlaanderen.be).
Artikel 263quater van de Nieuwe Gemeentewet (waaraan een autonoom gemeentebedrijf is onderworpen) bepaalt dat: “Het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekeningen van de autonome gemeentebedrijven wordt opgedragen aan een college van drie commissarissen, die door de gemeenteraad worden gekozen buiten de raad van bestuur van het gemeentebedrijf en waarvan ten minste één lid is van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren.”.
Artikel 1012, § 2 van het Wetboek van vennootschappen (W. Venn.) bepaalt dat: “Indien binnen een publiekrechtelijke rechtspersoon een college van commissarissen is gevormd dat leden telt die in hun hoedanigheid van bedrijfsrevisor zijn aangesteld en leden welke niet in deze hoedanigheid zijn aangesteld, zijn de bepalingen van dit wetboek inzake de commissarissen, niettegenstaande elk hiermee strijdig statutair beding, van toepassing op de commissarissen die in hun hoedanigheid van bedrijfsrevisor zijn aangesteld; zij stellen een afzonderlijk verslag op. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de andere commissarissen behalve indien de statuten zulks uitdrukkelijk bepalen”. Bijgevolg zijn o.m. de bepalingen van artikel 135, § 1 van het Wetboek van vennootschappen inzake de duur van het commissarismandaat van toepassing.